ECLI:NL:RBDHA:2023:4128

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
NL23.6370
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling asielaanvraag van Nigeriaanse eiser met betrekking tot politieke vervolging en geloofwaardigheidsbeoordeling

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Nigeriaanse man, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag werd afgewezen op 1 maart 2023, met als argument dat de asielrelaas van eiser niet voldoende onderbouwd was. Eiser vreesde voor zijn leven vanwege politieke vervolging door leden van de All Progressives Congress (APC) en de Ogboni-sekte, na de moord op zijn ouders in 2014. De rechtbank heeft het beroep op 16 maart 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de geloofwaardigheidsbeoordeling van eisers verklaringen onvoldoende heeft gemotiveerd. Eiser had verklaard dat zijn vader voorzitter was van de Peoples Democratic Party (PDP) en dat hij vreest voor vervolging door de APC, die verantwoordelijk was voor de moord op zijn ouders. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet voldoende heeft aangetoond dat eisers verklaringen inconsistent of ongerijmd zijn. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met het lidmaatschap van de Ogboni-sekte door eisers vader, ondanks dat er bewijs is dat ook niet-Yoruba's lid kunnen worden van deze sekte.

De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank benadrukt dat de geloofwaardigheidsbeoordeling zorgvuldig moet worden uitgevoerd. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.674,00 toegewezen, omdat zijn gemachtigde een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.6370

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser,

geboren op [geboortedatum] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H. Meijerink),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris

