ECLI:NL:RBDHA:2023:5093
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag, niet-ontvankelijkheid en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft eiser, geboren op [geboortedag] en van Syrische nationaliteit, op 6 september 2022 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 21 november 2021 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft op 6 januari 2023 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft desgevraagd aangegeven het beroep te handhaven, maar alleen voor wat betreft de proceskosten. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat, nu de asielaanvraag is ingewilligd, het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit op deze aanvraag geen procesbelang meer heeft. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Desondanks heeft eiser het recht om beroep in te stellen vanwege het niet tijdig beslissen, wat de rechtbank aanleiding geeft om verweerder te veroordelen in de proceskosten die eiser heeft gemaakt. De kosten worden vastgesteld op € 418,50, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij de rechtbank de wegingsfactor 'licht' toepast, aangezien het beroep enkel betrekking heeft op het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft in haar beslissing het beroep niet-ontvankelijk verklaard en verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiser. Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.