ECLI:NL:RBDHA:2023:5390

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 februari 2023
Publicatiedatum
17 april 2023
Zaaknummer
C/09/607849 / HA ZA 21-196
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor gebreken aan onroerende zaak en gevolgen van tekortkoming in koopovereenkomst

In deze zaak vorderden eisers schadevergoeding van gedaagde, die hen een woning had verkocht met gebreken aan de elektrische installatie en de badkamers. De rechtbank oordeelde dat de gebreken aan de elektrische installatie aan normaal gebruik in de weg stonden, waardoor gedaagde aansprakelijk was voor de herstelkosten. De rechtbank concludeerde dat de elektrische installatie niet voldeed aan de geldende normen en dat er sprake was van een onveilige situatie. De vordering van eisers tot schadevergoeding werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de herstelkosten op € 20.000 schatte. Daarnaast werd een bedrag van € 1.600 toegewezen voor de vervanging van een beschadigde vloer en € 1.041 voor buitengerechtelijke incassokosten. De overige vorderingen, waaronder die voor teveel betaalde overdrachtsbelasting, werden afgewezen. In de vrijwaringszaak werd gedaagde in vrijwaring veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 21.041 aan gedaagde, tev. eiseres in vrijwaring, als gevolg van de aansprakelijkheid voor de gebreken aan de woning.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
Vonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 15 februari 2023
in de (hoofd)zaak met zaaknummer / rolnummer: C/09/607849 / HA ZA 21-196 van

1.[eiser 1] te [plaats 1] ,

2.
[eiser 2]te [plaats 1] ,
eisers in conventie,
verweerders in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. M.A. van Kleef te Voorburg,
tegen
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw]te [plaats 1] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
advocaat mr. A.G.A. van Rappard te Den Haag,
en in de (vrijwarings)zaak met zaaknummer / rolnummer C/09/618682 / HA ZA 21-878 van
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw]te [plaats 1] ,
eiseres,
advocaat mr. A.G.A. van Rappard te Den Haag,
tegen
[gedaagde in vrijw.]te [plaats 2] ,
gedaagde,
advocaat mr. A. Vreugdenhil te Naaldwijk.
Partijen worden hierna [eisers] (eisers gezamenlijk in enkelvoud), [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] en [gedaagde in vrijw.] genoemd.

1.De procedure in de hoofdzaak

1.1.
Het (verdere) verloop van de procedure in de hoofdzaak blijkt uit:
  • het vonnis in het incident van 25 augustus 2021;
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in voorwaardelijke reconventie, met producties 1 t/m 5;
  • het B8-formulier van 1 december 2021 van [eisers] , met productie 48;
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 38 t/m 47;
  • het tussenvonnis van 20 juli 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen.
1.2.
De mondelinge behandeling is gehouden op 13 december 2022. Daarbij heeft mr. Van Rappard spreekaantekeningen overgelegd. De griffier heeft aantekening gehouden van het verhandelde ter zitting.
1.3.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

2.De procedure in de vrijwaringszaak

2.1.
Het verloop van de procedure in vrijwaring blijkt uit:
  • de dagvaarding van 28 september 2021, met producties 1 t/m 14;
  • de conclusie van antwoord;
  • het tussenvonnis van 20 juli 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
2.2.
De mondelinge behandeling is, tegelijk met de mondelinge behandeling in de hoofdzaak, gehouden op 13 december 2022. De griffier heeft aantekening gehouden van het verhandelde ter zitting.
2.3.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] heeft op 16 september 2013 van [gedaagde in vrijw.] een woning aan de [adres 1] te ([postcode]) [plaats 1] gekocht (hierna: de woning). Het bouwjaar van de woning is 1949. In de vragenlijst bij de koopovereenkomst heeft [gedaagde in vrijw.] destijds op de vragen
‘Is de elektrische installatie vernieuwd? Zo ja, wanneer?’ geantwoord: ‘
Ja, 3 jaar geleden’. In de koopovereenkomst tussen [gedaagde in vrijw.] en [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
Artikel 5 Staat van de onroerende zaak, gebruik
5.1.
De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevindt met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken, heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten, en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan. (…)
5.3.
De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: woonruimte.
Indien de feitelijke levering eerder plaatsvindt, zal de onroerende zaak op dat moment de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn.
Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst. (…)”
3.2.
[eisers] en [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] zijn bekenden van elkaar. Op 29 oktober 2017 heeft [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] de woning verkocht aan [eisers] . In de vragenlijst bij de koopovereenkomst tussen [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] en [eisers] heeft [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] op de vragen ‘
Is de elektrische installatie vernieuwd? Zo ja, wanneer en welke onderdelen?’ geantwoord: ‘
ja. Het vermoeden is dat bij de grote renovatie in 2005 de gehele elektrische installatie is vervangen.’
3.3.
In de koopovereenkomst tussen [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] en [eisers] is onder meer het volgende bepaald:
“(…)
artikel 6 Staat van de onroerende zaak. Gebruik
6.1.
De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevindt met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken, heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten, en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan. (…)
6.3.
De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als:
woonhuis
Indien de feitelijke levering eerder plaatsvindt, zal de onroerende zaak op dat moment de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn.
Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper bekend zijn of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst. (…)”
3.4.
In de koopovereenkomst tussen [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] en [eisers] is een ontbindende voorwaarde opgenomen op grond waarvan [eisers] de koopovereenkomst tot en met 1 december 2017 kon ontbinden indien de noodzakelijk te maken kosten voor de woning op korte termijn naar schatting meer dan € 25.000 zouden bedragen.
3.5.
In opdracht van [eisers] heeft HK Inspectie op 17 november 2017 een bouwkundige keuring uitgevoerd in de woning. Ten aanzien van de elektrische installatie heeft HK Inspectie in de rapportage opgenomen: “
4 Groepen exclusief aardlekschakelaar, plaatsen van een extra aardlekschakelaar is hier van toepassing. (…) Betreft hier om een bestaande installatie Bedrading voldoet aan de toegestane kleurcodering.”In het bouwkundig rapport heeft HK Inspectie de direct noodzakelijke kosten aan de woning geraamd op € 9.840,-. [eisers] heeft geen beroep gedaan op de ontbindende voorwaarde.
3.6.
Na het sluiten van de koopovereenkomst, maar vóór de levering van de woning aan [eisers] , is in het gastenverblijf van de woning een waterleiding gesprongen waardoor de vloer van de bijkamer (hierna: de vloer) is beschadigd. Op 22 februari 2018 heeft de partner van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] , [naam 1] (hierna: [naam 1]), aan [eisers] hierover het volgende geschreven:
“(…)Wij zijn skien maar we kunnen de sleutel weer achterlaten. Kunnen jullie gelijk zien wat voor drama wij hebben gehad. De waterleiding van de boiler van het gastenverblijf was gesproken door de vrieskou waardoor er water over de vloer is gestroomd in de bijkamer. Hier staan nu alle planken krom en moeten vervangen worden. Dit is gelukkig verzekeringswerk. In principe wordt dit weer een eikenhouten vloer die wit wordt gekleurd, tenzij jullie al een ander idee hebben want dan zouden we het verzekeringsgeld aan jullie kunnen geven en dan kunnen jullie ermee doen wat jullie willen?! (…)”
3.7.
Op 26 februari 2018 reageerde [eisers] :
“Wat betreft die vloer: laat repareren maar zitten.”
3.8.
Waarop [naam 1] [eisers] antwoordde:
“Mooi van vloer, scheelt weer, ik ga achter verzekering aan!”
3.9.
[naam 1] heeft op 7 maart 2018 nog het volgende geschreven aan [eisers] :
“(…) Ik probeer nog met die vloer wat geld te kunnen lostrekken van de verzekering! (…)”
3.10.
De woning is op 8 maart 2018 aan [eisers] geleverd.
3.11.
[eisers] heeft de vloer laten vervangen door een eiken visgraatvloer.
3.12.
