Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. C.W.M. van Breda, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin was bepaald dat Roemenië verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielaanvraag. Dit besluit was genomen op 9 februari 2023.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 8 maart 2023, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en een tolk, G.M.A. Al-Harbia. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J.J. Bronsveld. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening besproken, maar de voorzieningenrechter heeft besloten het verzoek af te wijzen. Dit gebeurde in samenhang met een andere zaak, NL23.4048, waarin op dezelfde dag uitspraak is gedaan.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft de beslissing om het verzoek om een voorlopige voorziening af te wijzen, gemotiveerd. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.