ECLI:NL:RBDHA:2023:5595

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
C/09/645761 / JE RK 23-717
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een spoedvoorziening voor een minderjarige

Op 12 april 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. Het verzoekschrift was ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, en betrof de situatie van [minderjarige01], geboren in 2007 in Syrië. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader van [minderjarige01] belast is met het ouderlijk gezag, maar dat [minderjarige01] momenteel verblijft op een crisisplek van een jeugdhulpaanbieder.

De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de urgentie van de situatie geoordeeld dat het noodzakelijk is om [minderjarige01] voorlopig onder toezicht te stellen. Dit is gedaan om de veiligheid van het kind te waarborgen, aangezien er zorgen zijn over de fysieke en emotionele veiligheid van [minderjarige01]. De vader heeft op 5 april 2023 de toegang tot het huis ontzegd, en hij heeft niet meegewerkt aan het vinden van een passende plek voor [minderjarige01].

In de beschikking is bepaald dat [minderjarige01] van 12 april 2023 tot 26 april 2023 voorlopig onder toezicht wordt gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland. Tevens is er een machtiging verleend om [minderjarige01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De kinderrechter heeft de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot de zitting van 25 april 2023, waar de betrokken partijen zullen worden opgeroepen voor een kindgesprek. De beschikking is gegeven door mr. J.J. Peters, kinderrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/645761 / JE RK 23-717
Datum uitspraak: 12 april 2023

Beschikking van de kinderrechter

Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing; spoedvoorziening

in de zaak naar aanleiding van het op 12 april 2023 ingekomen verzoekschrift van:

de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden,

hierna te noemen: de Raad,
betreffende:
-
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2007 te [geboorteplaats01] , Syrië,
hierna te noemen: [minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man01] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats01] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlage(n).

Feiten

- Voor zover de kinderrechter dat uit de beschikbare stukken kan afleiden, is de vader belast met het ouderlijk gezag.
- [minderjarige01] verblijft feitelijk op een crisisplek van het [verblijfplaats] .

Verzoek

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [minderjarige01] , met toepassing van artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek en tot het verlenen van een machtiging om [minderjarige01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Het verzoek strekt ook tot toepassing van het bepaalde in artikel 800, derde lid, en artikel 809, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Beoordeling

Op grond van de informatie, zoals gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen, komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is [minderjarige01] , hangend een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen. Ook is de kinderrechter van oordeel dat [minderjarige01] in het belang van de verzorging en opvoeding uit huis dient te worden geplaatst.
Het verhoor van de verzoeker en de overige belanghebbende kan niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige01] . De reden daarvoor is dat de vader op 5 april jl. [minderjarige01] de toegang tot het huis heeft ontzegd. [minderjarige01] verblijft nu op een crisisplek van het JKL en de vader wil niet meer meewerken aan het organiseren van een passende plek voor [minderjarige01] . De vader kampt met persoonlijke problematiek en heeft zijn handen van [minderjarige01] afgetrokken. Er zijn zorgen over de fysieke en emotionele veiligheid van [minderjarige01] en de verzochte maatregelen zijn nodig om zijn veiligheid te waarborgen. Het verhoor zal op hierna te melden zitting plaatsvinden.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige01] van 12 april 2023 tot 26 april 2023 voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,
machtigt Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, [minderjarige01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling en verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot de zitting van:
25 april 2023, te 14:45 uur;
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
  • de Raad voor de Kinderbescherming;
  • Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
  • de vader;
  • [minderjarige01] , voor het kindgesprek.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Peters, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier en in het openbaar uitgesproken.
Voor zover deze beschikking betrekking heeft op de machtiging tot uithuisplaatsing, kan hoger beroep worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.