Begin april 2018 heeft [eisers] een elektricien, [naam 2] (hierna: [naam 2]), ingeschakeld om de spotjes in de hal en woonkamer te vervangen. Nadat [naam 2] op 5 april 2018 aan [eisers] mededeelde dat er sprake was van een onveilige werksituatie, heeft [eisers] aan T.A.K. Adviesbureau Kuilboer (hierna: Kuilboer) de opdracht gegeven voor een inspectie.
3.13.
Op 12 april 2018 heeft Kuilboer de elektrische installatie van de woning geïnspecteerd. Bij de inspectie heeft Kuilboer de elektrische installatie getoetst aan de norm NEN 1010. In het inspectierapport van 18 april 2018 staat onder meer:
“De installaties zijn NIET akkoord bevonden. De hieronder genoemde gebreken dienen te worden hersteld en herkeurd te worden.”
3.14.
In het inspectierapport van Kuilboer staat dat er in totaal 61 gebreken zijn geconstateerd, waarvan 12 zijn gemarkeerd met de code A1, waarbij A staat voor ‘aanrakingsgevaar (direct verhelpen of spanningsloos maken)’ en 1 voor ‘Ontwerp of aanleg’. Deze 12 gebreken hebben betrekking op: 2 defecte aardlekschakelaars, radiatoren en kranen die niet zijn vereffend en halogeenspotjes die niet waterdicht zijn. De overige 59 gebreken zijn gemarkeerd met de code C2, waarbij C staat voor ‘bedrijfszekerheid (verhelpen binnen één maand)’ en 2 voor ‘onderhoud of aanpassingen tijdens gebruiksfase’. Deze gebreken bestaan uit: verkeerde aansluitingen, losse draden afmonteren, kroonsteentjes en oude leidingen verwijderen, centraaldoos sluiten, slechte ventilatie voor halogeenspotjes en aansluiting van de halogeenspotjes.
3.15.
[naam 2] heeft de volgende verklaring op schrift gesteld:
“Door middel van deze brief wil ik graag verklaren het status van oude [elektra] installatie bij u thuis bij [adres 1] in [plaats 1] .
Ik ben gebeld door de heer [naam 3] om een aantal spotjes te vervangen. [naam 3] is schilder hij was aan het schilderen in deze huis. mijn planning was dat ik eerst dag komt om spotjes uit te halen en later als schilder werk klaar is dan zou ik nieuwe spotjes plaatsen. Op eerste dag heb ik ook een keer voeding kabel van het spot getrokken om te weten waar het vandaan komt maar ik kon [nergens] vindenwaar het spot gevoed word. (bij normale [elektra] installatie is het altijd een kabel die uit het centrale punt komt.) [Volgende] dag toen ging ik door met spotjes uit halen dan heb ik minimaal op drie plekken brand vlekken tegen gekomen het spot [was] precies onder de [elektra] leiding geplaats[t] en het spot was ook nog halogeen [daardoor] het [elektra] leidingen gesmolten.
Dan heb ik toen [naam 3] bij gehaald om [situatie] te vertellen dan zijn we samen in het plafond centrale dozen gaan zoeken we konden niks vinden. ik zag toen in het plafond een vlek waar ik dag dat het centrale [doos] weg gewerkt was. toen heb ik [die] vlek uitgehakt maar ik kwam een lege centrale doos tegen. en daar na ik heb de eigenaar van het huis gebeld (…) om [situatie] te vertellen en ik heb toe gezegd dat ik een deel van plafond moet uit halen om te weten hoe de [elektra] installatie is gelegd.
Toen zag ik achter dat stuk van de plafond alles wat niet mag. alle verdeeldozen waren tussen plafond [geplaatst] en alle leidingen zonder bevestiging getrokken. toen [heb ik tegen [[eiser 1]] gezegd dat ik geen spotjes gaan plaatsen in zo slechte [elektra] installatie. daarna zijn we begonnen om verder te gaan met [installatie] onder te zoeken. ik kwam heel rare dingen tegen niks was ok. Het [elektra] installatie zeker door een amateur aangelegd. Ik heb nadat alles was afgekeur[d] hele installatie uit gehaald en alles [opnieuw] aangelegd volgens nen 1010 normen. [Daardoor] moest ik [overal] uit moeten hakken en alle plafond uit moeten halen. ik [ben] nu erg blij dat heer [eiser 1] een veilige [elektra] installatie heeft. zo dat hij veilig in zijn huis kan wonen. en [installatie] is [goedgekeurd] volgen[s] nen 3140 normen. (…)”
3.16.
In april en mei 2018 heeft WhatsApp-correspondentie plaatsgevonden tussen [eisers] , [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] en [naam 1]:
9 april 2018
“Jeetje [eiser 2].. ik hoor net het vreselijke klote nieuws.. wat een nachtmerrie.. uiteraard wisten wij van niks maar dat neemt niet weg dat ik me behoorlijk schuldig voel (…) moeten gauw even zitten en waar we kunnen help ik mee dan graag mee aan een oplossing!!( [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] )
Hee hoi, dank voor je berichtje, lief! Ja klote he.. bedenk je ook niet… en jullie natuurlijk ook niet, snap ik..! (…)
Ja ben benieuwd donderdag. In ieder geval moest plafond beneden eruit…
Hoop dat boven alles kan blijven zitten. ([eiser 2])
En gaan de electriciens meteen aan de slag?!( [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] )
Ja electriciens gaan aan de slag zodra die keuringsman een rapport heeft gemaakt van wat er gedaan moet worden. Meeste tijd gaat uiteindelijk zitten in droge[n] van stuckwerk. Schijnt lang te duren. Nou komt goed. (…)” ([eiser 2])
10 april 2018
“Ha [naam 1], als je meer weet wat je verzekering straks allemaal nodig hebt wil je dat dan laten weten? Insteek is: rapport keurmeester afwachten en dan door. Hoor graag als dat ok is. Thanks ( [eisers] )
Lijkt mij ook de beste weg. Ik hou je op de hoogte…wel misschien nog goed foto’s maken tot in detail?([naam 1])
Gaat die keurmeester ook doen als het goed is. Thanks ( [eisers] )
Ik lees net een mail van Vvaa, wat ik moet aanleveren is:
*Overeenkomst, factuur, algemene voorwaarden
*Gevoerde correspondentie met de wederpartij over het geschil
*Indien er sprake is van schade: foto’s plus eventueel offerte voor herstel of schadebegroting([naam 1])
Ok check. Ik stuur dan brief en laat offerte aanmaken” ( [eisers] )
12 april 2018 tussen [eisers] , [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] en [naam 1]
“Vanavond komt iemand naar elektra kijken en die maakt een rapport. Afhankelijk daarvan volgt definitief plan…
Onze eigen aannemer heeft voorlopig plan gemaakt. Dan kunnen we er met beetje geluk 18 mei in en is bijna alles klaar. Zou heel fijn zijn!” ([eiser 2])
16 april 2018 tussen [naam 1] en [eisers]
“Zo, brief is gestuurd.
Beetje gek ding qua formulering, maar gebaseerd op standaard brief van VEH (…)” ( [eisers] )
18 april 2018
“Ha [eiser 1], de Vvaa vraagt of er al offerte is voor herstel van schade. Hebben jullie dat al toevallig?([naam 1])
Krijg ik deze week als het goed is, zal zo f[f] checken” ( [eisers] )
1 mei 2018
“[naam 1], nog een vraag voor verzekering: badkamers ligt dus geen betonvloer onder (tegels zijn alleen geplakt – vandaar ook lekkages), tegelwerk etc. moet er uit, sanitair etc verhangen. Wil jij (laten) vragen hoe/wat ze daar voor vergoeden?
Moeten daar dingen voor gaan bestellen asap (…) ( [eisers] )
Zojuist hiervoor de juridische afdeling van de VvAa nogmaals gebeld en zij benadrukken dat er nog geen enkele toezegging gedaan kan worde mbt wat voor vergoeding dan ook. De zaak loopt kreeg ik te horen en ik hoor snel meer.”([naam 1])
4 mei 2018
“Ha jongens, wij hadden een beetje vage brief van vvaa dus vroegen ons af wat (voortgang van) proces nu is. Kunnen we vanavond even bellen oid? ( [eisers] )
Dit is een brief van onze toegewezen jurist, gespecialiseerd in bouw- en aansprakelijkheidszaken. Wij zijn ook in afwachting. Middels deze brief geeft hij aan zijn bevindingen ook direct aan jullie terug te koppelen. Kortom: het ligt dus daar en wij weten net zo weinig als jullie (…)”( [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] )
3.17.
