ECLI:NL:RBDHA:2023:4133

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
NL23.6589
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag op grond van verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die niet in persoon of via zijn gemachtigde aanwezig was, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld. Dit besluit, genomen op 3 maart 2023, hield in dat de asielaanvraag van de verzoeker niet in behandeling werd genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld samen met een andere zaak (NL23.6588) op 20 maart 2023. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. In de uitspraak werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met als reden dat er al een uitspraak was gedaan in de andere zaak, waarin het beroep van de verzoeker werd behandeld.

De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, in aanwezigheid van de griffier mr. R. de Mul.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL23.6589
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[Naam], verzoeker V-nummer: [Nummer]

(gemachtigde: mr. H.E. Visscher),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: S. Maas).

Procesverloop

Bij besluit van 3 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft ook de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.6588, op 20 maart 2023 op zitting behandeld. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.6588, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2023 door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.