ECLI:NL:RBDHA:2023:5486

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 april 2023
Publicatiedatum
18 april 2023
Zaaknummer
C/09/622373 / FA RK 21-8498
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindbeschikking in draagmoederschapszaak met vaststelling van vaderschap en gezag

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 april 2023 een eindbeschikking gedaan in een draagmoederschapszaak. Het vaderschap van de verzoeker, geregistreerd als [verzoeker1], is vastgesteld over de twee minderjarigen, geboren op [geboortedatum1] 2020 in Rusland. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoeker, die in Nederland woont, gerechtigd is om het vaderschap te verzoeken, ondanks dat de kinderen uit een Russische draagmoeder zijn geboren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische vader is aangetoond door een DNA-onderzoek met een zekerheid van meer dan 99,999%. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de draagmoeder geen gezag over de kinderen uitoefent, omdat zij in Rusland niet als moeder wordt erkend en afstand heeft gedaan van haar verantwoordelijkheden. De rechtbank heeft besloten dat het gezag over de kinderen aan verzoeker zal toekomen, waarmee de tijdelijke voogdij eindigt. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en kan worden geregistreerd in de Basisregistratie Personen (BRP).

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 21-8498
Zaaknummer: C/09/622373
Datum beschikking: 5 april 2023

Gerechtelijke vaststelling vaderschap en gezag

Beschikkingop het op 1 september 2021 bij de rechtbank Amsterdam ingekomen verzoekschrift van:

[verzoeker1] ,

in de Basisregistratie Personen (BRP) geregistreerd als [verzoeker1] ,
verzoeker,
wonende te [woonplaats1] ,
advocaat mr. R.J. Neijenhof te Amsterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats1] ,

zetelend te [plaats1] ,
hierna te noemen: de ambtenaar,

Procedure

Bij beschikking van 6 december 2022 is het verzoek om de beslissing van de rechtbank van [plaats] van [datum 1] 2021 te erkennen afgewezen en heeft de rechtbank een bijzondere curator benoemd over:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum1] 2020 te [geboorteplaats1] , Rusland ( [voornaam minderjarige 1] ), in de BRP geregistreerd als [minderjarige 1] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum1] 2020 te [geboorteplaats1] , Rusland ( [voornaam minderjarige 2] ), in de BRP geregistreerd als [minderjarige 2] ;
hierna samen te noemen: de kinderen.
Elke verdere beslissing op de nog voorliggende verzoeken is aangehouden.
De rechtbank heeft wederom kennis genomen van de stukken, waaronder thans ook:
  • het verslag van de bijzondere curator van 2 februari 2023;
  • het F9-formulier van 15 februari 2023 van de zijde van verzoeker;
  • de brief van de ambtenaar van 21 februari 2023.

