ECLI:NL:RBDHA:2023:5215

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
C/09/635354 / FA RK 22-6168
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een minderjarige met internationale aspecten en de rol van de rechtbank in de rechtsmacht en geslachtsnaam

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 april 2023 een beschikking gegeven inzake de adoptie van een minderjarige, geboren op [geboortedatum01] 2021 te [geboorteplaats01]. Het verzoekschrift, ingediend op 15 september 2022 door verzoekers [verzoeker01] en [verzoeker02], betreft de adoptie van [minderjarige01], waarbij de geslachtsnaam van het kind zal worden gewijzigd naar '[familienaam01]'. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder het verzoekschrift, berichten van de Raad voor de Kinderbescherming en correspondentie van de voogdes. Tijdens de zitting op 9 maart 2023 waren verzoekers aanwezig, maar de moeder van het kind, die niet ter zitting verscheen, had eerder een afstandsverklaring getekend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en het kind de Poolse nationaliteit bezitten, terwijl verzoekers de Nederlandse nationaliteit hebben. Dit internationale karakter van de zaak leidde tot de vraag of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. De rechtbank concludeerde dat dit het geval is, omdat verzoekers hun woonplaats in Nederland hebben. De rechtbank heeft ook beoordeeld of de toestemming van de moeder voor de adoptie vereist was. Aangezien de moeder geen gezag meer heeft over het kind en een afstandsverklaring heeft ondertekend, was haar toestemming niet nodig. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd het verzoek tot adoptie toe te wijzen, en de rechtbank heeft geoordeeld dat aan de wettelijke vereisten voor adoptie is voldaan.

De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en bepaald dat de geslachtsnaam van de minderjarige '[familienaam01]' zal zijn. De beschikking is gegeven door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is uitgesproken ter openbare zitting. De griffier zal een afschrift van de beschikking aan het gezagsregister doen toekomen, zodat deze kan worden ingeschreven.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 22-6168
Zaaknummer: C/09/635354
Datum beschikking: 6 april 2023

Adoptie en geslachtsnaam

Beschikking op het op 15 september 2022 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoeker01] en [verzoeker02] ,

verzoekers,
wonende te [woonplaats01] , gemeente [plaats01] ,
advocaat mr. H. Mink te Oost-Souburg, gemeente Vlissingen.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[moeder01] ,

de moeder,
zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen en buiten Nederland,
domicilie kiezende bij het FIOM
,en

[voogdes01] ,

de voogdes.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • het bericht van 30 september 2022 van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad);
  • het bericht van 3 oktober 2022, met bijlage, van [voogdes01] ;
  • het bericht van 6 oktober 2022, met bijlagen, van verzoekers;
  • de brief van 14 februari 2023 van het FIOM.
Op 9 maart 2023 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoekers, bijgestaan door hun advocaat, en [naam01] en [naam02] namens [voogdes01] . De moeder is – hoewel behoorlijk opgeroepen – niet ter zitting verschenen.

Verzoek

Het verzoekschrift strekt ertoe de adoptie uit te spreken van [minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2021 te [geboorteplaats01] , door verzoekers, waarna zijn familienaam “ [familienaam01] ” zal zijn, een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Feiten

