ECLI:NL:RBDHA:2023:5085
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid onder de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 april 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Turkse nationaliteit, heeft op 1 november 2022 een asielaanvraag ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Dit is gebaseerd op een eerdere asielaanvraag die eiser op 17 september 2022 in Oostenrijk heeft ingediend. De rechtbank heeft het beroep van eiser, dat samen met een andere zaak werd behandeld, op 6 april 2023 op zitting behandeld. Eiser was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en er was een tolk aanwezig. De rechtbank heeft overwogen dat de verantwoordelijkheidsverdeling onder de Dublinverordening correct is toegepast. Eiser heeft aangevoerd dat hij van zijn broer is gescheiden in Oostenrijk en dat hij bij zijn twee broers in Nederland wil blijven. De rechtbank oordeelde echter dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om af te wijken van de standaardprocedure. De familiebanden waren niet voldoende onderbouwd en er was geen afhankelijkheidsrelatie aangetoond. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.