In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de weigering van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Katwijk. Eiser had een vergunning aangevraagd voor de omzetting van een bedrijfswoning naar een plattelandswoning op het perceel aan de Trappenberglaan 50 te Rijnsburg. Het college had deze vergunning in een eerder besluit, gedateerd 26 oktober 2020, verleend, maar in een daaropvolgend besluit van 30 april 2021, na bezwaar van een derde-partij, de vergunning geweigerd. De rechtbank oordeelde dat het college onvoldoende had gemotiveerd dat de omzetting naar een plattelandswoning zou leiden tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat en dat de belangen van de bestaande omliggende bedrijven niet deugdelijk waren afgewogen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het college op om een nieuwe beslissing te nemen, waarbij het ook het griffierecht en de proceskosten aan eiser vergoedde. De rechtbank benadrukte dat het college een eigen afweging moet maken over de aanvaardbaarheid van het woon- en leefklimaat en dat er geen onderzoek was gedaan naar de hinder die de woning zou kunnen ondervinden van de omliggende bedrijfsvoering.