ECLI:NL:RBDHA:2023:5207
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om voorlopige voorziening in asielzaken met betrekking tot Polen
In de zaak met de zaaknummers NL23.2826 en NL23.2828 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 maart 2023 uitspraak gedaan. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. L. Sinoo, hebben een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in te stellen tegen de besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Deze besluiten, genomen op 30 januari 2023, hielden in dat de aanvragen van de verzoekers voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werden genomen, omdat Polen verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van deze aanvragen.
De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 7 maart 2023, waarbij de verzoekers aanwezig waren met hun gemachtigde en een tolk, T. Ayash. De Staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. Y. Rikken.
De voorzieningenrechter heeft in een eerdere uitspraak op dezelfde dag, met betrekking tot de zaken NL23.2825 en NL23.2827, al uitspraak gedaan op de beroepen van de verzoekers. Aangezien er inmiddels een uitspraak was gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.