ECLI:NL:RBDHA:2023:4067
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 26 januari 2023 beoordeeld. Eiser, die op 8 december 2021 veroordeeld werd tot een gevangenisstraf van 12 maanden op grond van de Opiumwet, heeft een terugkeerbesluit en een zwaar inreisverbod van 10 jaar opgelegd gekregen. De rechtbank behandelt de vraag of eiser nog belang heeft bij de beoordeling van zijn beroep, nu hij met hulp van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) naar Albanië is vertrokken. De rechtbank concludeert dat eiser nog steeds belang heeft bij de beoordeling, ondanks zijn vertrek.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat eiser een gevaar voor de openbare orde vormt, gezien de ernst van het misdrijf en het feit dat hij recentelijk strafbare feiten heeft gepleegd. Eiser betwist deze kwalificatie en stelt dat hij een positieve gedragsverandering heeft laten zien, maar de rechtbank oordeelt dat hij deze stelling niet heeft onderbouwd. De rechtbank volgt het standpunt van de staatssecretaris dat de aard van het misdrijf en de gevolgen daarvan een actuele bedreiging voor de samenleving vormen.
Daarnaast behandelt de rechtbank de argumenten van eiser met betrekking tot het inreisverbod en de persoonlijke omstandigheden. Eiser stelt dat onvoldoende rekening is gehouden met zijn familiebanden in Nederland, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet heeft aangetoond dat zijn ouders in Nederland verblijven of dat zijn vader zorgbehoevend is. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.