ECLI:NL:RBDHA:2023:5150
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering op basis van gebrek aan nieuwe medische feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, geboren op [geboortedag] 1964, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser heeft een beroep ingesteld tegen de weigering van verweerder om terug te komen op een eerder besluit van 6 maart 2014, waarin zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering werd afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser nieuwe medische stukken moet aanleveren die betrekking hebben op zijn gezondheid op zijn 17e of 18e levensjaar, maar dat hij deze stukken niet heeft overgelegd. Tijdens de zitting heeft eiser bevestigd dat hij dergelijke stukken niet kan aanleveren, waardoor er geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die niet eerder zijn meegenomen in de procedure.
De rechtbank heeft de processtukken en eerdere besluiten van verweerder in overweging genomen. Eiser heeft in het verleden meerdere keren een uitkering aangevraagd, maar deze aanvragen zijn steeds afgewezen op basis van de conclusie dat hij meer dan 75% van het minimumloon kon verdienen. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder terecht niet is teruggekomen op het besluit van 6 maart 2014, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de belastbaarheid van eiser in zijn 17e of 18e jaar aantasten. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.P. Verloop, rechter, en is openbaar uitgesproken. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.