Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Europe’s Black Sites - Lighthouse Reports.
December 8, 2022 02:00 – Close to the village Pivare and the river Sava, Croatia - BVMN (borderviolence.eu).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. A. Bondarev, had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep behandeld op 21 maart 2023, waarbij eiser niet aanwezig was. De rechtbank heeft overwogen dat de Staatssecretaris op basis van artikel 30 van de Vreemdelingenwet 2000 de aanvraag niet in behandeling heeft genomen, omdat Nederland een verzoek om terugname aan Kroatië had gedaan en dit verzoek was aanvaard. De rechtbank heeft ook gekeken naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die vereisten dat er onderzoek moest worden gedaan naar de situatie van Dublinclaimanten in Kroatië, met name of er risico's zijn op onmenselijke of vernederende behandeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris voldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie in Kroatië en dat de informatie van de Kroatische autoriteiten voldoende was om te concluderen dat Dublinoverdrachten naar Kroatië weer konden plaatsvinden. Eiser voerde aan dat de informatie van de Kroatische autoriteiten niet betrouwbaar was en verwees naar verschillende rapporten die een ander beeld schetsten. De rechtbank oordeelde echter dat deze rapporten niet voldoende bewijs leverden dat er risico's waren voor Dublinclaimanten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 maart 2023 en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.