Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/645760 / JE RK 23-716
Datum uitspraak: 12 april 2023
Beschikking van de kinderrechter
Spoedmachtiging tot plaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp; spoedvoorziening
in de zaak naar aanleiding van het op 12 april 2023 ingekomen verzoekschrift van:
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:
[minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. M.P. Friperson, te Den Haag.
advocaat: mr. M.P. Friperson, te Den Haag.
Het procesverloop
De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlage(n).
De gedragswetenschapper [naam01] heeft op 12 april 2023 mondeling op basis van het dossier (ongezien) ingestemd met het verzoek van de Raad strekkende tot het verlenen van een gesloten machtiging uithuisplaatsing.
Feiten
- De rechtbank Rotterdam heeft bij beschikking d.d. 29 maart 2012 het ouderlijk gezag van de moeder: [de vrouw01] , beëindigd.
- Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering is belast met de voogdij over [minderjarige01] .
- [minderjarige01] verblijft feitelijk bijeen kamertrainingshuis van Jeugdformaat.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige01] toe te voegen.
Verzoek
Het verzoek strekt tot het verlenen van een spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met toepassing van het bepaalde in artikel 800, derde lid, en artikel 809, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Beoordeling
Op grond van de informatie zoals gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen is het naar het oordeel van de kinderrechter dringend en onverwijld noodzakelijk [minderjarige01] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Er is sprake van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die haar ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren – of een ernstig vermoeden dat daarvan sprake is. Deze problemen maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten instelling noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de zorg die zij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken, zonder dat een machtiging in de zin van in artikel 6.1.2 van de Jeugdwet kan worden afgewacht.
Op basis van de stukken acht de kinderrechter voldoende aannemelijk dat onderzoek door de gedragswetenschapper in de onderhavige situatie feitelijk niet mogelijk was. De kinderrechter acht het evenwel noodzakelijk dat [minderjarige01] bij voorkeur op 13 april 2023 wordt onderzocht door een gedragswetenschapper en de (schriftelijke) verklaring daarvan op 14 april 2023 bij de rechtbank wordt ingediend en indien dat niet mogelijk blijkt, dat [minderjarige01] uiterlijk op 15 april 2023 wordt onderzocht door een gedragswetenschapper en de (schriftelijke) verklaring daarvan uiterlijk op 17 april 2023 bij de rechtbank wordt ingediend.
Het verhoor van de verzoeker en de belanghebbenden kan naar het oordeel van de kinderrechter niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige01] . De reden daarvoor is dat de zorgen ten aanzien van de acute veiligheid van [minderjarige01] zijn toegenomen. [minderjarige01] heeft bij [naam02] steeds meer openheid van zaken gegeven over de relatie met haar vriend. Zij heeft onder andere aangegeven dat zij meerdere malen ernstig door hem is mishandeld waarbij zij onder andere knock-out is geslagen en onder de blauwe plekken zit. De mishandelingen worden steeds dreigender. Dat [minderjarige01] deze uitspraken doet geeft aan dat ze hulp wil, maar het lukt haar niet om deze hulp ook te accepteren en los te komen van haar vriend. Daarbij is er (te) weinig contact met en zicht op [minderjarige01] bij Jeugdformaat, waardoor haar veiligheid daar niet langer kan worden gewaarborgd. Gevreesd wordt ook dat [minderjarige01] helemaal uit het contact zal gaan als zij hoort dat er een gesloten plaatsing is verzocht, met alle zorgen om haar veiligheid van dien.
Het verhoor zal op hierna te melden zitting plaatsvinden.
Daarom zal als volgt worden beslist.
Beslissing
De kinderrechter:
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet van 12 april 2023 tot 26 april 2023 ;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot de zitting van:
25 april 2023 te 12:00 uur;
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
- Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering;
- [minderjarige01] ;
- de advocaat van [minderjarige01] , mr. M.P. Friperson.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.J. Peters, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier en in het openbaar uitgesproken.
Voor zover in deze beschikking eindbeslissingen staan, kan hoger beroep tegen deze beschikking worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.