ECLI:NL:RBDHA:2023:4299
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voorlopig verblijf bij herhaalde aanvraag zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H. Chamkh, beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor het doel 'verblijf als familie- of gezinslid' bij zijn partner, de referente, is afgewezen. De rechtbank Den Haag heeft de zaak op 7 maart 2023 behandeld. Eiser had eerder een mvv-aanvraag ingediend die op 13 augustus 2021 was afgewezen, omdat hij in Nederland verbleef zonder rechtmatig verblijf. Eiser stelde dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die de afwijzing van zijn aanvraag onterecht maakten, maar de rechtbank oordeelde dat de door eiser overgelegde stukken niet als rechtens relevante nieuwe feiten konden worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat eiser niet had aangetoond dat hij feitelijk niet langer in Nederland verbleef en dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden was gedaan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.