ECLI:NL:RBDHA:2023:4972

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
C/09/639086 / HA ZA 22-1007
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in civiele procedure tussen Scot Advocaten B.V. en gedaagde

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 1 maart 2023, is een bevoegdheidsincident aan de orde. Eiseres, Scot Advocaten B.V., heeft in de hoofdzaak een vordering ingesteld tegen gedaagde, waarbij zij betaling van € 25.541,65 vordert, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Gedaagde heeft verweer gevoerd en in reconventie gevorderd dat Scot Advocaten het gelegde conservatoire beslag opheft en specificaties van telefoonrekeningen overlegt. Gedaagde heeft tevens een incidentele vordering ingediend om de rechtbank zich uit te laten spreken over haar bevoegdheid, met het verzoek om de zaak door te verwijzen naar de kantonrechter indien de rechtbank zich onbevoegd acht.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de vordering van Scot Advocaten het bedrag van € 25.000,- overschrijdt, omdat naast de facturen ook buitengerechtelijke incassokosten en een factuur aan een Singaporese vennootschap zijn inbegrepen. De rechtbank heeft de incidentele vordering van gedaagde afgewezen, omdat de totale vordering van Scot Advocaten boven de grens van € 25.000,- ligt. De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak. Scot Advocaten krijgt een termijn voor het indienen van de conclusie van antwoord in reconventie, en de zaak is verwezen naar de rol van 12 april 2023 voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/639086 / HA ZA 22-1007
Vonnis in incident van 1 maart 2023
in de zaak van
SCOT ADVOCATEN B.V.te Terneuzen,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. S.B.A. Lhachmi te Terneuzen,
tegen
[gedaagde]te [plaats],
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiser in reconventie in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. drs. M.R. van Leeuwen te Zoetermeer.
Partijen zullen hierna Scot Advocaten en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 november 2022, met producties 1 tot en met 5;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot verwijzing naar de kantonrechter alsmede de (voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties 1 tot en met 3;
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is in het incident een datum voor vonnis bepaald.

2.De beoordeling

in het incident

2.1.
Scot Advocaten vordert in de hoofdzaak in conventie – samengevat – betaling van € 25.541,65, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dagvaarding, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, waaronder de beslagkosten. Scot Advocaten heeft haar vordering gebaseerd op de volgens haar met [gedaagde] gesloten overeenkomst tot het verrichten van juridische dienstverlening. [gedaagde] zou de hiervoor verzonden facturen tot een bedrag van € 24.521,44 niet hebben betaald. Daarnaast maakt Scot Advocaten aanspraak op een bedrag van € 1.020,21 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.2.
[gedaagde] heeft hiertegen verweer gevoerd en in reconventie gevorderd te bepalen dat Scot Advocaten het gelegde conservatoire beslag moet opheffen en – indien mocht blijken dat er sprake is van bewijslast aan de kant van [gedaagde] – dat Scot Advocaten verplicht is specificaties van telefoonrekeningen over te leggen voor zover die zien op de bij dagvaarding overgelegde declaraties, met veroordeling van Scot Advocaten in de proceskosten.
2.3.
In het incident vordert [gedaagde] dat de rechtbank zich uitspreekt over haar bevoegdheid in deze zaak, waarbij wordt verzocht om bij onbevoegdheid de zaak door te verwijzen naar een andere instantie, de rechtbank begrijpt: naar de kamer voor kantonzaken, met veroordeling van Scot Advocaten in de proceskosten. Hij voert daartoe aan dat de facturen waarvan betaling is gevorderd zien op een bedrag van in totaal € 21.781,44. Scot Advocaten voert verweer en verzoekt de incidentele vordering af te wijzen, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het incident. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.
2.4.
In artikel 93 aanhef en onder b van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv) is bepaald dat zaken betreffende vorderingen met een beloop van ten hoogste € 25.000, de tot aan de dag van dagvaarding verschenen rente daarbij inbegrepen, worden behandeld en beslist door de kantonrechter, tenzij de rechtstitel dat bedrag te boven gaat en die rechtstitel wordt betwist. In artikel 94 lid 1 Rv is bepaald dat indien een zaak meer dan één vordering als bedoeld in artikel 93 onder a of b betreft, voor de toepassing van dat artikel beslissend is het totale beloop of de totale waarde van deze vorderingen. Het betreft daarbij steeds het totale beloop of de totale waarde van de vorderingen van één eisende partij tegen één gedaagde partij. Indien de eisende partij meerdere vorderingen heeft ingesteld tegen meerdere gedaagden, dan moet voor elke gedaagde afzonderlijk worden bezien welke kamer de zaak moet behandelen en beslissen.
2.5.
De rechtbank volgt [gedaagde] niet in zijn stelling dat de vordering van Scot Advocaten minder dan € 25.000,- bedraagt. Scot Advocaten vordert namelijk niet alleen betaling van de als productie 2 overgelegde facturen tot € 21.781,44, maar ook van € 1.020,21 aan buitengerechtelijke incassokosten en daarnaast nog – naar de rechtbank begrijpt onder verwijzing naar de laatste pagina van productie 3 bij dagvaarding – betaling van een aan de Singaporese vennootschap Zay.Works Pte. Ltd. gerichte factuur van € 2.740,-. Dat laatste bedrag telt mee in het totale beloop van de vordering omdat Scot Advocaten vordert dat [gedaagde] (ook) dat bedrag betaalt. Dat betekent dat de vordering van Scot Advocaten op [gedaagde] in totaal € 25.541,65 bedraagt.
2.6.
De vordering in het incident zal dus worden afgewezen. De rechtbank zal de beslissing over de proceskosten in dit incident aanhouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak.
in de hoofdzaak
2.7.
Scot Advocaten krijgt in de hoofdzaak een termijn voor het indienen van de conclusie van antwoord in reconventie. Daarvoor wordt de zaak verwezen naar de rol van 12 april 2023.
2.8.
De volgende stap in de hoofdzaak is de mondelinge behandeling. Vanwege achterstanden kan het enige tijd duren voordat er zittingsruimte beschikbaar is en de zitting kan worden gepland. De zaak wordt daarom na de conclusie van antwoord in reconventie verwezen naar een
fictieve roldatumin de toekomst om te voorkomen dat de zaak steeds opnieuw wordt aangehouden. Zodra er zittingsruimte beschikbaar is, worden via het roljournaal verhinderdata opgevraagd. Als er tijdig verhinderdata worden opgegeven, wordt daarmee zoveel mogelijk rekening gehouden bij het plannen van een zitting. Het is dus van belang om het roljournaal wekelijks te raadplegen.
2.9.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
houdt de beslissing over de kosten in het incident aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
12 april 2023voor het indienen van een conclusie van antwoord in reconventie door Scot Advocaten;
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2023. [1]

Voetnoten

1.type: 3086