ECLI:NL:RBDHA:2023:5146
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag en afwijzing verzoek voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 april 2023 uitspraak gedaan in de procedure tussen een eiser, die de Sri Lankaanse nationaliteit heeft, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris op 8 maart 2023 niet-ontvankelijk verklaard. De eiser heeft eerder meerdere asielaanvragen ingediend, die allemaal zijn afgewezen. Hij verblijft momenteel in vreemdelingenbewaring en heeft op 19 februari 2023 een nieuwe asielaanvraag ingediend, waarbij hij vreesde voor zijn leven bij terugkeer naar Sri Lanka, vooral na de dood van een vriend die ook in vreemdelingenbewaring zat.
De rechtbank heeft de zaak op 30 maart 2023 behandeld, waarbij de eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen relevante nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere afwijzing van de asielaanvraag kunnen onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Sri Lanka een reëel risico loopt op vervolging of andere ernstige schade. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier mr. N.Y. Majoor, en is openbaar gemaakt.