De heer [naam 3] (hierna: [naam 3] ) heeft – in afwijking van wat in de dagvaarding is vermeld – wel zelf aanspraak gemaakt op vergoeding van de zorgkosten van Zorgcentrum [x] met de brief van 27 april 2017, die is opgesteld door de daarin genoemde advocaat mr. Sivro. Daarin staat de naam van [naam 1] niet goed, maar het is duidelijk wie er wordt bedoeld. Bij de brief was ook een factuur gevoegd. Het in de factuur genoemde bedrag is later bijgesteld. Zilveren Kruis is gehouden om zorgkosten te vergoeden. De administratieve omissies rond de factuur en/of de declaratie staan daar niet aan in de weg. Het was de bedoeling dat rechtstreeks aan Zorgcentrum [x] zou worden betaald, dat blijkt duidelijk uit de stukken die toen aan Zilveren Kruis zijn gestuurd.
[naam 1] is met [naam 3] in contact gekomen via zijn buurvrouw, aan wie zij zorg verleende. Toen [naam 3] klachten kreeg en naar het ziekenhuis moest voor onderzoek heeft hij [naam 1] gevraagd om hem te helpen. Sindsdien heeft zij hem steeds begeleid en verzorgd.
U vraagt of met [naam 3] is besproken dat Zorgcentrum [x] geen contract had met de verzekeraar en hoe hij de rekening zou betalen. [naam 3] heeft in de periode dat hij werd verzorgd door [naam 1] meermalen contact gehad met de verzekering en hij en Zorgcentrum [x] vertrouwden erop dat de kosten zouden worden vergoed. Hij heeft altijd premie betaald.
Zilveren Kruis had de zorgkosten moeten vergoeden aan Zorgcentrum [x] zoals in de dagvaarding uitgewerkt.
Met zaakwaarneming wordt bedoeld dat Zorgcentrum [x] de zorg op zich heeft genomen net als een zorgaanbieder die het administratief beter regelde. En omdat Zilveren Kruis nu geen vergoeding heeft betaald is zij in feite verrijkt ten koste van Zorgcentrum [x].
Voor het verlenen van verzorging is geen indicatiestelling nodig. Dit moet alleen bij verpleegkundige zorg, die niet door Zorgcentrum [x] werd verleend.
Zilveren Kruis heeft ten onrechte aangevoerd dat er geen btw in rekening mocht worden gebracht, dat mocht wel want er was een winstoogmerk.
Het is opmerkelijk dat Zilveren Kruis contact heeft gezocht met de commissaris van Zorgcentrum [x]. Voor inschrijving van een persoon als commissaris bij de Kamer van Koophandel is het nodig dat diegene zich legitimeert en een document ondertekent.
Er is geen sprake van verjaring. [naam 3] heeft tijdens zijn leven – in 2017 – een declaratie ingediend. Zorgcentrum [x] heeft in 2019 een brief verzonden aan Zilveren Kruis. Daarmee is de verjaring gestuit.
Het is zeer ongebruikelijk om te verzoeken om een proceskostenveroordeling ter hoogte van drie maal het liquidatietarief. Dat kan alleen bij misbruik van procesrecht en dat is hier niet zo.
In de administratie van Zilveren Kruis is niets te vinden over contact met [naam 3] over de rekeningen van Zorgcentrum [x]. Dit terwijl normaal gesproken elk telefonisch contact wordt geregistreerd in het klantcontactsysteem. Er is alleen de brief van 27 april 2017 en het is onduidelijk of [naam 3] die zelf heeft ondertekend. In reactie op de brief is uitgelegd wat er aan informatie ontbrak en daarop is ook niet gereageerd door of namens [naam 3] . In de dagvaarding staat ook dat [naam 3] zelf geen zorgkosten van Zorgcentrum [x] heeft gedeclareerd bij Zilveren Kruis.
Zilveren Kruis vergoedt de kosten voor verzekerde niet-gecontracteerde zorg alleen aan de verzekerden zelf of aan hun erfgenamen. Dat kan niet aan anderen worden overgedragen volgens de polisvoorwaarden, ook niet aan de zorgaanbieder.
Ook voor verzorging is een indicatiestelling door een HBO-verpleegkundige nodig om in aanmerking te komen voor een vergoeding op grond van de ziektekostenverzekering.
In dit geval is volstrekt onduidelijk of er zorg is geleverd die volgens de polisvoorwaarden voor vergoeding in aanmerking kwam. En als dat zo zou zijn, dan was het [naam 3] die aanspraak kon maken op vergoeding, niet Zorgcentrum [x].