- Uit [moeder01] is het volgende minderjarige kind geboren:
- [minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2021 te [geboorteplaats01] .
  • De moeder heeft op [datum] 2022 een afstandsverklaring getekend.
  • [voornaam minderjarige01] heeft geen juridische vader. De moeder heeft in de afstandsverklaring vermeld dat [naam03] , geboren op [geboortedatum02] 1998 te [geboorteplaats02] , Polen de vader is.
  • Bij beschikking van [beschikkingsdatum01] 2021 van deze rechtbank is [voogdes01] met de voorlopige voogdij over [voornaam minderjarige01] belast gedurende de periode van 6 april 2021 tot 15 april 2021.
  • Bij beschikking van [beschikkingsdatum02] 2021 van deze rechtbank is [voogdes01] met de voorlopige voogdij belast van 15 april 2021 tot 6 juli 2021.
  • Bij beschikking van deze rechtbank van [beschikkingsdatum03] 2021 is het gezag van de moeder over [voornaam minderjarige01] beëindigd en is [voogdes01] tot voogdes benoemd.
  • Verzoekers zijn op [datum huwelijk01] 2008 met elkaar gehuwd te [plaats huwelijk01] . Verzoeker staat al sinds 5 november 2003 steeds op hetzelfde adres ingeschreven als verzoekster.
  • Blijkens de Basisregistratie Personen (BRP) is [voornaam minderjarige01] sinds 6 augustus 2021 op het adres van verzoekers ingeschreven. Sindsdien verzorgen verzoekers [voornaam minderjarige01] samen.
  • De moeder en [voornaam minderjarige01] hebben de Poolse nationaliteit. Verzoekers hebben de Nederlandse nationaliteit.

