ECLI:NL:RBDHA:2023:4737
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Spanje
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een Syrische nationaliteit houder, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld, wat leidt tot een aparte hoofdzaak met kenmerk NL23.5530.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan. Verweerder heeft aangegeven dat hij een advies zal inwinnen bij het Bureau Medische Advisering (BMA) over de medische situatie van verzoeker, naar aanleiding van de door verzoeker overgelegde medische stukken. Verweerder verzet zich niet tegen het toewijzen van de gevraagde voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, het bestreden besluit geschorst en bepaald dat verzoeker niet mag worden overgedragen aan Spanje totdat er op het beroep tegen het bestreden besluit is beslist. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 837,00, die aan de rechtsbijstandverlener moet worden betaald omdat aan verzoeker een toevoeging is verleend. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.