[eisers] heeft in de woning (onder meer) de gehele elektrische installatie en de badkamers laten vernieuwen door aannemer [naam 3] (hierna: [naam 3]). [naam 3] heeft in dit verband het volgende op schrift gesteld:
“(…) wij hebben na aanleiding van de afgekeurde [elektrische installatie] de volgende werkzaamheden [moeten] uitvoeren:
alle bestaande verlaagde gips plafonds moesten verwijderd worden en in alle wanden nieuwe sleuven gefreesd om de [installatie] te vernieuwen
het was niet [mogelijk] om dit te [vermijden] om het correct uit te kunnen voeren nadat de bestaande plafonds verwijderd waren hebben wij ook kunnen constateren dat de badkamer die precies boven de woonkamer zit ernstige lekkages vertoonde.
de vloer van de badkamer was in zijn geheel verkeerd opgebouwd, de tegels waren bijvoorbeeld verlijmd op een spaanplaat vloer enkel de [douchecel] was voorzien van lewis platen, alles er om heen was vochtig en of rot en moest vervangen worden.
vanwege de verkeerde opbouw en lekkages die tot gevolg leiden, heeft er voor gezorgd dat de bestaande badkamer ernstige onderliggende gebreken vertoon[t] door deze lekkages zijn de voorzetwanden en tussenwanden die er waren ook [aangetast] en verzadigd.
dit houd[t] in dat [uiteindelijk] de wanden ook verwijderd en vervangen moesten worden om een goede waterdichte badkamer te [creëren] zoals dat volgens de normen gedaan moeten worden dit was ook zo voor de andere badkamers.
deze werkzaamheden zijn voortgevloeid na aanleiding van de onveilige (afgekeurde [elektra] installatie) de verborgen gebreken van de badkamer hebben wij pas na het verwijderen van de plafonds kunnen constateren
tevens zijn we bij het schilderwerk verschillende problemen tegen gekomen de wanden waren niet voorbehandeld en konden ook niet meteen gesausd worden vanwege het loskomende onderlaag aan alle wanden
het glaswerk van de ramen was bijvoorbeeld afgekit met een siliconen kit wat niet overschilderbaar is en daarom verwijderd moest worden (…)”
3.18.
[eisers] heeft [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] op 11 oktober 2019 aansprakelijk gesteld voor een bedrag van € 260.073 in verband met gebreken aan de woning.
3.19.
Op 12 februari 2021 heeft [eisers] naar aanleiding van daartoe op 11 februari 2021 verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank ten laste van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] conservatoir beslag gelegd op de onroerende zaak aan de [adres 2] te [plaats 1] (hierna: het beslag).
3.20.
Op 26 maart 2021 heeft (de advocaat van) [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] een brief aan [gedaagde in vrijw.] gestuurd met daarin de mededeling dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] door [eisers] is gedagvaard en dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] [gedaagde in vrijw.] in voorkomend geval aansprakelijk zal stellen. [gedaagde in vrijw.] is verder verzocht om informatie over eventuele verbouwingswerkzaamheden in de woning.
3.21.
In een e-mailbericht van 21 april 2021 heeft (de advocaat van) [gedaagde in vrijw.] aan (de advocaat van) [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] de volgende reactie gestuurd:
“(…) Cliënte informeerde mij dat zij de volgende verbouwingswerkzaamheden heeft laten uitvoeren in 2009:
  • Het buitenverblijf (de ‘au-pair ruimte’) is opnieuw geïsoleerd;
  • De spots in de woonkamer, keuken en hal zijn vervangen;
  • Nieuwe kozijnen aangebracht op he terras (1ste etage);
  • Twee dakkapellen gerealiseerd;
  • Een muur geplaatst op de 2e etage, om zo een extra kamer te creëren.
Namens cliënte benadruk ik dat er geen totale renovatie van de woning heeft plaatsgevonden in 2009. Er zijn geen enkele werkzaamheden uitgevoerd aan de badkamer. Evenmin is de elektrische installatie vervangen. Op de laatste pagina van productie 38 van de door u toegezonden dagvaarding is de vraag of de elektrische installatie is vernieuwd beantwoord met ‘ja’. Cliënte heeft daarmee bedoeld de vervanging van de spots (van ronde naar vierkante armatuur) en het uitbreiden van het aantal spots en het aanbrengen van inbouwspeakers op de
bestaande elektra. De elektrische installatie is verder volledig ongemoeid gelaten. (…)”
3.22.
Op 11 juni 2021 heeft mr. ing. E.R.C. van Toorenburg (hierna: Van Toorenburg) in opdracht van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] een deskundigenbericht opgesteld. Van Toorenburg heeft aan de hand van (onder andere) het bouwkundig rapport en het inspectierapport van Kuilboer onder meer onderzocht wat de staat van de elektrische installatie van de woning was ten tijde van de koop, of uit de stukken blijkt dat de gehele installatie gebrekkig was en of er een noodzaak was om de elektrische installatie geheel te vervangen. Van Toorenburg heeft onder meer het volgende geconcludeerd:
“(…) 25 herstelpunten betreffen herstelpunten halogeenspotjes (16 punten) en 9 punten van de 22 herstelpunten in de verblijfsruimten die plafond gerelateerd zijn en ook betrekking hebben op
de halogeen spotjes zoals losse bedrading afmonteren en kroon-steentjes verwijderen, dit zijn terecht geconstateerde gebreken, De halogeen spotjes dienen te worden vervangen door LED-spots waardoor het gebrek van de warmteontwikkeling is weggegenomen, voldoende ruimte rondom het armatuur te worden gemaakt en dient de kabels/aansluitingen van de spots te worden aangepast/hersteld zodat wordt voldaan aan het normvoorschrift NEN1010. (…)
Door de deskundige wordt ervan uitgegaan dat de in 2005 aangebrachte elektra installatie in overeenstemming is met de destijds geldende normen en eisen (de NEN1010:1996+C1). Bij een elektrische installatie uit 2005 (bij de levering in 2018 is de elektra installatie dan 13 jaar oud) dient altijd rekening te worden gehouden met "ouderdom" van de installatie. De deskundige acht de staat van de elektrische installatie op een niveau van een rapportcijfer 6 (van de 10) hetgeen je mag verwachten van een installatie van 13 jaar oud waar geen of nauwelijks onderhoud aan is gepleegd, wat gebruikelijk is. (…)
Uit de 2e foto van productie 17 blijkt dat er kunststof leidingen aanwezig waren voor de verwarming en waterleidingen waardoor het koppelen van de kranen en de radiatoren dus niet gekoppeld diende te worden aan de aarding (zie afbeeldingen hieronder, de witte leidingen zijn de kunststof leidingen) M.b.t. de douchegoot lijkt het op de 11e foto van productie 17 -ondanks dat de foto daar niet geheel 100% uitsluitsel over geeft- dat de douchegoot van kunststof is met een metalen binnenwerk, in dat geval hoeft deze niet te worden geaard (zie afbeelding hieronder). (…)
Voor beantwoording van de vraag of de problemen zich lijken te concentreren rond het plafond waar de spotjes zaten klopt dat, 25 van 61 herstelpunten (41%) uit het rapport van Kuilboer hebben betrekking op de halogeenspotjes. (…)
Uit het onderzoek van de deskundige blijkt dat er geen gebreken zijn m.b.t. het ontbreken
van de potentiaal vereffening in de badkamers bij de kranen, radiatoren en drain, de
elektrische installatie in de badkamers op dat onderdeel voldeed aan het normvoorschrift de
NEN1010. Er zijn dus geen herstel kosten op dit onderdeel. (…)
In de rapportage van Kuilboer wordt geconcludeerd dat de elektrische installatie niet voldoet
aan de voorschriften van de NEN 1010, uit de geconstateerde punten blijkt dat ook, echter
leveren de gebreken niet direct gevaar op omdat de installatie is beveiligd door
aardlekschakelaars. De defecte aardlekschakelaars dienen per direct te worden vervangen maar daarna, alhoewel met gebreken levert de elektrische installatie dan niet direct gevaar op. Omdat uiteraard aan de voorschriften van de NEN 1010 dient te worden voldaan zijn herstelwerkzaamheden aan de elektrische installatie noodzakelijk. (…)
NEE, er was geen noodzaak de elektrische installatie in zijn geheel te vervangen,
herstelwerkzaamheden m.b.t. de geconstateerde gebreken in de rapportage van Kuilboer hadden kunnen volstaan om de installatie weer te laten voldoen aan het normvoorschrift de NEN1010 (…)
De geclaimde elektra werkzaamheden van € 49.900,- incl. BTW komen de deskundige
enorm hoog over t.o.v. de ingeschatte herstelwerkzaamheden van € 7.320,50 incl. BTW.
