ECLI:NL:RBDHA:2023:4176
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de ondertoezichtstelling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. Het verzoek tot uithuisplaatsing is ingediend door Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland naar aanleiding van zorgen over de thuissituatie van [minderjarige01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er gronden zijn voor een machtiging tot uithuisplaatsing, zoals genoemd in artikel 1:265b, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft de situatie van [minderjarige01] beoordeeld, waarbij is gekeken naar zijn schoolgang, motivatie en de onrust in de thuissituatie. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van [minderjarige01], die zorg mijdend is en een onverschillige houding vertoont. Ondanks dat hij recentelijk weer naar school gaat, zijn er nog steeds achterstanden en problemen die niet zijn opgelost.
De kinderrechter heeft ook rekening gehouden met een recent geweldsincident waarbij de vader betrokken was, wat de veiligheid van [minderjarige01] en de rest van het gezin in gevaar brengt. De moeder heeft ingestemd met het verzoek om [minderjarige01] bij zijn tante moederszijde te laten verblijven, wat de kinderrechter als een tijdelijke oplossing heeft goedgekeurd. De machtiging tot uithuisplaatsing is verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 25 juli 2023. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de verklaring dat deze uitvoerbaar is bij voorraad.