ECLI:NL:RBDHA:2023:5118

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 maart 2023
Publicatiedatum
12 april 2023
Zaaknummer
C/09/642493 / JE RK 23-270
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

Op 7 maart 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van [minderjarige01], geboren in 2006, naar aanleiding van een verzoekschrift van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk. Het verzoek betreft een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor een periode van zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van [minderjarige01], die gedragsproblemen vertoont en zich onttrekt aan de zorg van zijn ouders en hulpverlening. De ouders hebben ingestemd met het verzoek, omdat zij niet in staat zijn om de benodigde zorg te bieden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en [minderjarige01] is in raadkamer gehoord. De kinderrechter oordeelt dat de opneming in een gesloten accommodatie noodzakelijk is om verdere escalatie van de problemen te voorkomen en om [minderjarige01] de hulp te bieden die hij nodig heeft. De kinderrechter heeft de machtiging verleend van 7 maart 2023 tot 7 september 2023, met de mogelijkheid om eerder over te gaan naar een open setting indien mogelijk. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/642493 / JE RK 23-270
Datum uitspraak: 7 maart 2023

Beschikking van de kinderrechter

Machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

in de zaak naar aanleiding van het op 9 februari 2023 ingekomen verzoekschrift van:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk (hierna te noemen: het college),
betreffende:
- [minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2006 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. I.G.M. van Gorkum.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man01] ,

hierna te noemen: de vader,
en
[de vrouw01] ,
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlage(n);
- de instemmingsverklaring d.d. 15 februari 2023 van een gedragswetenschapper als bedoeld
in artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren
heeft onderzocht.
Op 7 maart 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- [naam01] en [naam02] namens het college;
- [minderjarige01] , bijgestaan door zijn advocaat;
- de ouders.
[minderjarige01] is op 7 maart 2023 voorafgaand aan de zitting in het bijzijn van zijn advocaat ook in raadkamer gehoord.

Feiten

- De vader en de moeder zijn met elkaar gehuwd op 27 april 2007.
- [minderjarige01] is erkend door de vader.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- [minderjarige01] verblijft feitelijk bij de ouders.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige01] toe te voegen.

Verzoek

Het verzoek strekt tot machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van zes maanden.
Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. Er zijn ernstige zogen over de stagnerende ontwikkeling van [minderjarige01] . Hij vertoont ernstige gedragsproblemen waardoor hij is uitgevallen op school en zichzelf en zijn omgeving in onveilige situaties brengt. [minderjarige01] heeft zich meerdere malen onttrokken aan de zorg en het gezag van de ouders en de hulpverlening. De afgelopen tijd is de spanning bij [minderjarige01] erg hoog geweest en hebben de ouders hem continu in de gaten moeten houden. Hierdoor is de draagkracht en de draaglast van de ouders uit balans geraakt. Ook de andere twee kinderen in het gezin lijden hieronder. Ter overbrugging tot de gesloten plaatsing is ambulante spoedhulp ingezet in de thuissituatie. [minderjarige01] heeft al kennis gemaakt bij [instelling01] en kan daar na de zitting meteen terecht. De komende periode is het doel om in een veilige omgeving te werken aan een blijvende gedragsverandering bij [minderjarige01] met behandeling op het gebied van emotieregulatie, coping, weerbaarheid en zelfbeeld. De duur van zes maanden is daarvoor nodig omdat er al veel is geprobeerd en het van belang is dat er opnieuw diagnostisch onderzoek wordt gedaan zodat er een zo goed mogelijk beeld kan worden verkregen over welke behandeling het beste bij [minderjarige01] aansluit. [instelling01] kan dit onderzoek afnemen en de verwachting is dat dit binnen zes maanden kan worden afgerond. Het regionaal expertise team is ook betrokken om mee te denken over het toekomstperspectief.
Door en namens [minderjarige01] is ingestemd met het verzochte. [minderjarige01] ziet zelf ook in dat er zorgen op verschillende gebieden zijn en wil zelf ook graag dat dit verandert. Hij is langs geweest bij [instelling01] en vindt het een goed idee om daar zo snel mogelijk heen te gaan zodat hij de hulp krijgt die hij nodig heeft en weer naar school kan gaan. De advocaat verzoekt daarom namens [minderjarige01] om het verzoek toe te wijzen.
De ouders hebben ingestemd met het verzochte. De ouders houden veel van [minderjarige01] maar kunnen hem op dit moment niet bieden wat hij nodig heeft en vinden het van belang dat hij op een goede plek zit waar hij de hulp krijgt die hij verdient. Het is van belang dat hij toekomstperspectief krijgt en dat er aan zijn zelfbeeld en zelfvertrouwen wordt gewerkt.

Beoordeling

De kinderrechter overweegt dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat het verzoek tot machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp de instemming heeft van de gezaghebbende ouders. Daarmee is voldaan aan alle vereisten in artikel 6.1.2 van de Jeugdwet.
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige01] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de jeugdhulp die hij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat er sprake is van complexe gedragsproblematiek bij [minderjarige01] . Hij is bekend met ADHD in combinatie met een licht verstandelijke beperking en kan de gevolgen van zijn eigen gedrag niet overzien wanneer de spanning hoog oploopt. Hij is impulsief en beïnvloedbaar en zijn coping strategie is verbale agressie, brandstichting en weglopen. [minderjarige01] heeft hele betrokken ouders die veel van hem houden, maar ondanks de inzet van vele hulpverleningstrajecten is het gedrag van [minderjarige01] niet verbeterd. Een eerdere plaatsing bij een open behandelsetting is mislukt en is op dit moment niet haalbaar vanwege de ernst van de gedragsproblematiek en het niet kunnen garanderen van de veiligheid. Het broertje en zusje van [minderjarige01] lijden onder zijn gedrag en de draagkracht en de draaglast van de ouders is uit balans waardoor de thuissituatie niet langer houdbaar is. Het gesloten kader is daarom noodzakelijk om [minderjarige01] een veilige omgeving te bieden waar hij de rust, duidelijkheid en structuur krijgt die hij nodig heeft. De kinderrechter vindt het knap van [minderjarige01] dat hij zelf ook inziet dat hij hulp nodig heeft en dat hij die ook graag wil krijgen. De kinderrechter zal de machtiging daarom toewijzen. Het is van belang dat [minderjarige01] de komende periode laat zien dat hij zijn best doet en weer naar school gaat, dagbesteding heeft en profiteert van de hulpverlening. Tevens zal er diagnostisch onderzoek worden gedaan om te kijken welke behandeling passend is voor hem. Gelet op de stappen die nog moeten worden gezet, acht de kinderrechter de verzochte duur van zes maanden passend en geboden. Indien blijkt dat [minderjarige01] eerder naar een open setting kan zal hiertoe worden overgegaan.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet, van 7 maart 2023 tot 7 september 2023.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2023 door mr. C.M. van der Kleijn, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.