Overwegingen
1. Eiser stelt dat hij de Colombiaanse nationaliteit heeft en dat hij is geboren op [geboortedatum] 2007. Eisers vader, heeft als referent, namens eiser, op 26 november 2021 een aanvraag ingediend voor het doel verblijf als familie- of gezinslid bij referent op grond van artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
2. Verweerder heeft de aanvraag van eiser afgewezen, omdat eiser niet in het bezit is van een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (mvv). Eiser komt niet in aanmerking voor vrijstelling van het mvv-vereiste omdat zijn uitzetting niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM. Verweerder erkent dat eiser familieleven heeft met de vader maar de belangenafweging valt volgens verweerder uit in het nadeel van eiser. Daartoe heeft verweerder – kort samengevat – overwogen dat aan het familieleven van eiser op afstand invulling gegeven kan worden, dit werd namelijk ook voor de komst van eiser op deze manier gedaan. De vader heeft ook langere periodes in Europa gewoond terwijl eiser in Colombia verbleef. Eiser heeft niet met stukken onderbouwd dat en in welke mate hij en zijn vader invulling hebben gegeven aan het gezinsleven in de periode dat eiser in Colombia woonde en evenmin vanaf de periode dat eiser in Nederland woont. Ook is niet aangetoond dat de vader eiser altijd financieel heeft onderhouden. Eisers moeder woont in Colombia en niet voldoende is aangetoond dat zij niet meer voor hem kan zorgen. Ook is niet aangetoond dat er een afhankelijkheidsrelatie bestaat tussen de vader en [halfbroer] , de zoon van de vader en zijn Nederlandse partner. Daarom valt niet in te zien waarom de vader eiser niet zou kunnen volgen naar Colombia.
Verder maakt het primaire besluit onderdeel uit van het bestreden besluit. In het primaire besluit staan nog enkele argumenten voor het standpunt dat de belangenafweging in het kader van familieleven in het nadeel van eiser uitvalt, namelijk: het is niet met stukken aangetoond dat eiser voor zijn komst naar Nederland bij zijn oma vaderszijde woonde; het gezinsleven is geïntensiveerd in een periode waarin eiser geen rechtmatig verblijf had in Nederland, en er zijn geen objectieve belemmeringen om het gezinsleven in Colombia uit te oefenen.
Daarnaast is verweerder van mening dat eiser wel privéleven heeft in Nederland maar hij heeft tot zijn twaalfde levensjaar in Colombia gewoond waardoor verwacht mag worden dat hij daar nog privéleven heeft of dat hij dit kan opbouwen. Hij zal de taal nog kunnen spreken en bekend zijn met het land en de cultuur. Terugkeer zal niet makkelijk zijn, maar er zijn geen indicaties gevonden dat er onoverkomelijke of bijzondere obstakels voor eiser bestaan om zich wederom in Colombia te vestigen. Ook komt eiser niet in aanmerking voor vrijstelling van het mvv-vereiste op grond van de hardheidsclausule.
3. Eiser stelt zich op het standpunt dat de belangenafweging in zijn voordeel moet uitvallen. Eiser is nu vijftien jaar oud en verblijft sinds 10 juli 2019 bij zijn vader in Nederland. Dat is voor iemand van zijn leeftijd een zeer lange periode. Eiser is inmiddels geworteld in Nederland. Hij heeft vrienden en gaat hier naar school. Juist deze jaren van pubertijd zijn belangrijke vormende jaren en stabiliteit is dan ook van belang. Eiser woont bij de vader en zijn Nederlandse partner en zijn halfbroertje [halfbroer] . [halfbroer] is afhankelijk van eiser en zou hem niet kunnen missen.
Verweerder stelt wel dat het gezinsleven ook in Colombia uitgeoefend kan worden, maar de uitoefening daarvan via videobellen is volstrekt niet te vergelijken met familieleven zoals dit in Nederland plaatsvindt. De vader en zijn partner hebben hun leven in Nederland met twee kinderen. Zij wonen en werken hier. In Colombia kunnen zij zich niet handhaven en dus ook het gezinsleven niet uitoefenen. De partner van de vader heeft ook geen verblijfsrecht in Colombia voor langer dan de vrije termijn.
Verder is gebleken dat eisers moeder in Colombia blijvend niet voor eiser kan zorgen en dat zijn grootmoeder, die deze rol eerder op zich heeft genomen, dit ook niet meer kan door haar psychische problemen en hartproblemen. Hiervoor verwijst eiser naar de niet vertaalde diagnose van 13 juni 2022 van onder meer haar hartstoornissen. Daarbij komt dat de kinderbescherming in Colombia heeft bepaald dat de moeder van eiser wordt ontheven uit het ouderlijk gezag en dat dit eenhoofdig wordt toegekend aan zijn vader. Eiser verwijst daarbij naar de beslissing van het Colombiaans Instituut voor Gezinswelzijn van 25 juli 2022. Daarnaast verwijst eiser om de intensiteit van het familieleven tussen de vader en eiser aan te tonen nog naar een verklaring van de partner van vader en de vader van 28 september 2022 en naar een verklaring van hun buren van 6 augustus 2022.
