ECLI:NL:RBDHA:2023:5117
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
Op 7 maart 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. Deze zaak volgde op een verzoekschrift van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, ingediend op 19 december 2022. De kinderrechter had eerder op 10 februari 2023 al een tijdelijke machtiging verleend, die liep van 12 februari tot 12 maart 2023. Tijdens de zitting op 7 maart 2023 werd het verzoek tot verlenging van de machtiging besproken, waarbij de moeder van [minderjarige01] aanwezig was, bijgestaan door haar advocaat, mr. C. Ekholm.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de plaatsing van [minderjarige01] bij de vorige pleegouders moeizaam verliep, maar dat de huidige situatie in een nieuw pleeggezin veel beter is. Er is gestart met begeleide omgang tussen de moeder en [minderjarige01], en er zijn positieve ontwikkelingen in de hulpverlening. De kinderrechter oordeelde dat de gronden voor de machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de noodzaak voor stabiliteit en de voortgang van de hulpverlening.
De kinderrechter heeft daarom besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen van 12 maart 2023 tot 12 augustus 2023, in overeenstemming met de duur van de ondertoezichtstelling. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.