ECLI:NL:RBDHA:2023:5041
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit op verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid
In deze zaak heeft eiser, wonend in Italië, op 8 november 2022 een beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het bestuur van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie op zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). Eiser had op 23 september 2022 een Woo-verzoek ingediend, waarin hij informatie vroeg over de mandatering van het voorzitterschap van de ledenraad en andere gegevens. Verweerder heeft op 8 november 2022 een besluit genomen en dit aan eiser toegezonden. Eiser heeft echter betoogd dat verweerder niet geloofwaardig is in zijn stelling dat er geen aanvullende documenten zijn aangetroffen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het besluit van 8 november 2022 een beslissing op het Woo-verzoek inhoudt, waardoor eiser geen belang meer heeft bij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Dit heeft geleid tot de niet-ontvankelijkheid van dat beroep. De rechtbank heeft ook overwogen dat de kosten die een professionele gemachtigde maakt voor het indienen van het beroep alleen vergoed kunnen worden als de eiser een gemachtigde heeft, wat hier niet het geval was.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de Wet Dwangsom niet van toepassing is op de Woo, en dat verweerder geen dwangsom heeft verbeurd. Het beroep tegen het besluit van 8 november 2022 is ongegrond verklaard, omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er meer documenten bij verweerder aanwezig zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder uitvoerig heeft gezocht naar de gevraagde documenten en dat het niet ongeloofwaardig is dat deze niet zijn aangetroffen. De rechtbank heeft de uitspraak op 12 april 2023 gedaan, waarbij het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk is verklaard en het beroep tegen het besluit van 8 november 2022 ongegrond is verklaard.