ECLI:NL:RBDHA:2023:437
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdhulp
Op 6 januari 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak is behandeld naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 30 december 2022 is ingediend door Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden. De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, en de minderjarige is voorafgaand aan de zitting in raadkamer gehoord. De vader van [minderjarige] was via telefonische verbinding aanwezig, terwijl de moeder niet ter zitting verscheen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt binnen de gesloten setting waar zij verblijft. De kinderrechter heeft eerder al een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De gecertificeerde instelling heeft verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing in een open groep, omdat [minderjarige] meer vrijheden moet opbouwen en dichter bij haar vader moet verblijven, die ernstig ziek is. De vader heeft ingestemd met het verzoek.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de gronden voor een machtiging tot uithuisplaatsing aanwezig zijn, zoals genoemd in artikel 1:265b van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkeling van [minderjarige] in de gesloten setting benadrukt en heeft besloten om het verzoek toe te wijzen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2023, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 19 januari 2023. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.