ECLI:NL:RBDHA:2023:3997

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 maart 2023
Publicatiedatum
27 maart 2023
Zaaknummer
NL23.4851
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid van Frankrijk

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. D.J.G.M. Berben, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd gesteld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van de verzoeker. Dit besluit was genomen op 14 februari 2023.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld op 20 maart 2023, waarbij de verzoeker aanwezig was met zijn gemachtigde en de verweerder vertegenwoordigd was door mr. P.H. Hillen. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening besproken in samenhang met een andere zaak (NL23.4850), waarin het beroep van de verzoeker ongegrond werd verklaard.

Op basis van de uitspraak in de andere zaak heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om voorlopige voorziening af te wijzen, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. S.D.C.J. Verheezen, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.4851

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. P.H. Hillen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. D.J.G.M. Berben).

Procesverloop

Bij besluit van 14 februari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL23.4850, op 20 maart 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.4850, heeft de rechtbank het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft ongegrond verklaard. Om die reden zal het verzoek als ongegrond worden afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.