ECLI:NL:RBDHA:2023:5620
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan geldige ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiseres, geboren op een onbekende datum en van Afghaanse nationaliteit, op 29 december 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Op 28 februari 2022 is er een claim gelegd bij de Italiaanse autoriteiten op basis van de Dublinverordening. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 2 november 2022 meegedeeld dat eiseres niet tijdig aan Italië is overgedragen en dat zij daarom is toegelaten tot de nationale procedure. Eiseres heeft op 18 januari 2023 de Staatssecretaris in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag en heeft op 6 februari 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Awb. Eiseres heeft op 25 november 2022 een nieuwe asielaanvraag ingediend, maar de rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van 18 januari 2023 niet geldig was, omdat de Staatssecretaris op dat moment nog niet in gebreke was. Hierdoor is het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard.
De rechtbank heeft beslist dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.