ECLI:NL:RBDHA:2023:544
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor parkeerplaatsen op schoolterrein in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting [eiseres] en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De zaak betreft de weigering van het college om een omgevingsvergunning te verlenen voor het aanleggen van parkeerplaatsen op het binnenterrein van een schoolgebouw aan de Hendrik van Deventerstraat 43 te Den Haag. Het college had op 11 september 2020 besloten om de vergunning te weigeren, en dit besluit werd op 19 maart 2021 in het bestreden besluit bevestigd na het ongegrond verklaren van het bezwaar van eiseres.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende gemotiveerd had waarom het afwijken van het bestemmingsplan niet zou leiden tot een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank stelde vast dat het college twee redenen had gegeven voor de weigering: dat het bestemmingsplan het gebruik van het binnenterrein voor parkeren niet toestaat en dat de school voldoende bereikbaar is per openbaar vervoer. De rechtbank oordeelde echter dat deze redenen niet voldoende waren om de gevraagde vergunning te weigeren.
De rechtbank benadrukte dat het college de keuze heeft om van het bestemmingsplan af te wijken, maar dat deze keuze deugdelijk gemotiveerd moet zijn. De rechtbank concludeerde dat het college niet had aangetoond dat de aanleg van parkeerplaatsen in strijd zou zijn met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank droeg het college op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres en bepaalde dat het college het griffierecht van € 360,- aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.