Verzoeken

Van verzoeker liggen de volgende verzoeken nog voor:
  • het vaderschap van verzoeker over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] gerechtelijk vast te stellen,
  • verzoeker te belasten met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] ;
een en ander bij beschikking, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad.
De bijzondere curator heeft voorwaardelijk, in het geval de rechtbank verzoeker niet zou ontvangen in zijn verzoek tot vaststelling van zijn vaderschap over de kinderen, verzocht om het vaderschap van verzoeker over de kinderen vast te stellen.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Vaststelling van het vaderschap naar Russisch recht
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Omdat verzoeker in Nederland woont, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe ten aanzien van zijn verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van verzoeker over de kinderen.
De kinderen zijn geboren uit een Russische draagmoeder. Verzoeker heeft enkel de Russische nationaliteit. Ingevolge artikel 10:97 van het Burgerlijk Wetboek (BW) past de rechtbank daarom Russisch recht toe op het verzoek, zijnde het recht van de Russische Federatie. Om die reden zal de rechtbank in het hierna volgende niet spreken over vaststelling van het ouderschap van verzoeker, maar van vaststelling van het vaderschap.
Wettelijk kader
Naar Russisch recht geldt het volgende. Het vaderschap van een kind wordt op verzoek van een van de ouders, de voogd van het kind, de persoon die in het levensonderhoud van het kind voorziet of het kind zelf, als het meerderjarig is, bepaald door de rechtbank als:
  • de ouders van het kind niet met elkaar gehuwd zijn; en
  • door de ouders of de vader geen verklaring is afgelegd.
Bij de behandeling van een vordering tot vaststelling van vaderschap neemt de rechtbank op grond van artikel 49 Familiewet alle betrouwbare bewijzen in acht die de afstamming van het kind bevestigen. Een verzoek van een man die bij de registratie wist dat hij niet de biologische vader van het kind was, wordt op grond van artikel 52 lid 2 Familiewet niet behandeld.
Inhoudelijke beoordeling
Bij beschikking van deze rechtbank van 31 augustus 2022 is verzoeker tot voogd over de kinderen benoemd. In die hoedanigheid is verzoeker gerechtigd om een verzoek tot vaststelling van zijn vaderschap te doen en kan hij worden ontvangen in zijn verzoek.
Op basis van het overgelegde rapport van DNA-onderzoek van [datum 2] 2022 blijkt dat met meer dan 99,999% zekerheid is aangetoond dat de man de biologische vader is van de kinderen. Verzoeker weet op basis hiervan dat hij de biologische vader van de kinderen is. Zijn verzoek kan daarom worden behandeld.
Verzoeker is niet gehuwd met de draagmoeder. Niet is gesteld of gebleken dat er door de ouders of de vader een verklaring is afgelegd. Dit maakt dat het verzoek van verzoeker, tot vaststelling van het gerechtelijke vaderschap van hem op grond van het bepaalde in de Familiewet, kan worden toegewezen. De rechtbank acht toewijzing van het verzoek ook in het belang van de kinderen, omdat hiermee een deel van hun afstamming in rechte komt vast te staan. Dat maakt dat de rechtbank het verzoek zal toewijzen en daarmee niet meer toekomt aan het voorwaardelijke verzoek van de bijzondere curator.
Registratie van het vaderschap van verzoeker
Van de kinderen is geen geboorteakte ingeschreven in Nederland. De gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van verzoeker kan daarom niet op de geboorteakten van de kinderen worden aangetekend.
Het enkele feit dat de geboorteakten van de kinderen niet in de registers van de burgerlijke stand opgenomen kunnen worden en dat er geen Nederlandse geboorteakte van hen kan worden opgemaakt, brengt niet per definitie mee dat de in deze beschikking gevestigde familierechtelijke betrekking niet in Nederland geregistreerd kan worden. Deze Nederlandse uitspraak levert namelijk een brondocument op voor de registratie van de familierechtelijke betrekking in de BRP. Verzoeker kan door inschrijving van deze beschikking als de juridische ouder van de kinderen in de BRP worden geregistreerd.
Gezag
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Omdat de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek tot wijziging van de voogdij in gezag over de kinderen.
Huidige gezagssituatie
Na de geboorte van de kinderen heeft de draagmoeder ermee ingestemd dat verzoeker als enige ouder van de kinderen op de geboorteakte van de kinderen komt te staan en heeft zij afstand gedaan van alle verantwoordelijkheid voor de kinderen en deze verantwoordelijkheid aan verzoeker gegeven. Dit blijkt uit de door de notaris opgemaakte aktes onder nummers [nummer 1] en [nummer 2] , beide door de draagmoeder ondertekend op [datum 3] 2020.
