ECLI:NL:RBDHA:2023:442

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 januari 2023
Publicatiedatum
19 januari 2023
Zaaknummer
C/09/639326 / JE RK 22-2545
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblemen

Op 6 januari 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, geboren in 2007, die onder toezicht is gesteld. De kinderrechter heeft een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van zes maanden, tot 6 juli 2023. Dit besluit volgde op een verzoekschrift dat op 7 december 2022 was ingediend, waarin werd verzocht om de minderjarige op te nemen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter oordeelde dat de plaatsing bij School2Care noodzakelijk is om de minderjarige de kans te bieden op onderwijs, begeleiding en behandeling, en om gedragsverandering te bewerkstelligen. De minderjarige had eerder al een gesloten machtiging gekregen, maar had zich onttrokken aan de zorg. De kinderrechter achtte het in het belang van de minderjarige noodzakelijk om de voorwaardelijke machtiging te verlenen, gezien de ernst van de zorgen en de onttrekkende houding van de minderjarige. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/639326 / JE RK 22-2545
Datum uitspraak: 6 januari 2023

Beschikking van de kinderrechter

Voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak naar aanleiding van het op 7 december 2022 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:

[minderjarige] geboren op [geboortedag] 2007 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [minderjarige] ,
bijgestaan door advocaat: mr. A.R. Rens te ’s-Gravenhage.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man]

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] ,

[de vrouw]

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Bij beschikking van 15 december 2022 van de kinderrechter in deze rechtbank is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd van 24 december 2022 tot 24 december 2023 en is een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 15 december 2022 tot 12 januari 2023. Het verzoek is voor het overige aangehouden tot deze mondelinge behandeling ter zitting.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
- voornoemde beschikking d.d. 15 december 2022;
- de instemmingsverklaring d.d. 20 december 2022 van een gedragswetenschapper als
bedoeld in artikel 6.1.4, vierde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop
kort tevoren heeft onderzocht;
- de schriftelijke update van de gecertificeerde instelling d.d. 28 december 2022;
- het hulpverleningsplan d.d. 29 december 2022.
Op 6 januari 2023 is de behandeling van de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij zijn verschenen:
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- [minderjarige] , bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder.
De vader is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.
Voorafgaand aan de zitting is [minderjarige] door de kinderrechter in raadkamer gehoord, in het bijzijn van zijn advocaat.

Verzoek en verweer

Het aangehouden verzoek strekt tot een voorwaardelijke machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van zes maanden.
De jeugdhulpaanbieder heeft in het hulpverleningsplan van 27 december 2022 de voorwaarden opgenomen en de jeugdhulpaanbieder genoemd die bereid is de jeugdige op te nemen. Tevens is vermeld welke medewerker bevoegd is tot het nemen van het besluit tot opname.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Er zijn al langere tijd zorgen over de ontwikkeling en het gedrag van [minderjarige] . Hij heeft een beperkte gewetensontwikkeling. [minderjarige] luistert niet goed naar de ouders, accepteert geen regels en consequenties en gaat naar buiten wanneer hij wil. Sinds de start van de middelbare school is hij ook daar bekend met opstandig en zelfbepalend gedrag. Daarbij komt nog dat [minderjarige] gedurende de ondertoezichtstelling ook in aanraking is gekomen met de politie en strafrechtelijk veroordeeld is. [minderjarige] stelt zich niet begeleidbaar op voor zowel de ambulant hulpverlener van Westcoaching als de coach van VIG. De gecertificeerde instelling meent dat een plaatsing bij School2Care noodzakelijk is. Hij is hier ook gestart, maar aangezien hij zich ook daar onttrok aan de zorg is er vorige maand een gesloten machtiging afgegeven. Sindsdien verblijft hij bij [verblijfplaats] De gecertificeerde instelling wil [minderjarige] de kans bieden om nu wel mee te werken aan School2Care en zich te houden aan de afspraken. Daarom verzoekt de gecertificeerde instelling een voorwaardelijke machtiging voor de duur van zes maanden. Ter zitting heeft de gecertificeerde instelling toegelicht dat [minderjarige] overdag naar School2Care gaat. Daarbij moet hij conform het rooster aanwezig zijn. Verder wordt van hem verwacht dat hij een bijbaan of andere nuttige dagbesteding heeft. Hij moet zich begeleidbaar opstellen, geen strafbare feiten plegen, zich inzetten voor de hulpverlening, op afgesproken tijden thuis zijn en telefonisch bereikbaar zijn. Indien [minderjarige] zich niet aan de gestelde voorwaarden houdt, kan de gedragswetenschapper van School2Care ( [medewerker] beslissen dat hij gesloten geplaatst wordt. Hij zal dan op een gesloten groep van Horizon geplaatst worden.
Door en namens [minderjarige] is ingestemd met het verzochte. [minderjarige] heeft de afgelopen maand op een gesloten groep in Harreveld verbleven. Hij heeft hier inzicht gekregen in wat er nodig is om op het goede pad te blijven. Hij staat dan ook achter de voorwaardelijke machtiging en weet dat hij gesloten geplaatst wordt als hij zich niet aan de voorwaarden houdt. Op 11 januari 2023 staat er een strafzitting gepland. In dat kader heeft de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de Raad) een strafadvies gegeven. De Raad geeft aan dat [minderjarige] hulp nodig heeft en meent dat de patstelling moet worden doorbroken. Met de voorwaardelijke machtiging en de start bij School2Care wordt dat ondervangen.
De moeder heeft ter zitting ingestemd met het verzochte.

BeoordelingGelet op het bepaalde in artikel 6.1.4, eerste lid, Jeugdwet kan een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken en kan de ernstige belemmering in de ontwikkeling naar volwassenheid alleen buiten de accommodatie worden afgewend door het stellen en naleven van voorwaarden.

De kinderrechter is van oordeel dat in het geval van [minderjarige] is voldaan aan de wettelijke vereisten en overweegt daartoe als volgt. De beoogde plaatsing bij School2Care biedt [minderjarige] de kans om onderwijs, begeleiding en behandeling te krijgen, waarbij gericht kan worden aangesloten bij zijn (gedrags)problematiek. [minderjarige] heeft de afgelopen maand op een gesloten groep verbleven en geeft aan hiervan geleerd te hebben. De voorwaardelijke machtiging biedt hem de kans om te bewijzen dat hij open staat voor hulpverlening, zodat hij daadwerkelijk een gedragsverandering kan ondergaan. Aan de verzochte machtiging zijn daartoe voorwaarden verbonden, zoals neergelegd in het hulpverleningsplan, die onder andere inhouden dat hij zich begeleidbaar moet opstellen, naar school moet gaan, moet meewerken aan behandeling, zich thuis aan de regels moet houden en niet negatief in aanraking moet komen met de politie. Gelet op de ernst van de zorgen en de voorheen onttrekkende houding van [minderjarige] , vindt de kinderrechter de voorwaardelijke machtiging in het belang van [minderjarige] noodzakelijk, net zoals de andere betrokkenen.
[minderjarige] heeft kenbaar gemaakt de jeugdhulp te aanvaarden, zoals opgenomen in het overgelegde hulpverleningsplan. Tevens heeft [minderjarige] zich bereid verklaard tot naleving van de voorwaarden.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van zes maanden, te weten tot 6 juli 2023, zoals verzocht.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 6 januari 2023 tot uiterlijk 6 juli 2023, onder de voorwaarden welke aan [minderjarige] in het aangehechte hulpverleningsplan zijn gesteld.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2023 door mr. M.P. Meeuwisse, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Dreef als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.