Inschatting kosten klein herstel aan wanden en schilderwerk:
2 dagen (2 schilders) a € 900,- per dag is € 1.800,- excl. BTW (€ 2.178,- incl. BTW) (…)”

4.Het geschil

in de hoofdzaak
in conventie
4.1.
[eisers] vordert kort gezegd betaling van € 262.409 en € 5.248,18 met rente, primair als schadevergoeding op grond van een toerekenbare tekortkoming van de koopovereenkomst, subsidiair op grond van gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst vanwege tekortkoming van de koopovereenkomst en meer subsidiair op grond van dwaling. Daarnaast vordert [eisers] vergoeding van incassokosten en betaling van € 3.229 als schadevergoeding voor de vloer. Dat is als volgt uitgewerkt:
Primair
Voor recht te verklaren dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] toerekenbaar tekort is geschoten in een juiste nakoming van de koopovereenkomst;
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te veroordelen tot betaling van € 262.409 aan [eisers] , althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te veroordelen tot betaling van € 5.248,18 aan [eisers] (in verband met teveel door [eisers] betaalde overdrachtsbelasting), althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
Subsidiair
Voor recht te verklaren dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] tekort is geschoten in een juiste nakoming van de koopovereenkomst;
De koopovereenkomst gedeeltelijk te ontbinden, in de zin dat de koopprijs met € 262.409 wordt verminderd te vermeerderen met de teveel door [eisers] betaalde overdrachtsbelasting ad € 5.248,18;
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te veroordelen tot betaling van € 262.409 te vermeerderen met € 5.248,18, zijnde een bedrag van € 267.657,18 aan [eisers] , althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
Meer subsidiair
Voor recht te verklaren dat [eisers] heeft gedwaald, op grond waarvan de koopovereenkomst vernietigbaar is, alsmede;
a. De gevolgen van de koopovereenkomst te wijzigen, in die zin dat de koopprijs met € 262.409 wordt verminderd te vermeerderen met de teveel door [eisers] betaalde overdrachtsbelasting ad € 5.248,18;
b. [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te veroordelen tot betaling van € 262.409 te vermeerderen met € 5.248,18, zijnde een bedrag van €267.657,18 aan [eisers] , althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
Primair, subsidiair en meer subsidiair
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te veroordelen tot betaling van € 3.229 aan [eisers] (als gevolg van de gesprongen waterleiding in het bijgebouw voor de levering), althans een in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 maart 2018, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te veroordelen tot betaling aan [eisers] van de buitengerechtelijke incassokosten van € 4.129,43 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te veroordelen in de kosten van deze procedure alsmede in de gebruikelijke nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
Met zodanige beslissing als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
4.2.
[eisers] legt aan de vorderingen – kort samengevat – het volgende ten grondslag.
De woning die [eisers] van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] heeft gekocht voldoet niet aan de eigenschappen die [eisers] er op grond van de koopovereenkomst van mochten verwachten. De elektrische installatie en de badkamers van de woning vertoonden ernstige gebreken. Ook was het schilderwerk gebrekkig. Deze gebreken stonden aan een normaal gebruik van de woning in de weg. [eisers] hebben herstelwerkzaamheden laten uitvoeren en extra kosten gemaakt, zodat zij schade hebben geleden. [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] is aansprakelijk voor die schade, primair op grond van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst (art. 6:74 BW). [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] heeft immers in de koopovereenkomst een garantie afgegeven voor het normaal gebruik van de woning.
Subsidiair dient de koopovereenkomst gedeeltelijk te worden ontbonden (art. 6:270 BW), omdat de woning niet-conform is. De koopprijs van de woning dient daarom te worden verminderd.
Meer subsidiair is sprake van dwaling (art. 6:228 BW), omdat [eisers] de koopovereenkomst niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten indien hij op de hoogte was geweest van de gebreken. De gevolgen van de koopovereenkomst dienen te worden gewijzigd in die zin dat het nadeel dat [eisers] lijdt, wordt opgeheven. [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] is gehouden om aan [eisers] een bedrag van in totaal € 267.657,18 te voldoen. Ook is [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] gehouden aan [eisers] te voldoen een bedrag van € 3.229 voor de kosten die [eisers] heeft gemaakt om de vloer te vervangen die was beschadigd als gevolg van een gesprongen waterleiding.
4.3.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [eisers] althans tot afwijzing van de vorderingen van [eisers] , met veroordeling van [eisers] , voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten vermeerderd met de wettelijke rente alsmede de nakosten.
4.4.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] betwist dat zij is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. Partijen zijn in de koopovereenkomst een exoneratiebeding overeengekomen dat inhoudt dat de door [eisers] geconstateerde gebreken niet leiden tot non-conformiteit van de woning, zodat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] niet kan worden aangesproken voor (eventuele) gebreken. [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] betwist dat de woning niet geschikt was voor normaal gebruik. De elektrische installatie voldeed aan de daarvoor geldende normen. Ook de badkamers waren geschikt voor normaal gebruik. Bestreden wordt ook dat de wanden niet waren voorbehandeld en indien dit al het geval was, levert dit geen gebrek op dat leidt tot non-conformiteit. Van (wederzijdse) dwaling is ook geen sprake. [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] betwist ook (de omvang van) de gestelde schade.
in voorwaardelijke reconventie
4.5.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
  • het ten laste van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] gelegde conservatoir beslag op de onroerende zaak staande en gelegen te [plaats 1] aan de [adres 2] op te heffen;
  • voor recht te verklaren dat het conservatoir beslag op de onroerende zaak staande en gelegen te [plaats 1] aan de [adres 2] onrechtmatig is gelegd, met veroordeling van [eisers] tot vergoeding van de schade de [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] ten gevolge van het beslag heeft geleden, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
4.6.
[eisers] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] , met veroordeling van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] , voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
in de vrijwaringszaak
4.7.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in vrijw.] te veroordelen om [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te vrijwaren voor alle schade die [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] als gevolg van de toewijzing van de vorderingen van [eisers] in de hoofdzaak jegens [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] zal lijden, met veroordeling van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] in de proceskosten alsmede de nakosten.
4.8.
[gedaagde in vrijw.] concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] in haar vorderingen, althans tot afwijzing van die vorderingen, met veroordeling van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] in de proceskosten alsmede de nakosten.
4.9.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in de hoofdzaak
in conventie
primair: toerekenbare tekortkoming?
het toetsingskader
5.1.
Tussen partijen is in geschil of de woning voldoet aan de koopovereenkomst. Op grond van artikel 7:17 lid 1 BW dient een afgeleverde zaak aan de overeenkomst te beantwoorden. Lid 2 van artikel 7:17 BW bepaalt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij de overeenkomst is voorzien.
5.2.
