ECLI:NL:RBDHA:2023:5637
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening omgevingsvergunning dakopbouw
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 april 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen dat door verzoekers is ingediend tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor de realisatie van een dakopbouw. De vergunning is verleend aan een derde partij, [derde-partij] B.V., voor het aanbrengen van een extra bouwlaag op een bestaande woning. Verzoekers, die eigenaar zijn van de naastgelegen bovenwoning, hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij vrezen voor negatieve gevolgen zoals schaduwwerking, parkeeroverlast en waardevermindering van hun woning.
De voorzieningenrechter heeft de zaak op 6 april 2023 behandeld en geconcludeerd dat er voldoende spoedeisend belang is om het verzoek inhoudelijk te beoordelen. De rechter heeft vastgesteld dat de omgevingsvergunning in overeenstemming is met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en dat er geen strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van verzoekers over schaduwwerking en parkeeroverlast niet overtuigend geacht, en heeft opgemerkt dat de bezwaarfase door verweerder kan worden benut om de motivering van het besluit te verduidelijken.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er geen reden is om het bestreden besluit te schorsen en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Dit betekent dat de omgevingsvergunning blijft gelden en de dakopbouw kan worden gerealiseerd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze beslissing.