Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1], eiseres
[naam 2]en
[naam 3]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Nigeriaanse vrouw, samen met haar twee minderjarige kinderen een asielaanvraag indiende in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank overweegt dat uit het Eurodac-systeem blijkt dat eiseres eerder in Duitsland een asielaanvraag heeft ingediend. Dit vormt voldoende basis voor de staatssecretaris om te concluderen dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiseres heeft niet aangetoond dat de gegevens in het Eurodac-systeem onjuist zijn of dat Duitsland niet in staat zou zijn om haar en haar kinderen te beschermen.
Daarnaast heeft eiseres aangevoerd dat zij niet met een registertolk is gehoord, wat in strijd zou zijn met de Wet beëdigde tolken en vertalers. De rechtbank oordeelt echter dat er sprake was van spoed en dat het niet beschikbaar zijn van een registertolk gerechtvaardigd was. De belangen van de minderjarige kinderen zijn voldoende betrokken bij de besluitvorming, en er zijn geen bijzondere omstandigheden die een andere conclusie rechtvaardigen.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.