Artikel 7:17 BW is regelend recht, zodat partijen hiervan bij overeenkomst kunnen afwijken. In dit geval hebben partijen dat gedaan. In artikel 6.1 van de koopovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat [eisers] de woning heeft gekocht in de staat waarin deze zich bij het sluiten van de koopovereenkomst bevond. Dat betekent dat het risico van alle zichtbare en onzichtbare gebreken uitdrukkelijk bij [eisers] is gelegd. In artikel 6.3 van de koopovereenkomst is daarop een uitzondering opgenomen voor gebreken die het normaal gebruik van de woning belemmeren, tenzij die gebreken aan koper bekend zijn of kenbaar zijn op het moment van totstandkoming van de koopovereenkomst. Met kenbare gebreken wordt gerefereerd aan de onderzoeksplicht van [eisers] . Gebreken die [eisers] niet kende maar die hij (wel) zouden hebben ontdekt indien hij het onderzoek had verricht dat redelijkerwijs van hem mocht worden gevergd, zijn ‘kenbaar’. Voor de uitleg van het begrip ‘normaal gebruik’ moet, met inachtneming van de Haviltex-maatstaf, in beginsel worden aangesloten bij wat daaronder naar gangbaar spraakgebruik wordt verstaan (Hoge Raad 23 december 2005, ECLI:NL:HR:AU2414). Dit betekent dat in een woning gewoond moet kunnen worden op een voldoende veilige manier, met een redelijke mate van duurzaamheid en zonder dat het woongenot wezenlijk wordt aangetast.
de elektrische installatie
5.3.
[eisers] stelt dat de elektrische installatie op veel punten ernstige gebreken vertoonde en dat deze is afgekeurd door Kuilboer omdat deze niet aan de normen voldeed en levensgevaarlijk was.
5.4.
De gestelde gebreken aan de elektrische installatie zijn aan het licht gekomen toen de elektricien uit het plafond op de benedenverdieping spots weghaalde en het plafond openbrak om de aansluiting van de spots te vinden. In beginsel gaat het hier dus om verborgen gebreken, die volgens de koopovereenkomst voor rekening en risico van de koper komen, tenzij deze gebreken aan een normaal gebruik van de woning in de weg staan. In dat geval komt het voor rekening en risico van de verkoper. Partijen twisten over de vraag of de door [eisers] gestelde gebreken aan de elektrische installatie aan een normaal gebruik van de woning in de weg staan. [eisers] baseert zich op het inspectierapport van Kuilboer en hij meent – zo begrijpt de rechtbank de onderbouwing van zijn vordering voor wat betreft de schadeposten – dat uit dat rapport volgt dat de gehele elektrische installatie gebrekkig was en zo gevaarlijk dat alles vervangen moest worden. Hij maakt daarbij geen onderscheid tussen de verschillende delen van de installatie. De rechtbank volgt hem daarin niet. Kuilboer concludeert met betrekking tot twaalf gebreken dat deze aanrakingsgevaarlijk zijn, omdat de radiatoren en kranen niet zijn vereffend, halogeenspotjes niet waterdicht zijn en twee aardlekschakelaars defect zijn. Dat gaat over de elektrische aansluitingen in en rond de badkamer(s) op de bovenverdieping van de woning. [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] heeft de gestelde gebreken gemotiveerd betwist. De conclusie van Kuilboer wordt namelijk door Van Toorenburg, die door [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] is ingeschakeld, niet gedeeld. Van Toorenburg concludeert dat de kranen en radiatoren volgens de voorschriften niet geaard hoeven te worden en ook dat de halogeenspotjes niet waterdicht hoeven te zijn (zie 3.22). De elektrische installatie voldoet op deze punten volgens Van Toorenburg dus wel aan de norm. Gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] had het op de weg van [eisers] gelegen om zijn stellingen op dit punt nader te onderbouwen. Nu hij dit niet heeft gedaan, kan niet worden aangenomen dat de elektrische installatie op deze punten gebrekkig was.
5.5.
Uit zowel de rapportage van Kuilboer als die van Van Toorenburg volgt evenwel dat de wijze waarop de halogeenspotjes in de verblijfsruimten op de benedenverdieping zijn geplaatst, niet voldoet aan de NEN-norm. Het niet voldoen aan de NEN-norm betekent niet zonder meer dat normaal gebruik niet mogelijk is. Hier is echter meer aan de hand. Kuilboer en Van Toorenburg concluderen namelijk beiden dat door de wijze waarop de halogeenspotjes zijn geplaatst, er sprake is van warmteontwikkeling. En op grond van de door [eisers] overgelegde foto’s staat vast dat door die warmteontwikkeling er schroeiplekken zijn ontstaan boven de plafondplaten. Dat er sprake was van een onveilige situatie met brandgevaar, is dan ook evident. Aangenomen moet worden dat in een woning met een elektrische installatie die zodanige gebreken vertoont dat het brandgevaar oplevert, niet op een voldoende veilige manier kan worden gewoond. De rechtbank is dan ook van oordeel dat deze gebreken aan een normaal gebruik van de woning in de weg stonden, zodat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] als gevolg van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst aansprakelijk is voor - in ieder geval - de herstelkosten die [eisers] in dat verband heeft moeten maken. Deze kosten zal de rechtbank in 5.12 beoordelen.
5.6.
De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] dat [eisers] vanwege de ouderdom van de woning geen hoge eisen mocht stellen aan de eigenschappen die voor het normale gebruik van de woning nodig zijn. Partijen zijn in de koopovereenkomst immers geen zogenoemde ouderdomsclausule overeengekomen en volgens [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] was de elektrische installatie in 2005 compleet vernieuwd.
5.7.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] heeft nog aangevoerd dat zij van [eisers] niet de mogelijkheid heeft gehad om de gebreken te laten onderzoeken en te herstellen, maar dat leidt niet tot een ander oordeel. Uit de tussen partijen gevoerde correspondentie blijkt niet dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] hier actief op heeft gestuurd of heeft willen sturen. Dat is ook begrijpelijk, omdat partijen toen over en weer in de veronderstelling verkeerden dat de verzekeraar van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] de kosten van herstel zou vergoeden. Dat dit uiteindelijk niet is gebeurd en [eisers] in de tussentijd de gebreken zelf heeft laten herstellen, kan [eisers] onder de gegeven omstandigheden niet worden verweten; [eisers] en [eiser 2] moesten hun oude woning spoedig opleveren en hadden geen andere woonruimte.
de badkamers
5.8.
[eisers] stelt dat de vloeren en wanden van de badkamers niet op de juiste manier waren gebouwd waardoor zij niet waterbestendig en dus door vocht aangetast waren. Ook dit is volgens [eisers] een gebrek waar [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] voor aansprakelijk is. Ook hier geldt dat er alleen sprake is van een tekortkoming als de gestelde gebreken aan de badkamers een normaal gebruik van de woning in de weg staan. Dat is in geschil.
5.9.
Volgens [eisers] waren de vloertegels op spaanplaat gelijmd, maar volgens [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] op multiplex. De foto’s en de stukken die [eisers] in dat verband heeft overgelegd, bieden daar geen uitsluitsel over. De rechtbank kan daarom niet vaststellen hoe de vloertegels precies zijn aangebracht en of dit (destijds) volgens de daarvoor geldende voorschriften is gebeurd. Daarbij komt dat indien het al zo zou zijn dat de tegelwanden en -vloeren niet op een deugdelijke manier zijn gelegd en afgewerkt dit niet zonder meer betekent dat dit aan een normaal gebruik van de badkamers in de weg staat. [eisers] heeft daar, gelet ook op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] , onvoldoende voor gesteld. Vaststaat dat de badkamers altijd zo zijn gebruikt door [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] en ook door haar voorganger [gedaagde in vrijw.] . Afgezien van een lekkage in augustus 2017 vanuit de badkamer naar het plafond van de woonkamer hebben zich (kennelijk) geen problemen voorgedaan. Voornoemde lekkage is ook door [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] in de vragenlijst gemeld, zodat [eisers] daarmee bekend was en volgens artikel 6.3 van de koopovereenkomst staat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] niet in voor gebreken die aan [eisers] bekend zijn op het moment van het tot stand komen van de koopovereenkomst. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de gestelde gebreken aan de badkamers niet aan een normaal gebruik in de weg stonden. De gestelde gebreken zijn tijdens de elektrawerkzaamheden aan het licht gekomen en het is begrijpelijk dat dit een tegenvaller is geweest voor [eisers] , maar dit betekent niet dat de kosten voor de vervanging van de badkamers voor rekening van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] moeten komen.
schilderwerk muren
5.10.
