ECLI:NL:RBDHA:2023:5640
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering behandeling aanvraag Nederlands paspoort voor minderjarige op basis van ontbrekende gelegaliseerde huwelijksakte
In deze zaak heeft eiser, een inwoner van het Verenigd Koninkrijk, een aanvraag ingediend voor een Nederlands paspoort voor zijn minderjarige zoon. De aanvraag werd door de minister van Buitenlandse Zaken geweigerd omdat eiser niet de vereiste correct gelegaliseerde Jemenitische huwelijksakte kon overleggen. De rechtbank heeft op 26 april 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiser ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige geboren is in Egypte en dat eiser de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen door naturalisatie. De moeder van de minderjarige heeft de Jemenitische nationaliteit en heeft nooit de Nederlandse nationaliteit gehad. Eiser heeft een Jemenitische huwelijksakte overgelegd, maar deze was niet correct gelegaliseerd. De rechtbank oordeelde dat de huwelijksakte niet voldeed aan de eisen die gesteld worden aan de legalisatie van documenten in Nederland.
Eiser heeft aangevoerd dat hij en de moeder van de minderjarige op een traditionele manier zijn gehuwd in Egypte, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd van dit huwelijk. De rechtbank benadrukte dat voor erkenning van een huwelijk in Nederland, een correct gelegaliseerde huwelijksakte vereist is. Aangezien eiser niet de gevraagde documenten heeft overgelegd, heeft de minister terecht besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Raad van State.