Eiser voert verder aan dat niet wordt betwist dat het gezin samenwoont en dat daar logischerwijs ook uit volgt dat de vader voor beide kinderen zorgt en dat deze kinderen hem beide nodig hebben. Er is dus sprake van een afhankelijkheidsrelatie.
Eiser voert tot slot aan dat sprake is van bijzondere en individuele omstandigheden, op grond waarvan eiser had moeten worden vrijgesteld van het mvv-vereiste. Verweerder had gebruik moeten maken van zijn discretionaire bevoegdheid om eiser, al dan niet op basis van de hardheidsclausule, toch in het bezit te stellen van een verblijfsvergunning.
4. De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat de familierechtelijke relatie tussen eiser en de vader is aangetoond en dat sprake is van beschermenswaardig familie- of gezinsleven in de zin van artikel 8 van het EVRM. In geschil is de vraag of verweerder de belangenafweging in het nadeel van eiser mocht laten uitvallen.
5. Beoordeeld moet worden of uit artikel 8 van het EVRM een positieve verplichting van verweerder voortvloeit om aan eiser een verblijfsrecht te verstrekken. Daartoe dient een belangenafweging te worden gemaakt waarbij een ‘fair balance’ moet worden gevonden tussen het tussen het belang van de Nederlandse overheid om een restrictief toelatingsbeleid te voeren en het belang van eiser om met zijn gezinsleden het recht op gezinsleven in Nederland uit te oefenen. De rechtbank moet beoordelen of verweerder in de belangenafweging de nadelige elementen voor eiser zwaarder mocht laten wegen dan de gunstige elementen. De rechtbank mag dit alleen terughoudend toetsen. Deze terughoudende toets betekent dat de rechtbank niet zelf de betrokken belangen mag afwegen, maar dat de rechtbank moet beoordelen of verweerder alle relevante belangen heeft betrokken en in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen.
6. De rechtbank oordeelt dat verweerder eisers belangen zorgvuldig heeft afgewogen en de belangenafweging niet ten onrechte in het nadeel van eiser heeft laten uitvallen. De rechtbank zal dit hieronder verder uitleggen.
7. Eiser heeft de intensiteit van het familieleven in Colombia tussen hem en de vader onvoldoende onderbouwd. Eiser heeft een aantal foto’s overgelegd waarop hij en zijn vader te zien zijn. Hier blijkt echter – zonder nadere motivering – de intensiteit van het familieleven in Colombia niet uit. Verder heeft eiser een document van 30 mei 2008 van zijn school in Colombia overgelegd. Uit dit document blijkt slechts dat eiser in Colombia naar school is geweest en dat de vader in Colombia gezien werd als de vader en voogd van
eiser. Hieruit blijkt niet in hoeverre de vader betrokken is geweest bij het (school)leven van eiser in Colombia.
Daarnaast heeft eiser de intensiteit van het familieleven in Nederland tussen hem en de vader onvoldoende onderbouwd. Eiser heeft documenten van zijn school in Nederland1 overgelegd. Daar blijkt wel uit dat eiser in Nederland naar school is geweest, maar niet de intensiteit van het familieleven in Nederland van eiser en de vader. Verder heeft eiser nog twee verklaringen overgelegd, een verklaring van zijn buren van 6 augustus 2022 en een verklaring van de vader en zijn partner van 28 september 2022. Uit deze verklaringen blijkt ook onvoldoende wat de intensiteit is van het familieleven noch of de vader, zijn partner, eiser en [halfbroer] samenwonen dan wel samen hebben gewoond in Nederland.
In dat verband heeft de vader ter zitting toegelicht dat hij in november 2022 het huis van zijn partner heeft verlaten en dat de relatie daarna is verbroken. De partner van de vader wordt daarom hierna (ex)partner genoemd. Verder heeft de vader ter zitting verklaard dat hij en eiser ook niet bij elkaar wonen. Eiser woont bij zijn tante in [plaats 1] en de vader woont bij een vriend in de buurt van [plaats 1] . Over [halfbroer] heeft de vader nog verklaard dat hij wel omgang met hem heeft, maar niet het gezag over [halfbroer] heeft. Deze omstandigheden kunnen echter gelet op de ex-tunc toetsing niet bij de beoordeling van het bestreden besluit worden betrokken.
Verder hebben eiser en de vader in ieder geval van oktober 2011 tot november 2015 en van maart 2017 tot juli 2019 gescheiden van elkaar geleefd, omdat de vader in Europa verbleef en eiser in Colombia. Het is niet duidelijk op welke wijze en in welke mate zij destijds invulling hebben gegeven aan het familieleven.
