ECLI:NL:RBDHA:2023:5040
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake de Wet openbaarheid van bestuur en het niet tijdig nemen van een besluit
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft eiser, wonend in Italië, beroep ingesteld tegen het bestuur van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. De zaak betreft een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) dat door verweerder op 22 maart 2022 is afgehandeld. Eiser had eerder, op 28 juni 2021, verzocht om openbaarmaking van een geluidopname en een verslag van de algemene ledenvergadering van 22 juni 2021. Verweerder weigerde dit verzoek, stellende dat het verslag zich nog in de conceptfase bevond en dat openbaarmaking pas na goedkeuring door de ALV op 9 juni 2022 mogelijk was.
Eiser heeft op 8 april 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn Wob-verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat op het moment van indienen van het beroep al een besluit was genomen, waardoor het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat het besluit van 22 maart 2022 moet worden gezien als een beslissing op bezwaar, maar dat eiser geen belang meer had bij de beoordeling daarvan, aangezien het definitieve verslag inmiddels openbaar was gemaakt en ook opnames beschikbaar waren op YouTube.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de vraag of opnames vernietigd mogen worden en de beslissing om minder uitgebreide verslagen te maken buiten de omvang van het geding vallen. Eiser kon deze stellingen niet voorleggen aan de bestuursrechter. Uiteindelijk heeft de rechtbank beide beroepen niet-ontvankelijk verklaard en geen aanleiding gezien om proceskosten te veroordelen, zowel voor eiser als voor verweerder.