Beoordeling

Adoptie
Gelet op het feit dat de moeder en [voornaam minderjarige01] de Poolse nationaliteit bezitten en verzoekers de Nederlandse nationaliteit, draagt deze zaak een internationaal karakter, zodat eerst de vraag dient te worden beantwoord of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en zo ja, welk recht van toepassing is op het verzoek.
Op grond van het bepaalde in artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht, nu verzoekers hun woonplaats in Nederland hebben.
Nu [voogdes01] , gevestigd te [vestigingsplaats01] , op [beschikkingsdatum03] 2021 tot voogdes over [voornaam minderjarige01] is benoemd, is de rechtbank Den Haag op grond van artikel 265 Rv, te lezen in samenhang met artikel 1:12 van het Burgerlijk Wetboek (BW), relatief bevoegd om kennis te nemen van het verzoek.
Gelet op het bepaalde in artikel 10:105, tweede lid, van het BW is de eerste vraag die moet worden beantwoord of de moeder naar Pools recht toestemming dient te geven voor de adoptie. Als dat zo is en de moeder weigert haar toestemming, dan dient de vraag te worden beantwoord of daar naar Pools recht aan kan worden voorbijgegaan. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of naar Nederlands recht is voldaan aan de gronden en voorwaarden als bepaald in de artikelen 1:227 en 1:228 BW.
Uit artikel 119 § 1 van het Poolse wetboek voor familie- en personenrecht (de Kodeks rodzinny i opiekuńczy) volgt dat de ouders van de geadopteerde toestemming moeten geven voor de adoptie, tenzij hen het ouderlijk gezag is ontnomen, zij onbekend zijn, dan wel indien het bereiken van overeenstemming met de ouders onmogelijk is.
[voornaam minderjarige01] heeft geen juridische vader. De moeder is niet (meer) belast met het gezag over [voornaam minderjarige01] , nu deze rechtbank bij beschikking van [beschikkingsdatum03] 2021 het gezag van de moeder over [voornaam minderjarige01] heeft beëindigd. Hierdoor is de toestemming van de moeder voor de adoptie niet vereist. Daarbij komt dat verzoekers een door de moeder ondertekende afstandsverklaring hebben overgelegd. Voorts heeft het FIOM in een brief van 14 februari 2023 aangegeven dat medewerkers van het FIOM met de moeder hebben gesproken en dat de moeder via het FIOM wil laten weten dat zij akkoord gaat met de adoptie en geen verweer zal voeren.
Uit artikel 1:227 BW volgt – voor zover hier van belang – het volgende. Adoptie geschiedt door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van twee personen tezamen of op verzoek van één persoon alleen. Het verzoek kan alleen worden toegewezen indien de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat het kind niets meer van zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft, en aan de voorwaarden, genoemd in artikel 1:228 BW wordt voldaan.
Uit artikel 1:228 BW volgt voorts dat de voorwaarden voor adoptie – voor zover hier van belang – zijn:
dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is, en dat het kind, indien het op de dag van het verzoek twaalf jaren of ouder is, ter gelegenheid van zijn verhoor niet van bezwaren tegen toewijzing van het verzoek heeft doen blijken;
dat het kind geen kleinkind van de adoptant is;
dat de adoptant ten minste achttien jaar ouder dan het kind is;
dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt;
dat de minderjarige moeder van het kind zestien jaar of ouder is;
dat de adoptant het kind gedurende ten minste een jaar heeft verzorgd en opgevoed; indien de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder het kind adopteert en zij gezamenlijk het kind gedurende ten minste een jaar hebben verzorgd en opgevoed wordt de periode van een jaar gerekend vanaf het moment van feitelijk gezamenlijk verzorgen en opvoeden;
dat de ouder niet langer het gezag over het kind heeft. Indien evenwel de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van de ouder het kind adopteert, geldt dat deze ouder alleen of samen met voornoemde echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel het gezag heeft.
De Raad heeft geadviseerd het verzoek tot adoptie toe te wijzen. Uit een korte inhoudelijke beoordeling van de Raad blijkt dat de adoptieprocedure van [voornaam minderjarige01] is verlopen volgens de regels die voor deze procedure gelden. De biologische moeder van [voornaam minderjarige01] heeft hem afgestaan ter adoptie. Na zijn geboorte heeft de Raad conform de werkwijze van het Afstandsprotocol de rechtbank verzocht om [voornaam minderjarige01] voorlopig onder voogdij van [voogdes01] te plaatsen. Sinds 6 augustus 2021 woont [voornaam minderjarige01] bij verzoekers. Hij maakt een positieve ontwikkeling door. Het gezag van de biologische moeder is op [beschikkingsdatum03] 2021 door de rechtbank beëindigd en het ligt niet in de verwachting dat [voornaam minderjarige01] nog iets te verwachten heeft van zijn geboorteouders. Verder is gebleken dat verzoekers reeds eerder betrokken waren bij een adoptieprocedure en dat deze adoptie positief is verlopen.
[voogdes01] stemt in met het adoptieverzoek.
De rechtbank is van oordeel dat aan voornoemde vereisten uit artikel 1:227 BW wordt voldaan. Voorts is naar het oordeel van de rechtbank ook voldaan aan de vereisten uit artikel 1:228 BW.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande het verzoek tot adoptie toewijzen. De aard van het verzoek verzet zich tegen het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van de adoptie, zodat dat – voor zover verzocht – achterwege wordt gelaten.
Geslachtsnaam
Zoals hiervoor is overwogen, komt de Nederlandse rechtbank rechtsmacht toe op grond van artikel 3, aanhef en onder a, Rv.
De rechtbank ziet aanleiding om met betrekking tot de geslachtsnaam, vooruitlopend op de adoptie en gelet op de artikelen 10:20 en 10:22 BW, Nederlands recht toe te passen.
Gelet op het bepaalde in artikel 1:5 lid 3 BW kan een beslissing ten aanzien van de geslachtsnaam, zoals door verzoekers is verzocht, achterwege blijven. Niettemin zal de rechtbank conform het verzoek verstaan dat de minderjarige [voornaam minderjarige01] de geslachtsnaam “ [familienaam01] ” zal hebben.

Beslissing

De rechtbank:
*
spreekt uit de adoptie van [minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2021 te [geboorteplaats01] ,
door:
[verzoeker01] , geboren op [geboortedatum03] 1984 te [geboorteplaats03] en,
[verzoeker02] , geboren op [geboortedatum04] 1985 te [geboorteplaats04] ;
*
verstaat dat de geslachtsnaam van de minderjarige [voornaam minderjarige01] zal zijn: “ [familienaam01] ”;
*
bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking zal doen toekomen aan het gezagsregister, om daarin, wanneer deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan, aantekening te doen van deze beschikking;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. M.J. Alt-van Endt, J.Th.W. van Ravenstein en S.J. Huizenga, rechters, tevens kinderrechters, bijgestaan door mr. S.G.J. Verkennis als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 april 2023.