Uitspraak
1.[eiser] ,
2.
[bedrijf van de eiser],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 15 februari 2023 met 8 producties;
Rechtbank Den Haag
In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag, vordert eiser, een makelaar, schadevergoeding van gedaagde, een notaris, wegens onrechtmatige uitlatingen die gedaagde heeft gedaan over eiser aan een derde partij. De zaak betreft een incident dat zich voordeed in 2017, waarbij gedaagde tijdens een akte van levering onjuiste informatie over eiser heeft verstrekt. Eiser stelt dat deze uitlatingen schadelijk zijn voor zijn reputatie en heeft daarom een tuchtrechtelijke procedure tegen gedaagde aangespannen, die uiteindelijk gedeeltelijk gegrond werd verklaard door het Gerechtshof Amsterdam. Eiser vordert nu materiële en immateriële schadevergoeding, maar gedaagde beroept zich op verjaring van de vorderingen.
De kantonrechter behandelt eerst het verjaringsverweer van gedaagde. Volgens de rechter is eiser al in 2017 op de hoogte geweest van de schade en de aansprakelijke persoon, waardoor de verjaringstermijn van vijf jaar is verstreken. Eiser heeft betoogd dat de schade pas later bekend werd, maar de rechter oordeelt dat de verjaringstermijn niet afhankelijk is van de exacte omvang van de schade. De vorderingen van eiser worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde. De rechter concludeert dat de kosten van de tuchtrechtelijke procedure niet kunnen worden aangemerkt als redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade, en dat eiser niet heeft aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen op de regel dat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.