ECLI:NL:RBDHA:2023:5517

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
18 april 2023
Zaaknummer
NL21.12104
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

Op 18 april 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het bestuursrecht, specifiek het vreemdelingenrecht. De verzoeker, van Oegandese nationaliteit, had op 24 juli 2021 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 22 juli 2021 was genomen. Dit beroep was geregistreerd onder zaaknummer NL21.12103. Gelijktijdig met het beroepschrift had de verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat uitzetting achterwege zou blijven totdat er een beslissing op het beroep zou zijn genomen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de mogelijkheid biedt om een voorlopige voorziening te treffen indien er onverwijlde spoed is, gelet op de betrokken belangen. Echter, aangezien het connexe beroep onder zaaknummer NL21.12103 op 1 maart 2023 ongegrond was verklaard, was er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl en is bekendgemaakt op dezelfde datum. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.12104

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] verzoeker,

geboren op [geboortedatum]
van Oegandese nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. Y.E. Verkouter)
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. C. Verbaas).

Procesverloop

Bij beroepschrift van 24 juli 2021 heeft verzoeker beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het besluit van verweerder van 22 juli 2021. Dit beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL21.12103.
Bij verzoekschrift van 24 juli 2021 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het beroep is beslist.
Bij uitspraak van 1 maart 2023 is het connexe beroep ongegrond verklaard.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Aangezien het beroep met zaaknummer NL21.12103 bij uitspraak van 1 maart 2023 ongegrond is verklaard, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
3. Het verzoek om het treffen van voorlopige voorziening dient om die reden te worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.C.J. Lindeijer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.