ECLI:NL:RBDHA:2023:4762

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 maart 2023
Publicatiedatum
5 april 2023
Zaaknummer
NL22.26497
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. E.R. Hagenaars, beroep ingesteld tegen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, namelijk achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank heeft een nadere beslistermijn van maximaal zestien weken vastgesteld voor de staatssecretaris om alsnog een besluit te nemen. Tevens is er aanleiding gezien om een rechterlijke dwangsom op te leggen van € 100 per dag, met een maximum van € 7.500, indien de staatssecretaris niet binnen de gestelde termijn beslist. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen de gestelde termijn een besluit te nemen, alsook de proceskosten van eiser vastgesteld op € 418,50.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.26497

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.R. Hagenaars),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Inleiding

Eiser heeft beroep ingesteld.
Verweerder heeft de gelegenheid van verweer gehad.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting omdat artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
☒ Ja
☐ Nee
Is er een correcte ingebrekestelling en is het beroep meer dan twee weken later ingesteld?
☒ Ja
☐ Nee
Is het beroep gegrond?
☐ Nee
Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
☒ Ja
Heeft eiser de rechtbank verzocht om de bestuurlijke dwangsom vast te stellen?
☐ Verweerder heeft al een besluit genomen over de dwangsom.
☐ Ja
☒ Nee, verweerder moet de dwangsom daarom nog vaststellen.
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
☐ Verweerder heeft geen bijzondere omstandigheden gesteld. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen wordt verstuurd.
☒ Er is sprake van bijzondere omstandigheden. Er zijn achterstanden in de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank acht een nadere beslistermijn van maximaal zestien weken na de datum van verzending van deze uitspraak redelijk. Hierbij wordt zowel recht gedaan aan het belang van verweerder om een zorgvuldige beslissing te nemen, als aan het belang van eiser om op korte termijn een beslissing te krijgen op de aanvraag.
☐ Er is sprake van bijzondere omstandigheden, de rechtbank heeft verweerder echter eerder al een termijn gesteld zonder dat verweerder heeft beslist. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van veertien dagen vanaf de datum waarop de uitspraak naar partijen is verstuurd.
☐ Er is sprake van bijzondere omstandigheden, met de door verweerder genoemde termijn wordt echter de uiterste termijn overschreden van 21 maanden zoals genoemd in artikel 31, vijfde lid, van de Procedurerichtlijn. De rechtbank ziet daarom aanleiding om verweerder op te dragen zo snel mogelijk op de asielaanvraag te beslissen, maar uiterlijk twee weken na verzending van deze uitspraak
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
☒ Ja
☐ Nee
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?☒ € 100 per dag met een maximum van € 7.500.
☐ Een ander bedrag.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
☒ Ja
☐ Nee
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?De volgende proceskosten worden toegekend:
☒ 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
☐ 1 punt voor de nadere reactie(s)
☐ 0,5 punt voor een nadere reactie
met een waarde per punt van € 837 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
☐ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
☒ verklaart het beroep gegrond;
☐ stelt de door verweerder verbeurde dwangsom vast op € 1.442;
☒ draagt verweerder op binnen zestien weken na de verzending van deze uitspraak een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
☐ draagt verweerder op uiterlijk op _______________________ een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
☒ bepaalt dat verweerder aan belanghebbende een dwangsom van ☒ € 100 / ☐ € 200 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van ☒ € 7.500;
☒ veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 418,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.