[eisers] stelt dat de muren van de woning niet waren voorbehandeld waardoor het oude verfwerk moest worden verwijderd voordat de muren opnieuw konden worden geschilderd. Ook dit levert in de visie van [eisers] een gebrek op als gevolg waarvan [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] aansprakelijk is voor de gemaakte extra kosten.
5.11.
De rechtbank is van oordeel dat [eisers] zijn stelling dat het niet voorbehandelen van de muren een gebrek oplevert onvoldoende heeft onderbouwd. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat [eisers] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten dat de muren zouden zijn voorbehandeld en dat de afwezigheid daarvan leidt tot non-conformiteit van de woning. Rees hierom is de vordering ten aanzien van de daarmee gemaakte kosten niet toewijsbaar.
schade
5.12.
Zoals uit het voorgaande volgt, is [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] alleen aansprakelijk voor de schade die het gevolg is van de gebreken rond de verkeerd aangelegde spots in de verblijfruimtes op de benedenverdieping. Dat zijn in de eerste plaats de kosten van herstel van de gebreken aan de elektrische installatie.
5.13.
[eisers] heeft een kostenoverzicht overgelegd dat uitkomt op een bedrag van € 262.409. In het overzicht zijn onder meer kosten opgenomen van de aannemer (in totaal € 198.408), kosten van [naam 2], van sanitair, tegels en wastafelmeubels, het (de)installeren van airco en alarm, de vloer van de kamer van de dochter, meerwerk aan het interieur, ‘keurmeester electra’, een ‘bouwbakkie’, extra woonlasten, hypotheekkosten en opslagkosten. Daarbij zijn facturen overgelegd.
5.14.
De rechtbank stelt bij de beoordeling voorop dat de kosten die betrekking hebben op de renovatie van de badkamers, zoals sanitair, tegels en wastafelmeubels, niet voor vergoeding in aanmerking komen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, ziet de rechtbank ook niet in waarom de kosten voor het (de-)installeren van het alarm en de airco voor rekening van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] zouden moeten komen. Verder geldt dat de kosten in het schadeoverzicht van [eisers] onder het kopje ‘aannemer’ niet nader zijn gespecifieerd, zodat onduidelijk is waar de kosten precies op zien. Een specificatie in de facturen ontbreekt ook. Algemene termen als elektrawerkzaamheden, timmeren, slopen, schilderen, stucen, kitten en loodgieter- en tegelwerkzaamheden zijn daarvoor onvoldoende. De rechtbank kan hieruit niet afleiden wat er betrekking heeft op de herstelwerkzaamheden rond de spots in de verblijfsruimten en welke kosten zien op de verdere renovatie van de woning waaronder de badkamers en het schilderwerk op de muren, waarbij ook de elektrische bedrading kennelijk is vervangen. Gelet op de gemotiveerde betwisting van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] lag het op de weg [eisers] om inzicht te verschaffen over de verrichte werkzaamheden en de aanleiding daarvoor. Daarbij heeft [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] terecht gewezen op een offerte van de aannemer van [eisers] van 20 april 2018, waarin de elektrawerkzaamheden zijn begroot op € 16.520. Waarom de elektrawerkzaamheden uiteindelijk in het schadeoverzicht (onder het kopje ‘aannemer’) zijn opgenomen voor een bedrag van € 49.900 is onduidelijk. Het schadeoverzicht kan dan ook niet als uitgangspunt dienen voor het begroten van de schade.
5.15.
Het inspectierapport van Kuilboer biedt geen aanknopingspunten voor de kosten die gemoeid zijn met herstel van de gebreken aan de elektrische installatie beneden. Omdat de rapportage van Van Toorenburg daar wel aanknopingspunten voor biedt, zal de rechtbank voor het begroten van de herstelkosten grotendeels aansluiting zoeken bij de kostenraming van Van Toorenburg. [eisers] heeft immers geen andere feiten of omstandigheden gesteld die tot een ander inzicht leiden. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de kostenraming van Van Toorenburg er (terecht) van uitgaat dat niet de gehele installatie dient te worden vernieuwd om de woning voor normaal gebruik geschikt te maken. Dat de door Van Toorenburg geschatte kosten aanzienlijk lager uitvallen dan de kosten in het schadeoverzicht van [eisers] , wordt ook mede daardoor verklaard. Van Toorenburg schat de herstelkosten aan de elektrische installatie op € 7.320,50 inclusief btw en de kosten voor herstel aan wanden en schilderwerk op € 2.178 inclusief btw. De rechtbank neemt deze bedragen als vertrekpunt. Omdat de aannemer van [eisers] de extra elektrawerkzaamheden initieel had begroot op € 16.520 en de rechtbank ervan uitgaat dat de met de spots gemoeide herstelkosten de door Van Toorenburg genoemde bedragen hebben overschreden, schat de rechtbank de totale herstelkosten, samen met de onderzoekskosten, op € 20.000. Dit bedrag acht de rechtbank redelijk.
5.16.
[eisers] vordert ook vergoeding van gevolgschade, bestaande uit kosten voor het huren van tijdelijke andere woonruimte, de opslag van inboedelgoederen en de kosten van een aanvullende hypotheek. Hij voert daartoe aan dat hij door de gebreken en het herstel daarvan pas veel later dan gepland de woning kon betrekken, met alle financiële gevolgen van dien.
5.17.
Dat [eisers] veel later dan gepland is verhuisd en daardoor veel extra kosten heeft moeten maken, staat vast. Naar het oordeel van de rechtbank is echter niet voldoende onderbouwd dat dit (alles) het gevolg is van de gebreken waarvoor [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] aansprakelijk is. In verband daarmee moest beneden – in elk geval een deel van – de elektrische installatie vervangen worden, waarbij de plafonds moesten worden opengebroken en vervolgens hersteld. Dat was niet gepland bij de werkzaamheden die [eisers] voorafgaand aan de verbouwing wilde laten uitvoeren, maar dat die werkzaamheden niet binnen dat tijdsbestek konden worden uitgevoerd is niet duidelijk geworden. Er zijn uiteindelijk veel meer werkzaamheden uitgevoerd op de verschillende verdiepingen en dat heeft veel tijd gekost. Dat is een op zich begrijpelijke keuze van [eisers] , maar houdt onvoldoende verband met de gebreken aan de elektrische installatie rond de spots op de benedenverdieping om de daarmee gemoeide vertraging als gevolg van die gebreken te kunnen zien. De rechtbank gaat ervan uit dat indien [eisers] slechts de problemen bij de spots had laten oplossen, hij op tijd had kunnen verhuizen en de extra kosten zoals hiervoor genoemd niet zouden zijn gemaakt. [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] is daarom niet aansprakelijk voor deze kosten.
5.18.
[eisers] vordert voorts een bedrag van € 5.248,18 aan teveel betaalde overdrachtsbelasting. Ook dat is naar het oordeel van de rechtbank niet toewijsbaar. [eisers] voert daartoe aan dat de woning gelet op alle gebreken veel minder waard was dan hij ervoor heeft betaald en waarover belasting is afgedragen. Daarin volgt de rechtbank hem niet. Dat de woning minder waard was dan hij heeft betaald en [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] hem het verschil in overdrachtsbelasting moet vergoeden is niet voldoende onderbouwd.
subsidiair: gedeeltelijke ontbinding?
5.19.
[eisers] vordert subsidiair gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst omdat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] is tekortgeschoten in de nakoming (art. 6:270 BW). Hiervoor is geoordeeld dat alleen ten aanzien van een deel van de gebreken sprake is van een tekortkoming van de koopovereenkomst. Ten aanzien van die gebreken is de primair gevorderde schadevergoeding deels toegewezen en is er geen aanleiding om in te gaan op de subsidiaire grondslag van de vordering. Voor de overige gebreken betekent dat oordeel dat ook de subsidiaire vordering moet worden afgewezen omdat die net als de primaire vordering is gegrond op een tekortkoming in de nakoming.
meer subsidiair: dwaling?
5.20.
