ECLI:NL:RBDHA:2023:4093

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 maart 2023
Publicatiedatum
27 maart 2023
Zaaknummer
NL22.3325
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder. De zaak betreft een verzoek om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Verweerder had op 15 februari 2022 de aanvraag van verzoeker buiten behandeling gesteld, waarop verzoeker bezwaar heeft gemaakt. Tevens heeft hij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat uitzetting achterwege zou blijven totdat op het bezwaar was beslist.

Op 27 januari 2023 heeft verweerder het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard, waarna verzoeker beroep heeft ingesteld, bekend onder zaaknummer NL23.3060. Het verzoek om voorlopige voorziening is connex aan dit beroep. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 maart 2023 behandeld, maar verzoeker is niet verschenen, terwijl verweerder zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. A.A. Wildeboer.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de zaak NL23.3060, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, in aanwezigheid van griffier mr. M.A. Buikema, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.3325

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. L.J. Blijdorp),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.A. Wildeboer).

Procesverloop

Bij besluit van 15 februari 2022 heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om hem op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) uitstel van vertrek te verlenen buiten behandeling gesteld.
Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege wordt gelaten tot op het bezwaar is beslist.
Bij besluit van 27 januari 2023 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard. Daartegen heeft verzoeker beroep ingesteld. Dit beroep staat bekend onder zaaknummer NL23.3060. Het verzoek om een voorlopige voorziening is thans connex aan het beroep.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.3060, op 22 maart 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.3060, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M.A. Buikema, griffier. De uitspraak is gedaan op 27 maart 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.