ECLI:NL:RBDHA:2023:4685

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 maart 2023
Publicatiedatum
4 april 2023
Zaaknummer
NL22.8980
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak

In de zaak tussen [naam], verzoekster, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 maart 2023 uitspraak gedaan. Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen een besluit van 27 april 2022, waarin haar bezwaar tegen de vaststelling dat zij nooit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad, kennelijk ongegrond werd verklaard. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat het bestreden besluit schorsende werking zou krijgen totdat op het beroep was beslist.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In een eerdere uitspraak in een verwante zaak (NL22.8979) heeft de rechtbank het beroep van verzoekster gegrond verklaard, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig was. Het verzoek om een voorlopige voorziening is daarom als kennelijk ongegrond afgewezen.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter verweerder veroordeeld in de proceskosten die verzoekster heeft gemaakt, vastgesteld op € 837, en bepaald dat verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht van € 184 moet vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.8980

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoekster

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. F.A. van den Berg),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 27 april 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster tegen de vaststelling dat zij nooit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad kennelijk ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat aan het bestreden besluit schorsende werking wordt verleend totdat op het beroep is beslist.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag in de zaak met nummer NL22.8979 heeft de rechtbank het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft gegrond verklaard. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Om die reden wordt het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. De voorzieningenrechter ziet in de uitkomst van het beroep aanleiding om verweerder te veroordelen in de door verzoekster gemaakte proceskosten en om te bepalen dat verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht ter hoogte van € 184 moet vergoeden. De proceskosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 837 bestaande uit een punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
 wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
 veroordeelt verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten ter hoogte van € 837 (achthonderdzevenendertig euro);
 bepaalt dat verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht ter hoogte van € 184 (honderdvierentachtig euro) moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W. Anker, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.