[eisers] stelt meer subsidiair dat hij de koopovereenkomst niet onder dezelfde voorwaarden had gesloten, indien hij op de hoogte was geweest van de gebreken van de woning (art. 6:228 BW). Ten aanzien van de vastgestelde gebreken waarvoor de primaire vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, behoeft de meer subsidiaire vordering geen behandeling. Met betrekking tot het overige geldt het volgende. De rechtbank begrijpt dat [eisers] zich beroept op wederzijdse dwaling als bedoeld in lid 1 sub c van artikel 6:228 BW. In dit geval is immers geen sprake van een onjuiste mededeling van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] en evenmin had [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] een mededelingsplicht omdat niet is gesteld of gebleken dat zij wist of behoorde te weten van de gestelde gebreken. [eisers] heeft geen feiten en omstandigheden aangedragen die de conclusie rechtvaardigen dat in dat geval de dwaling voor rekening van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] moet blijven. Ook de meer subsidiaire grondslag leidt niet tot toewijzing van het meerdere.
waterschade vloer
5.21.
In februari 2018, dus nog vóór de levering van de woning aan [eisers] , is in het gastenverblijf van de woning een waterleiding gesprongen waardoor er water over de vloer is gestroomd in de bijkamer. De vloer is daardoor kromgetrokken. [eisers] heeft de vloer laten vervangen. [eisers] vordert het daarmee gemoeide bedrag en stelt daartoe dat hij met [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] had afgesproken dat zij de kosten zou vergoeden. Volgens [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] had [eisers] laten weten dat de vloer toch vervangen zou worden en maakte hij geen aanspraak op vergoeding.
5.22.
De rechtbank stelt het volgende voorop. In artikel 6.1 van de koopovereenkomst zijn partijen overeengekomen dat de woning aan [eisers] wordt overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van de overeenkomst bevindt. De koopovereenkomst is gesloten in oktober 2017. De vloer is in februari 2018 beschadigd geraakt, zodat de kosten om de schade te herstellen in beginsel voor rekening en risico van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] komen. Partijen hebben daar ook over overlegd met elkaar. De partner van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] heeft aan [eisers] gevraagd of de vloer moest worden vervangen. Een andere optie was dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] de vergoeding van de verzekering aan [eisers] zou geven, zodat [eisers] daarmee kon doen wat hij wilde (zie 3.6). Daarop heeft [eisers] geantwoord dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] het repareren van de vloer kon laten zitten (zie 3.7). De partner van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] heeft daarna nog meerdere keren tegen [eisers] gezegd dat hij achter het verzekeringsgeld zou aangaan (zie 3.8 en 3.9). Dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] naar aanleiding hiervan enig bedrag van haar verzekering heeft gekregen is gesteld noch gebleken. Tijdens de mondelinge behandeling vertelde [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] dat zij er niet meer achteraan is gegaan bij de verzekering.
5.23.
Uit de WhatsApp-berichten van partijen over de vloer en uit het feit dat er daarna geen verder contact over is geweest kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden afgeleid dat [eisers] afstand heeft gedaan van zijn recht op een vergoeding voor de vloer of zijn recht daarop heeft verwerkt. Hij heeft wel gezegd dat de vloer niet hoefde te worden hersteld, maar daaruit kan niet worden afgeleid dat hij geen aanspraak maakte op het alternatief: de vergoeding. Uit de berichten kan naar het oordeel van de rechtbank ook niet worden afgeleid dat er alleen een vergoeding hoefde te worden betaald indien (en voor zover) de verzekeraar van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] dat zou vergoeden. De berichten en het feit dat het daarbij is gebleven doen er dan ook naar het oordeel van de rechtbank niet aan af dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] gehouden is de kosten van het herstel van de vloer aan [eisers] te voldoen.
5.24.
[eisers] stelt dat de vloer voor € 3.229 is vervangen en vordert vergoeding van dat bedrag. [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] heeft dat bedrag betwist en aangevoerd dat [eisers] de vloer hoe dan ook zou vervangen, zodat er geen schade is geleden. Dat laatste is door [eisers] ter zitting gemotiveerd betwist en het kan ook niet zonder meer uit de WhatsApp-berichten worden afgeleid. Omdat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] deze stelling niet verder heeft onderbouwd gaat de rechtbank daaraan voorbij. Wel is duidelijk dat de oude vloer een eiken plankenvloer was en de nieuwe vloer een eiken visgraatvloer is. Partijen zijn het erover eens dat de nieuwe vloer mooier en duurder is dan de oude vloer. Tegen deze achtergrond is de rechtbank van oordeel dat een schadevergoeding van € 1.600 voor de kromgetrokken vloer redelijk is, en dat bedrag zal worden toegewezen.
buitengerechtelijke incassokosten
5.25.
[eisers] vordert een bedrag van € 4.129,43 als vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Nu [eisers] – onbetwist – voldoende heeft gesteld dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht, is de vordering in zoverre toewijsbaar. Anders dan gevorderd zal het bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten echter worden toegewezen tot een bedrag van € 1.041, rekening houdend met het bedrag dat in hoofdsom wordt toegewezen.
conclusie
5.26.
De rechtbank komt tot de slotsom dat de primaire vordering onder b wordt toegewezen tot een bedrag van € 20.000. De vordering onder h wordt toegewezen tot een bedrag van € 1.600. De vordering onder i wordt toegewezen tot een bedrag van € 1.041. De gevorderde wettelijke rente over voornoemde bedragen wordt als onweersproken toegewezen. De overige vorderingen worden afgewezen, ook de onder a gevorderde verklaring voor recht, omdat [eisers] niet heeft toegelicht welk belang hij daarbij heeft naast de veroordeling tot betaling van schadevergoeding. Over de proceskosten wordt hierna geoordeeld.
proceskosten
5.27.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat een aanzienlijk deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen, begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van [eisers] op basis van het toegewezen bedrag op:
- dagvaarding € 85,81
- griffierecht 1.666,00
- salaris advocaat
1.532,00(2,0 punten × tarief € 766,00)
Totaal € 3.283,81
5.28.
De kosten aan de zijde van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] worden begroot op:
- griffierecht 1.666,00
- salaris advocaat
1.532,00(2,0 punten × tarief € 766,00)
Totaal € 3.198,00
5.29.
Voor een (separate) veroordeling in de gevorderde nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert. De nakosten zullen overeenkomstig het per 1 februari 2023 geldende liquidatietarief worden begroot op € 173 zonder betekening en op € 263 in geval van betekening.
5.30.
De proceskosten in het incident zijn in het vonnis van 25 augustus 2021 aangehouden tot het eindvonnis in de hoofdzaak, zodat daar nu over dient te worden beslist. De vordering van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] tot oproeping in vrijwaring is daarbij toegewezen, terwijl [eisers] zich had gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom is de rechtbank van oordeel dat partijen in het incident ieder de eigen kosten moeten dragen. Dat leidt niet tot een andere uitkomst van de hiervoor genoemde bedragen.
in voorwaardelijke reconventie
5.31.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] vordert in voorwaardelijke reconventie, indien de vorderingen in conventie worden afgewezen, het conservatoir beslag op te heffen en [eisers] te veroordelen in de schade die [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] als gevolg van het onrechtmatige beslag heeft geleden te vergoeden. Nu de voorwaarde waaronder deze vordering is ingesteld niet is ingetreden – de vorderingen in conventie worden immers gedeeltelijk toegewezen – komt de rechtbank aan de beoordeling van deze vordering niet toe.
in vrijwaring
5.32.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] stelt dat, indien de vorderingen in de hoofdzaak worden toegewezen, [gedaagde in vrijw.] op haar beurt jegens [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] aansprakelijk is voor het feit dat de gebreken aan de woning aan een normaal gebruik van de woning in de weg staan. Dit geldt temeer omdat [gedaagde in vrijw.] verbouwingswerkzaamheden aan de woning heeft verricht in 2009, waarbij de spotjes in de verblijfsruimten zijn vervangen. Die werkzaamheden zijn volgens [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] de aanleiding geweest voor de ontstane problemen.
klachtplicht - artikel 7:23 BW
5.33.
