ECLI:NL:RBDHA:2023:4814

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
AWB 22/8039
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

Op 6 april 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer AWB 22/8039. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. S. de Vaal, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 28 november 2022 het bezwaar van verzoeker tegen een eerder besluit van 21 april 2022 ongegrond had verklaard. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van de bodemzaak.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het beroep in de bodemzaak ongegrond is verklaard. Hierdoor is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, aangezien de uitkomst van de bodemzaak al vaststaat. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen.

Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 22/8039

uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 april 2023 in de zaak tussen

[naam] , verzoeker,

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. S. de Vaal),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, staatssecretaris.

Inleiding

Bij besluit van 28 november 2022 heeft de staatssecretaris het bezwaar van verzoeker tegen het besluit van 21 april 2022 ongegrond verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld. Tevens heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Bij uitspraak van 6 april 2023, heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak waarover dit verzoek om een voorlopige voorziening gaat ongegrond verklaard.
2. De voorzieningenrechter wijst daarom het verzoek om een voorlopige voorziening af. Omdat de rechtbank het beroep ongegrond heeft verklaard, is namelijk geen voorlopige voorziening meer nodig.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L. Willems-Keekstra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.B.A. Mensink, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.