(gemachtigde: mr. A.J. Rossingh).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag van 14 augustus 2021. De staatssecretaris heeft deze aanvraag in het bestreden besluit van 1 maart 2023 afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 16 maart 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden die eiser naar voren heeft gebracht. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep gegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
3. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eisers vader was in Nigeria voorzitter van de Peoples Democratic Party (PDP) in [plaats] , Edo State. In 2014 zijn de ouders van eiser vermoord door leden van een andere politieke partij, het All Progressives Congress (APC). De leden van het APC weten dat eiser nog in leven is en eiser vreest ook door hen te worden gedood. Daarnaast vreest eiser door leden van de Ogboni-sekte te worden gedood omdat eiser heeft gezien dat zijn vader is vermoord.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiser bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
  • Identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • Moord op ouders en daaruit voortvloeiende problemen.
4.1
De staatssecretaris acht het eerste element geloofwaardig, het tweede element niet. Over het tweede element stelt de staatssecretaris dat eiser zijn asielrelaas niet met stukken heeft onderbouwd. Verder heeft eiser wisselend verklaard over de naam van zijn vader en zijn eisers verklaringen over de politieke ontwikkelingen in Nigeria tegenstrijdig met de ambtsberichten van Nigeria. Ook had eiser eenduidiger moeten verklaren over de beweegredenen van het APC om zijn vader te doden en de incidenten die zijn vader heeft meegemaakt sinds 2010. Eisers verklaringen over het schietincident waarbij zijn ouders zijn vermoord en het gesprek daarna met [naam] , de vriend van zijn vader, zijn bovendien ongerijmd. Tot slot heeft eiser tegenstrijdig en ongerijmd verklaard over zijn vaders lidmaatschap van de Ogboni-sekte en het gestelde Ogboni-teken op eisers borst. Uit het wel geloofwaardig geachte element volgt niet dat eiser kan worden aangemerkt als vluchteling of dat hij bij uitzetting naar Nigeria een reëel risico loopt op ernstige schade. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag daarom afgewezen als ongegrond.
5. Eiser voert, samengevat weergegeven, aan dat de staatssecretaris het tweede element ten onrechte niet geloofwaardig acht. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris de geloofwaardigheidsbeoordeling van het tweede element onvoldoende heeft gemotiveerd. De rechtbank zal dit oordeel hieronder toelichten.
5.1
De rechtbank stelt over de politieke activiteiten van eisers vader eerst vast dat de staatssecretaris op zitting heeft toegelicht dat de stelling in het bestreden besluit dat het niet duidelijk is of eisers vader daadwerkelijk betrokken was bij de politiek, niet betrokken is in de geloofwaardigheidsbeoordeling en geen dragend argument is.
5.2
De rechtbank volgt de staatssecretaris, zonder nadere motivering, niet in zijn stelling dat eiser eenduidiger had moeten verklaren over de beweegredenen van het APC om zijn vader te doden. Uit het bestreden besluit volgt dat de staatssecretaris niet meer tegenwerpt dat eiser wisselend heeft verklaard over de beweegredenen van het APC: overname van de politieke macht van eisers vader en het bezit van zijn grond. Eiser is hierin ook consistent geweest. De staatssecretaris heeft de toelichting van eiser dat het bezit van land samenhangt met de politieke positie van zijn vader ten onrechte niet in zijn beoordeling betrokken. Dat geldt ook voor eisers verklaringen dat hij alleen weet wat hij heeft opgevangen van het gesprek tussen zijn ouders en wat hij heeft gehoord van [naam] .
5.3
De staatssecretaris heeft verder onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat eiser ongerijmd heeft verklaard over het schietincident. De staatssecretaris gaat er volgens het bestreden besluit van uit dat eiser al bij de hut was - die ver weg was van zijn ouders - toen hij geweerschoten hoorde, maar dat volgt niet uit eisers verklaringen. Eiser verklaart: ‘
Toen ik op de weg was naar de hut heb ik geweerschoten gehoord. [1] De rechtbank volgt de staatssecretaris daarom niet in zijn stelling dat niet valt in te zien hoe eiser de mensen kon zien als hij zo ver weg was en hoe hij wist dat hij zich moest beschermen. De verklaring van eiser dat hij zich vervolgens heeft verscholen in het bos, dieper het bos is ingegaan toen hij hoorde dat mensen hem zochten en na ongeveer 2 a 3 uur zijn ouders is gaan zoeken, is - zonder nadere motivering - niet ongerijmd.
5.4
De staatssecretaris heeft daarnaast onvoldoende gemotiveerd dat [naam] wist van de aanval op eisers ouders. Eiser verklaart: ‘
Vanaf dat moment ging ik terug naar huis en heb ik besloten om direct te vertrekken naar mijn vaders vriend die in [plaats] woont. Toen ik daar aankwam heb ik alles aan de vriend van mijn vader verteld. Toen zei hij tegen mij dat hij wist dat de aanvallen richting mijn vader zouden plaatsvinden. [2] Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit deze verklaring niet dat [naam] wist dat de aanval waarbij eisers ouders zijn vermoord, zou plaatsvinden. De opmerking van [naam] past in de context van wat eiser zijn vader al had horen zeggen, namelijk dat er een risico op een aanval was. Eisers vader was ervan op de hoogte dat hij gevaar liep. De rechtbank volgt de staatssecretaris daarom niet in zijn stelling dat het ongerijmd is dat [naam] eisers vader niet heeft gewaarschuwd. Van het (algemene) risico op een aanval was eisers vader immers al op de hoogte.
5.5
De staatssecretaris heeft ook zijn stelling dat eisers vader niet lid kan zijn geweest van de Ogboni-sekte door zijn Edo etniciteit onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank begrijpt dat eiser verwijst naar een onderzoeksrapport van de Immigration and Refugee Board of Canada van 20 juni 2019. [3] Daaruit volgt dat Ogboni gemeenschappen ook aanwezig zijn in (delen van) Edo State. Verder volgt uit het rapport dat bronnen melden dat ook niet-Yoruba’s lid kunnen worden van de Ogboni-sekte als aan bepaalde vereisten wordt voldaan. Voor zover al uit het algemeen ambtsbericht Nigeria van oktober 2012 volgt dat andere etniciteiten dan Yoruba geen lid kunnen zijn van de Ogboni-sekte, vormt voornoemd onderzoeksrapport een concreet aanknopingspunt voor twijfel aan dit ambtsbericht. Zonder nadere motivering mag de staatssecretaris daarom niet van de juistheid van de daarin opgenomen informatie uitgaan. Bovendien heeft de staatssecretaris het gestelde Ogboni-teken op de borst van eiser ten onrechte niet in zijn beoordeling betrokken. Dit teken kan immers ook van belang zijn voor de geloofwaardigheidsbeoordeling van het lidmaatschap van de Ogboni-sekte van eisers vader.
5.6
De staatssecretaris heeft tot slot onvoldoende inzichtelijk gemaakt dat het ongerijmd is dat eiser niet op de hoogte was van het gestelde Ogboni-teken op zijn borst totdat [naam] hem vertelde zijn lichaam te controleren. Eiser heeft – met de waarneming van en beschrijving door de gemachtigde van eiser - voldoende aannemelijk gemaakt dat het teken op zijn borst aanwezig is en dat het teken hem niet eerder is opgevallen omdat het, door zijn vorm, geen opvallend teken is en eiser niet beschikte over een spiegel om zijn borst te kunnen zien.

Conclusie en gevolgen

6. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit, als het gaat om de geloofwaardigheidsbeoordeling van het tweede relevante element, de moord op ouders en daaruit voortvloeiende problemen, op verschillende, hiervoor in rechtsoverwegingen 5.2 tot en met 5.6 genoemde onderdelen, onvoldoende gemotiveerd is. Alleen al hierom is het beroep gegrond. Het bestreden besluit is in strijd met het zorgvuldigheids- en motiveringsvereiste en wordt vernietigd. [4] De rechtbank zal niet ingaan op de overige beroepsgronden. Omdat het maken van een geloofwaardigheidsbeoordeling is voorbehouden aan de staatssecretaris, zal de rechtbank hem opdragen om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
7. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiser een vergoeding van zijn proceskosten. De staatssecretaris moet deze vergoeding betalen. De vergoeding bedraagt € 1.674,00 omdat de gemachtigde van eiser een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
  • veroordeelt de staatssecretaris tot betaling van € 1.674,00 aan proceskosten aan eiser.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Lok, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.rapport van nader gehoor, pagina 8
2.rapport van nader gehoor, pagina 8
3.Research Directorate, Immigration and Refugee Board of Canada, ‘Nigeria: Ogboni society, including structure, rituals, ceremonies, and current status; membership and the consequences of refusing to join or trying to leave; relationship with police and judicial authorities (2017-April 2019)’
4.artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht