In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Algerijnse nationaliteit, had op 16 december 2022 een asielaanvraag ingediend, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 februari 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 9 maart 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank oordeelde dat de nationaliteit van eiser geloofwaardig was, maar dat zijn identiteit niet kon worden vastgesteld. Verweerder had vastgesteld dat eiser in Italië onder verschillende aliassen geregistreerd stond en geen identificerende documenten kon overleggen. Dit leidde tot twijfels over zijn identiteit en leeftijd. Eiser had ook niet aannemelijk gemaakt dat hij was opgeroepen voor militaire dienst, ondanks zijn beweringen hierover. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de asielaanvraag kennelijk ongegrond was.
Eiser voerde aan dat hij problemen zou ondervinden bij terugkeer naar Algerije vanwege zijn militaire dienstplicht, maar de rechtbank vond deze stelling niet voldoende onderbouwd. De rechtbank oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat hij daadwerkelijk vervolgd zou worden bij terugkeer en dat zijn verklaringen over de oproep voor militaire dienst tegenstrijdig waren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de aanvraag af.