[gedaagde in vrijw.] heeft een beroep gedaan op schending van de klachtplicht als bedoeld in artikel 7:23 BW. In lid 1 van dat artikel is bepaald dat de koper er geen beroep meer op kan doen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven. [gedaagde in vrijw.] stelt dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] al begin april 2018 bekend is geworden met het feit dat de elektrische installatie van de woning gebreken zou vertonen. Desondanks heeft [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] [gedaagde in vrijw.] pas op 26 maart 2021 op de hoogte gesteld van het tussen [eisers] en haar gerezen geschil. [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] betwist dat [gedaagde in vrijw.] is benadeeld door het feit dat zij voor het eerst in maart 2021 op de hoogte is geraakt.
5.34.
Hoewel de rechtbank met [gedaagde in vrijw.] van oordeel is dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] haar eerder op de hoogte had kunnen brengen van de door [eisers] gestelde gebreken aan de woning – zij wist dit al bijna drie jaar voordat ze [gedaagde in vrijw.] informeerde – slaagt het beroep van [gedaagde in vrijw.] op de schending van de klachtplicht niet omdat niet duidelijk is dat [gedaagde in vrijw.] door dit tijdsverloop is benadeeld. Haar stelling dat zij sindsdien twee keer is verhuisd en daarbij stukken heeft weggegooid die betrekking hadden op de verbouwing van de woning is daarvoor niet genoeg, omdat zij niet heeft toegelicht welke stelling zij daarmee had willen onderbouwen in deze procedure.
[gedaagde in vrijw.] heeft verder aangevoerd dat zij in haar bewijspositie is geschaad doordat zij niet in de gelegenheid is gesteld om de gestelde gebreken te (laten) onderzoeken en moest afgaan op de rapportages van Kuilboer en van Van Toorenburg. De rechtbank merkt op dat [gedaagde in vrijw.] niet minder bewijsmogelijkheden had dan [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] zelf, die ook alleen achteraf onderzoek kon laten doen naar de door [eisers] gestelde gebreken. Een en ander staat er naar het oordeel van de rechtbank niet aan in de weg dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] haar aanspreekt en een beroep doet op de gebreken.
toerekenbare tekortkoming?
5.35.
[gedaagde in vrijw.] betwist dat de elektrische installatie van de woning zodanige gebreken vertoonde dat het aan een normaal gebruik in de weg stond. Dit standpunt faalt. De rechtbank verwijst hiervoor naar hetgeen in de hoofdzaak in 5.3 t/m 5.6 is geoordeeld, waaruit volgt dat de elektrische installatie ten tijde van de levering aan [eisers] wel degelijk gebreken vertoonden die aan een normaal gebruik van de woning in de weg stonden. [gedaagde in vrijw.] heeft geen feiten en/of omstandigheden gesteld die dit oordeel anders maken.
5.36.
De rechtbank overweegt dat ook in de koopovereenkomst tussen [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] en [gedaagde in vrijw.] een bepaling is opgenomen op grond waarvan de verkoper instaat voor gebreken die aan een normaal gebruik van de woning in de weg staan (zie 3.1). Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] geen aanpassingen heeft verricht aan de elektrische installatie, meer in het bijzonder rond de spots in de verblijfsruimten. Nu [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] niets heeft veranderd aan de situatie, moet alleen al daarom ervan worden uitgegaan dat de onveilige aspecten van de elektrische installatie reeds aanwezig waren op het moment dat [gedaagde in vrijw.] de woning aan [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] leverde. Ook toen was dus al sprake van een gebrek dat een dermate onveilige situatie opleverde, dat het aan een normaal gebruik van de woning in de weg stond. Dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] daar vervolgens ruim vier jaar heeft gewoond zonder dat sprake is geweest van ongelukken in de woning, doet daar niet aan af. Of de problemen zijn ontstaan als gevolg van verbouwingswerkzaamheden door [gedaagde in vrijw.] , zoals [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] stelt, acht de rechtbank gelet op de in de koopovereenkomst gegeven garantie niet van belang. Het voorgaande brengt mee dat [gedaagde in vrijw.] jegens [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] , net als [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] jegens [eisers] , aansprakelijk is voor de kosten van herstel van de gebreken die aan een normaal gebruik van de woning in de weg staan. Zoals in 5.15 is overwogen, acht de rechtbank een bedrag van € 20.000 redelijk. [gedaagde in vrijw.] zal dit bedrag aan [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] moeten vergoeden, net als de door [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] verschuldigde buitengerechtelijke incassokosten.
5.37.
Voor zover [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] betoogt dat [gedaagde in vrijw.] haar ook dient te vrijwaren voor de waterschade aan de vloer, is de vordering niet toewijsbaar. De schade aan de vloer is veroorzaakt nadat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] de woning aan [eisers] had verkocht en vóórdat de woning aan [eisers] was geleverd. Dit voorval speelt slechts in de verhouding tussen [eisers] en [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] , waarvoor [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] op grond van de koopovereenkomst aansprakelijk is. Gesteld noch gebleken is waarom [gedaagde in vrijw.] [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] hiervoor zou moeten vrijwaren.
conclusie
5.38.
Conclusie is dat de vordering wordt toegewezen tot een bedrag van € 21.041 (€ 20.000 + € 1.041.).
proceskosten
5.39.
[gedaagde in vrijw.] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van de vrijwaringszaak worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] worden begroot op:
- dagvaarding € 121,38
- salaris advocaat
1.532,00(2,0 punten × tarief € 766,00)
Totaal € 1.653,38
5.40.
[gedaagde, tev. eiseres in vrijw] vordert ook vergoeding door [gedaagde in vrijw.] van de proceskosten in de hoofdzaak. Het door [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] in de hoofdzaak gevoerde verweer diende mede ter verdediging van de belangen van [gedaagde in vrijw.] . De proceskosten die in de hoofdzaak voor rekening van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] komen, moeten daarom door [gedaagde in vrijw.] worden vergoed.
[gedaagde in vrijw.] wordt in vrijwaring veroordeeld om een deel, namelijk € 21.041 van het in de hoofdzaak toegewezen bedrag aan [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te vergoeden. Dat is 93% van het totale bedrag dat [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] aan [eisers] moet voldoen. [gedaagde in vrijw.] moet daarom datzelfde percentage van de proceskosten in de hoofdzaak aan [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] vergoeden. Dat is € 3.053,94 voor de door [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te vergoeden proceskosten aan de zijde van [eisers] en € 2.974,14‬ voor de proceskosten aan de zijde van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] (zie 5.27 en 5.28).
5.41.
Voor de gevorderde veroordeling in de nakosten wordt verwezen naar hetgeen hiervoor is overwogen in 5.29.

6.De beslissing

De rechtbank
in de hoofdzaak
6.1.
veroordeelt [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 21.600,00 (éénentwintig duizendzeshonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 8 maart 2018 tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 1.041,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] in de kosten van de hoofdzaak, aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op € 3.283,81 en op € 173,00 (zonder betekening) en € 263,00 (met betekening) aan nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
verklaart dit vonnis in deze zaak in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in de vrijwaringszaak
6.6.
veroordeelt [gedaagde in vrijw.] om aan [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te betalen een bedrag van € 21.041,00 aan hoofdsom waartoe [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] in de hoofdzaak jegens [eisers] is veroordeeld, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het bedrag van € 20.000,00 met ingang van 8 maart 2018 tot de dag van volledige betaling en over het bedrag van € 1.041,00 met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.7.
veroordeelt [gedaagde in vrijw.] om aan [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te betalen een bedrag van € 3.053,94 aan de voor rekening van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] komende proceskosten in de hoofdzaak en een bedrag van € 173,00 (zonder betekening) en € 263,00 (met betekening) aan nakosten in de hoofdzaak waarin [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] is veroordeeld, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW hierover met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.8.
veroordeelt [gedaagde in vrijw.] om aan [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] te betalen een bedrag van € 2.974,14 aan de voor rekening van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] komende proceskosten in de hoofdzaak;
6.9.
veroordeelt [gedaagde in vrijw.] in de kosten van de vrijwaringszaak, aan de zijde van [gedaagde, tev. eiseres in vrijw] tot op heden begroot op € 1.653,38 en op € 173,00 (zonder betekening) en € 263,00 (met betekening) aan nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag van € 1.653,38 met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.10.
verklaart dit vonnis in deze zaak tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp en in het openbaar uitgesproken op 15 februari 2023.
type: 3151