ECLI:NL:RBDHA:2023:4118

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
NL23.6770
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van Dublinverordening met betrekking tot medische zorg en gezinsleven

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Turkse nationaliteit houder, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling is genomen. De staatssecretaris heeft zich beroepen op de Dublinverordening, waarbij Duitsland als verantwoordelijk land is aangewezen voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.

De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Eiser heeft aangevoerd dat hij zijn gezinsleven in Nederland wil continueren met zijn kind en dat hij kampt met psychische klachten. De rechtbank heeft overwogen dat het aan eiser is om aan te tonen dat zijn overdracht naar Duitsland een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van zijn medische of psychische situatie zou betekenen. Eiser heeft echter geen onderbouwende documenten overgelegd.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris in redelijkheid geen gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om het asielverzoek van eiser in Nederland in behandeling te nemen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.6770

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser,

geboren op [geboortedatum],
van Turkse nationaliteit,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 6 maart 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Daarnaast heeft eiser een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek staat geregistreerd onder zaaknummer NL23.6771. Hierop zal bij afzonderlijke uitspraak worden beslist.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000); daarin is bepaald dat een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd niet in behandeling wordt genomen indien op grond van de Dublinverordening is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. In dit geval heeft Nederland op 7 februari 2023 Duitsland een verzoek om terugname gedaan. Duitsland heeft dit verzoek aanvaard op 10 februari 2023.
3. Eiser kan zich niet verenigen met het bestreden besluit en voert daartoe het volgende aan. Eiser wenst zijn gezinsleven in Nederland te continueren en op te bouwen met zijn kind uit zijn vorige relatie. In dat kader heeft eiser foto’s overgelegd die blijk geven van deze relatie. Eiser kampt daarnaast met een kwetsbare psychische gesteldheid. De dreigende uitzetting naar Duitsland speelt hier ook een expliciete rol in. Dit dient opgevat te worden als een beroep op artikel 17 van de Dublinverordening. Een overdracht naar Duitsland zal leiden tot onevenredige hardheid.
4. De rechtbank overweegt als volgt.
4.1.
Als het gaat om medische zorg is het aan eiser om aan te tonen dat zijn overdracht een aanzienlijke en onomkeerbare achteruitgang van zijn medische of psychische situatie inhoudt (vgl. de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van
9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2129). Verweerder heeft in het bestreden besluit overwogen dat de gestelde psychische klachten niet met documenten zijn onderbouwd. Dergelijke stukken zijn door eiser dan ook niet overgelegd.
4.2.
De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder in redelijkheid geen gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid om het asielverzoek van eiser in Nederland in behandeling te nemen. Eiser heeft een beroep gedaan op het kunnen continueren van zijn gezinsleven in Nederland met zijn minderjarige dochter. Verweerder stelt niet ten onrechte dat uit de Dublinverordening weliswaar waarborgen volgen met betrekking tot het familie- en gezinsleven, maar dat deze verordening niet is bedoeld als route waarlangs op reguliere gronden verblijf bij een familie- of gezinslid kan worden verkregen, omdat daar andere regelingen voor open staan. Gelet op het voorgaande bestaat er geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder de behandeling van de aanvraag van eiser op grond van artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening, aan zich had moeten trekken.
5. Het beroep is kennelijk ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van I. Wolthuis, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.