Volgens de beschikking van [datum 1] 2021 van de rechtbank van het distrikt [plaats] van de stad [plaats] , Rusland , hebben de kinderen alleen een vader, te weten verzoeker. Op basis van die Russische uitspraak zijn er geen moedergegevens op de Russische geboorteakten van de kinderen opgenomen.
Hoewel de Nederlandse rechtbank voormelde Russische uitspraak niet erkent, staat wel vast dat naar Russisch recht de draagmoeder geen gezag over de kinderen uitoefent, omdat zij in Rusland niet als de moeder van de kinderen wordt erkend. Eveneens staat vast dat de kinderen feitelijk vanaf de geboorte bij verzoeker verblijven en dat hij de kinderen verzorgt en opvoedt. Zelfs al zou de draagmoeder gezagsouder zijn, dan oefent zij haar gezag feitelijk dus niet uit en verkeert zij door het feit dat de kinderen in Nederland wonen ook in de onmogelijkheid om het gezag uit te oefenen als bedoeld in artikel 1:253r BW en is zij van rechtswege in haar gezag geschorst. Vanaf het moment dat verzoeker met de kinderen in Nederland verbleef, was er dan ook sprake van een gezagsvacuüm. Naar Nederlands recht werd het gezag over de kinderen, vanaf het moment dat zij in Nederland verbleven, niet uitgeoefend tot het moment dat verzoeker bij beschikking van deze rechtbank van
[datum uitspraak] 2022 als voogd werd benoemd.
Draagmoeder belanghebbende?
De rechtbank merkt de draagmoeder niet als belanghebbende aan bij dit verzoek, nu zij onomstotelijk bij de notaris in Rusland op [datum 3] 2020 heeft aangegeven dat zij afstand doet van alle verantwoordelijkheid voor de kinderen en deze verantwoordelijkheid aan verzoeker geeft.
Wettelijk kader
Op grond van artikel 1:253c lid 1 BW kan de tot het gezag bevoegde vader van de kinderen, die nimmer het gezag gezamenlijk met de moeder heeft uitgeoefend, de rechter verzoeken de ouders met het gezamenlijk gezag dan wel hem alleen met het gezag over de kinderen te belasten. In lid 4 wordt daarnaast het volgende bepaald: Wanneer niet in het gezag is voorzien of wanneer een voogd het gezag uitoefent, wordt het verzoek om de tot het gezag bevoegde ouder, bedoeld in het eerste lid, alleen met het gezag te belasten slechts afgewezen, indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd.
Inhoudelijke beoordeling
Niet in geschil is dat verzoeker in Nederland het gezag nimmer met de (draag)moeder van de kinderen heeft uitgeoefend. Door de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van verzoeker over de kinderen in deze beschikking wordt hij in juridische zin de vader van de kinderen. Dat maakt dat verzoeker bevoegd is zijn verzoek ten aanzien van het gezag te doen. Op dit moment wordt het gezag over de kinderen uitgeoefend door een voogd, te weten verzoeker. De rechtbank acht het in het belang van de kinderen dat verzoeker, die op grond van deze beschikking aangeduid wordt als de juridische vader van de kinderen, ook de gezagsouder van de kinderen zal zijn en dat de als tijdelijk bedoelde maatregel van voogdij tot een einde komt. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen vrees dat bij inwilliging van het verzoek de belangen van de kinderen zullen worden verwaarloosd, aangezien verzoeker dezelfde persoon is die eerst als voogd over de kinderen is aangemerkt. Verzoeker heeft de kinderen vanaf hun geboorte onder zijn hoede en draagt vanaf dat moment de zorg voor hun opvoeding en verzorging. Dit maakt dat het verzoek, om verzoeker te belasten met het gezag over de kinderen, als op de wet gegrond en in het belang van de kinderen zal worden toegewezen.
Op de voet van artikel 1:281 lid 1 onder b BW eindigt de voogdij op de dag dat de beschikking waarin het gezag over de kinderen aan hun ouder is opgedragen onherroepelijk is. De aard van de beslissing van wijziging van de voogdij in het gezag verzet zich daarom tegen uitvoerbaarverklaring bij voorraad, zodat dit onderdeel van het verzoek zal worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
*
stelt vast het vaderschap van:
[verzoeker1] ,
in de BRP geregistreerd als [verzoeker1] ,
geboren op [geboortedatum2] 1980 te [woonplaats2] , Sovjet-Unie,
over:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum1] 2020 te [geboorteplaats1] , Rusland , in de BRP geregistreerd als [minderjarige 1] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum1] 2020 te [geboorteplaats1] , Rusland , in de BRP geregistreerd als [minderjarige 2] ;
*
bepaalt dat vanaf het moment dat deze beschikking onherroepelijk is, de voogdij over de kinderen eindigt en aan verzoeker het gezag zal toekomen over [naam1] en [naam7] ;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. W.G. de Boer, J.C. Sluymer en C.S.F. de Nijs, kinderrechters, bijgestaan door mr. I.M. Talstra - Touwen als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 april 2023.