Niet is gebleken dat tussen eiser en de vader geen familieleven op afstand uitgeoefend kan worden. Vóór de komst van eiser in Nederland is daar namelijk ook uitvoering aan gegeven door gebruik te maken van videobellen. De rechtbank begrijpt dat familieleven uitoefenen via een videoverbinding anders is dan het familieleven wat zij in Nederland uit kunnen oefenen, maar dat maakt echter niet dat zij niet op afstand invulling kunnen geven aan het familieleven zoals zij dat voorheen deden. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd waarom dit niet mogelijk is. Ter zitting heeft de vader nog benadrukt dat hij de veiligheid van zijn zoon wil garanderen en hij daarom wil dat zijn zoon in Nederland kan blijven. De rechtbank volgt echter het standpunt van verweerder ter zitting, dat er geen vrije domiciliekeuze bestaat, hoe hard dat ook mag klinken. De beroepsgrond slaagt niet.
Familieleven uitoefenen in Colombia
8. De rechtbank is verder van oordeel dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat het niet mogelijk is voor de vader, zijn (ex)partner en [halfbroer] om met eiser naar Colombia te reizen. Eiser heeft namelijk niet nader onderbouwd dat er belemmeringen bestaan. Verder heeft eiser ook niet onderbouwd dat het van de (ex)partner van de vader en [halfbroer] niet gevergd kan worden dat zij eventueel in Colombia familieleven uitoefenen samen met eiser en de vader. De beroepsgrond slaagt niet.
De moeder en oma van eiser
9. Eiser heeft ook onvoldoende aangetoond dat zijn moeder en oma, die in Colombia wonen, niet meer voor hem kunnen zorgen. Eiser heeft verwezen naar de vertaling van de beslissing van het Colombiaans Instituut voor Gezinswelzijn van 25 juli 2021 (hierna: de
1. Dossierstuk 6 en dossierstuk 52, p. 11.
beslissing). In deze beslissing staat dat destijds de voogdij over eiser was toegekend aan zijn oma, omdat zijn moeder in de plaats [plaats 2] werkte en zijn vader in Nederland woonde. Eisers oma heeft verzocht om de voogdij te beëindigen en deze over te dragen aan de vader, omdat eiser al drie jaar in Nederland woont. De moeder van eiser heeft ingestemd met deze beslissing, waardoor de zorg en opvoeding over haar zoon overgaat op de vader. Volgens zijn moeder kan eiser namelijk in betere omstandigheden met meer kansen in Nederland opgroeien. De vader heeft hier ook mee ingestemd. Hij wil de voogdij over eiser op zich nemen omdat eiser in Nederland – kort gezegd – betere opleidingsmogelijkheden heeft en kan werken. De rechtbank stelt vast dat uit de beslissing blijkt dat aan de vader de voogdij over eiser is toegekend. Uit de beslissing blijkt echter niet dat eisers moeder of oma niet meer voor hem kunnen of willen zorgen. Dat blijkt ook niet uit het niet vertaalde document over de gezondheidssituatie van eisers oma. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat ter zitting is besproken dat uit de beslissing blijkt dat de vader en moeder van eiser gezamenlijk gezag hebben over eiser. Dat heeft eiser ook niet betwist. De beroepsgrond slaagt niet.
Afhankelijkheidsrelatie tussen de vader en [halfbroer]
10. De stelling van eiser dat hij (destijds) met de vader en zijn (ex)partner en [halfbroer] samenwoont, betekent niet direct dat er sprake is van een afhankelijkheidsrelatie tussen de vader en [halfbroer] . Deze afhankelijkheidsrelatie is ook niet onderbouwd. De beroepsgrond slaagt daarom niet.
11. Verweerder heeft verder mogen overwegen dat het privéleven dat eiser heeft opgebouwd in Nederland, er niet toe leidt dat de belangenafweging in zijn voordeel moet uitvallen. Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiser het grootste deel van zijn leven in Colombia heeft gewoond en nooit rechtmatig verblijf heeft gehad in Nederland. Dat eiser in Nederland privéleven heeft opgebouwd door naar school te gaan en daar vrienden heeft gemaakt, komt dan ook voor rekening en risico van eiser zelf. Eiser is ook pas vanaf zijn twaalfde levensjaar in Nederland. Hierdoor kan verwacht worden dat hij de taal en de cultuur in Colombia kent en hij daar ook (opnieuw) zijn leven op kan bouwen. De rechtbank begrijpt dat dit lastig kan zijn voor eiser, maar eiser heeft nog familieleden in Colombia die hem wellicht kunnen helpen om zijn leven daar weer op te bouwen.
Eiser heeft verder een beroep gedaan op de hardheidsclausule, maar hij heeft niet uitgelegd waarom het standpunt van verweerder hierover in het bestreden besluit onjuist is. De beroepsgrond slaagt niet.
12. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.