ECLI:NL:RBDHA:2023:5791

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
NL23.7433
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van biseksuele geaardheid en ondervonden problemen in Nigeria

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Nigeriaanse man geboren in 1995, heeft op 24 januari 2023 asiel aangevraagd in Nederland, waarbij hij stelt biseksueel te zijn. Hij heeft zijn aanvraag onderbouwd met de stelling dat hij in Nigeria problemen heeft ondervonden vanwege zijn seksuele geaardheid. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag echter afgewezen als kennelijk ongegrond en een inreisverbod van twee jaar opgelegd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.

Tijdens de zitting op 4 april 2023 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, bijgestaan door een waarnemer en een tolk. De rechtbank heeft de verklaringen van eiser over zijn identiteit en nationaliteit geloofwaardig bevonden, maar de biseksuele geaardheid en de daaruit voortvloeiende problemen niet. De rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn gevoelens en ervaringen met betrekking tot zijn biseksualiteit. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat hij bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico op ernstige schade loopt.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.7433

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser, V-nummer [v-nummer]

(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K.A. van Iwaarden).

ProcesverloopBij besluit van 4 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijdafgewezen als kennelijk ongegrond. Ook heeft verweerder aan eiser een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Ook heeft hij een verzoek om voorlopige voorziening ingediend (zaak NL23.7434).
De rechtbank heeft het beroep, samen met het verzoek, op 4 april 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door mr. [naam 1] , als waarnemer van zijn gemachtigde. Als tolk is M. Crockett verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat de zaak over?
1. Eiser stelt geboren te zijn op [geboortedag] 1995 en de Nigeriaanse nationaliteit te hebben. Hij heeft op 24 januari 2023 asiel gevraagd. Aan zijn asielaanvraag heeft eiser ten grondslag gelegd dat hij biseksueel is. Op de middelbare school had eiser een relatie met een jongen genaamd [naam 2] . Daarna kreeg eiser een relatie met een meisje genaamd [naam 3] , die zwanger van hem raakte. [naam 2] was jaloers en heeft [naam 3] verteld over zijn relatie met eiser. [naam 3] wilde hierna de baby niet langer houden en heeft een abortus ondergaan. Aan de complicaties hiervan is [naam 3] overleden. Eiser heeft vervolgens problemen gekregen met de vader van [naam 3] , die zijn huis heeft vernield, hem heeft mishandeld en heeft laten ontvoeren. De vader van [naam 3] heeft eiser gedwongen voor hem te werken en hem hiertoe geïnitieerd bij de Noorsmannen, een geheime bende.
2. Verweerder heeft de aanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond. [2] De verklaringen van eiser over zijn identiteit, nationaliteit en herkomst heeft verweerder geloofwaardig gevonden. De biseksuele geaardheid van eiser en de hieruit voorkomende problemen heeft verweerder echter niet geloofwaardig gevonden. Volgens verweerder kan eiser dan ook niet worden aangemerkt als vluchteling [3] en heeft eiser ook niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico op ernstige schade loopt.
Waarom is eiser het niet eens met het bestreden besluit?
3. Eiser voert aan dat hij wel geloofwaardig heeft verklaard over zijn biseksuele geaardheid en geen te algemene of tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd. Verweerder kan hem niet tegenwerpen dat hij meer had moeten verklaren. Het had dan namelijk op de weg van verweerder gelegen om hier nadere vragen over te stellen. Eiser vindt dat verweerder geen integrale beoordeling gemaakt heeft, omdat niet alle relevante beoordelingsonderdelen meegewogen zijn. Over de problemen die hij in Nigeria heeft gehad, stelt eiser dat verweerder deze ten onrechte heeft gerelateerd aan zijn geaardheid. Volgens eiser hebben de problemen hier nagenoeg niets mee te maken en had verweerder de problemen als zelfstandig element moeten wegen. Eiser voert aan dat hij ook over deze problemen geloofwaardig heeft verklaard. Ten onrechte is verweerder niet op alle punten uit zijn zienswijze ingegaan. Het bestreden besluit kan dan ook niet in stand blijven.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Biseksuele geaardheid
4. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de biseksuele geaardheid van eiser niet ten onrechte ongeloofwaardig gevonden. Hiertoe heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser met zijn verklaringen onvoldoende inzichtelijk heeft gemaakt hoe hij tot het besef is gekomen dat hij zich tot mannen aangetrokken voelt. Eiser noemt vooral zijn seksuele drang maar gaat hierbij niet in op zijn emoties en gevoelens over (de ontdekking van) zijn geaardheid. Met zijn verklaring dat zijn gevoel voor mannen onbeschrijflijk is, de vibe goed is en het zo comfortabel is, blijft eiser erg algemeen en geeft hij onvoldoende inzicht in zijn gevoelens voor mannen. Verweerder heeft eiser niet ten onrechte tegengeworpen dat hij ook zijn relatie met [naam 2] onvoldoende persoonlijk heeft gemaakt en over [naam 2] ’s karakter oppervlakkig heeft verklaard. Hoewel eiser terecht stelt dat verweerder hem hierover tijdens het gehoor nadere vragen had kunnen stellen, mag van eiser uit zichzelf ook meer gedetailleerde verklaringen over zijn vriend verwacht worden, gelet op het feit dat de relatie drie jaar heeft geduurd en dit de enige relatie is die eiser met een man heeft gehad. Tot slot heeft verweerder in de beoordeling kunnen betrekken dat eiser weinig kennis heeft over de LHBTI-gemeenschap in Nederland. Verweerder heeft het opvallend kunnen vinden dat eiser, die al vier jaar in Nederland woont, niet bekend is met de afkorting LHBTI en geen LHBTI-bijeenkomsten in Nederland heeft bezocht. Eiser voert aan dat zijn contacten hem niet meegenomen hebben naar dergelijke bijeenkomsten [4] , dat hij ondergedoken zat en erg ziek is geweest. Dit kan het geval zijn geweest, maar deze omstandigheden doen er niet aan af dat eiser heeft verklaard dat hij wel de behoefte heeft om contact te zoeken met anderen uit de LHBTI-gemeenschap in Nederland. Gelet hierop heeft verweerder meer van eiser op dit punt mogen verwachten.
4.1.
De rechtbank volgt eiser niet in zijn beroepsgrond dat verweerder geen integrale geloofwaardigheidsbeoordeling heeft gemaakt. Verweerder heeft eiser vragen gesteld over de thema’s uit de Werkinstructie 2019/17 en de gegeven verklaringen van eiser in onderlinge samenhang bekeken en beoordeeld. Daarbij heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat eiser op punten onvoldoende uitvoerig en persoonlijk heeft verklaard en deze punten in de besluitvorming kunnen opnemen. Dat eiser vindt dat hij op deze punten, zoals zijn relatie met [naam 2] , de ontdekking van zijn biseksuele geaardheid en het taboe op homoseksuele relaties, wel uitgebreid en consistent heeft verklaard, maakt nog niet dat verweerder geen deugdelijke beoordeling heeft verricht.
Ondervonden problemen vanwege de biseksuele geaardheid
5. De rechtbank overweegt dat verweerder de problemen als zelfstandig relevant element heeft beoordeeld. Verweerder heeft de verklaringen van eiser over zijn problemen op zichzelf beoordeeld en eiser niet tegengeworpen dat de problemen ongeloofwaardig zijn alleen al omdat zijn geaardheid niet geloofd wordt. Verder heeft eiser zelf tijdens zijn nader gehoor verklaard dat zijn seksuele geaardheid de aanleiding was van zijn problemen in Nigeria. [5] De rechtbank volgt dan ook niet dat de gestelde problemen van eiser geheel los gezien moeten worden van zijn gestelde geaardheid.
5.1.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de problemen van eiser in Nigeria niet ten onrechte ongeloofwaardig gevonden. Zo heeft verweerder eiser allereerst kunnen tegenwerpen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over de ontvoering, namelijk over de dag waarop de vader van [naam 3] hem vertelde dat hij voor hem moest komen werken. Enerzijds heeft eiser verklaard dat de vader op de eerste dag van zijn gevangenschap langskwam. Anderzijds heeft eiser verklaard dat hij pas op de derde dag kwam. Deze tegenstrijdigheid is niet gecorrigeerd. Verder heeft verweerder in redelijkheid van eiser mogen verwachten dat hij meer had kunnen vertellen over de persoon van de vader van [naam 3] , nu de vader zo’n prominente rol heeft gespeeld in de problemen die hij stelt te hebben ondervonden en de vader een hele populaire man binnen eisers gemeenschap was. Verweerder heeft eiser kunnen tegenwerpen dat hij de voornaam van de vader van [naam 3] en zijn functie binnen de politieke partij PDP niet weet. Tot slot heeft verweerder niet ten onrechte onaannemelijk gevonden dat eiser geïnitieerd is bij de Noorsmannen. Daarbij heeft verweerder van belang kunnen vinden dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat het logo dat hij op zijn been heeft het logo van de Noorsmannen is. Het logo wijkt immers af van het logo dat volgens eiser op het internet te vinden is. Eiser heeft ook niet aannemelijk gemaakt dat de Noorsmannen een ander logo gebruiken voor het brandmerken van hun leden.
Conclusie
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van
mr. J.C. de Grauw, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.Als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder f, van de Vw 2000.
3.In de zin van het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 1951 (Trb. 1954, 88), zoals gewijzigd bij Protocol van New York van 1967 (Trb. 1967, 76).
4.Eiser overlegt hiertoe in beroep een verklaring van zijn vriend Collins.
5.Verslag van het nader gehoor, pagina 7.