Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 april 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om de asielaanvraag van eiser niet in behandeling te nemen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser, conform artikel 17 van de Dublinverordening. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld en onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat niet in geschil is dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is. De rechtbank heeft de terughoudendheid van de staatssecretaris in het gebruik van zijn bevoegdheid om de asielaanvraag onverplicht in behandeling te nemen, erkend. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere, individuele omstandigheden zijn die zouden rechtvaardigen dat de asielaanvraag van eiser onverplicht in behandeling wordt genomen.
Eiser heeft niet aangetoond dat hij in Duitsland geen adequate medische zorg kan krijgen voor zijn maag-darmproblematiek, en de rechtbank is van oordeel dat Duitsland dezelfde medische verzorgingsmogelijkheden biedt als Nederland. Daarnaast heeft eiser zijn gestelde band met een Nederlandse vriendin niet met documenten onderbouwd, en de rechtbank wijst erop dat de Dublinverordening niet bedoeld is als een route voor verblijf bij een gezinslid in Nederland. De rechtbank heeft de beslissing van de staatssecretaris om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen, als voldoende gemotiveerd beschouwd en het beroep ongegrond verklaard.