Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 837,00.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. G.J. Dijkman, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. E. Sweerts, had deze aanvraag niet in behandeling genomen, met als argument dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 21 februari 2023 behandeld, waarbij verzoekster aanwezig was met haar gemachtigde en een tolk. Tijdens de zitting is ook de samenhang met een andere zaak, NL23.2159, besproken. De voorzieningenrechter heeft in die andere zaak uitspraak gedaan, waardoor het verzoek om voorlopige voorziening in deze zaak niet meer nodig was. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
Desondanks heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten die verzoekster heeft gemaakt. Deze kosten zijn vastgesteld op € 837,00, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de rechtsbijstand verleend door een derde. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.