ECLI:NL:RBDHA:2023:3991

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 maart 2023
Publicatiedatum
27 maart 2023
Zaaknummer
NL23.2313
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en verantwoordelijkheidskwesties onder de Dublinverordening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Syrische nationaliteit, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser had op 22 september 2022 asiel aangevraagd, maar was eerder op 10 september 2022 illegaal Spanje binnengekomen. De Spaanse autoriteiten hadden het verzoek om eiser over te nemen geaccepteerd, maar eiser betwistte dit besluit. Hij voerde aan dat hij in Spanje misleid was en dat hij gedwongen vingerafdrukken had moeten afgeven. Eiser stelde dat hij afhankelijk was van zijn broer in Nederland voor zorg, vooral gezien zijn medische situatie, en dat hij een kwetsbare vreemdeling was, verwijzend naar het arrest Tarakhel.

De rechtbank overwoog dat het aan eiser was om aannemelijk te maken dat Spanje zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. Eiser slaagde hier niet in, aangezien hij geen bewijs had geleverd van zijn claims over de Spaanse autoriteiten. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris geen aanleiding had om de asielaanvraag van eiser aan zich te trekken op basis van de artikelen 16 of 17 van de Dublinverordening. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen proceskostenveroordeling nodig was. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak aangegeven, waarbij hoger beroep mogelijk was bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.2313

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. E.G. Grigorjan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. D.J.G.M. Berben).

Procesverloop

Bij besluit van 24 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL23.2314, op 20 maart 2023 op zitting behandeld. Eiser en verweerder hebben zich beiden laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Overwegingen

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en heeft de Syrische nationaliteit. Hij heeft op 22 september 2022 asiel aangevraagd in Nederland.
2. Verweerder heeft de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vw. [1] Uit onderzoek in Eurodac is gebleken dat eiser op 10 september 2022 illegaal Spanje is ingereisd. Verweerder heeft daarom de autoriteiten van Spanje verzocht om eiser over te nemen op grond van artikel 13, eerste lid, van de Dublinverordening. [2] Op 17 november 2022 heeft Spanje dit verzoek geaccepteerd.
3. Eiser kan zich daarmee niet verenigen en voert aan dat hij in Spanje is misleid. Hij zou enkel vingerafdrukken hebben moeten afgeven in verband met zijn illegale inreis in Spanje. De Spaanse autoriteiten hebben eiser in het bijzijn van zijn advocaat en een tolk ervan verzekerd dat hij niet geregistreerd zou worden op grond van de Dublinverordening. Eiser heeft daarnaast een bevel gekregen om Spanje te verlaten. Omdat eiser illegaal in Spanje verbleef was het voor hem onmogelijk om te klagen bij de Spaanse autoriteiten. Bovendien heeft hij door de geschetste situatie geen vertrouwen in hen. Eiser stelt verder dat Nederland zijn asielaanvraag op grond van artikel 16 dan wel artikel 17, eerste lid, van de Dublinverordening aan zich moet trekken. Hij wordt over enkele weken geopereerd in verband met het verwijderen van een plaats uit zijn been. De kans op complicaties is daarbij groot en mogelijk wordt hij rolstoelafhankelijk. Eiser is daarom exclusief afhankelijk van zijn in Nederland verblijvende broer om hem te helpen en te verzorgen. Eiser stelt tot slot dat hij een kwetsbare vreemdeling is en beroept zich in dat verband op het arrest Tarakhel. [3]
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Niet in geschil is dat Spanje in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van eisers verzoek om internationale bescherming. Uitgangspunt is dat verweerder op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ervan uit mag gaan dat Spanje zijn verdragsverplichtingen nakomt. [4] Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dit in zijn geval anders is. Eiser is daarin niet geslaagd.
5. Eiser heeft niet met documenten onderbouwd dat hij in Spanje gedwongen zijn vingerafdrukken heeft moeten geven en dat hij een aanzegging heeft gekregen van de Spaanse autoriteiten om het land te verlaten. Bovendien leidt dat niet tot de conclusie dat Spanje jegens eiser zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. Op grond van artikel 14, eerste lid, van de Eurodacverordening [5] zijn lidstaten immers verplicht illegale vreemdelingen die op het grondgebied van de lidstaten binnenkomen, te registeren. Als eiser vindt dat de autoriteiten onrechtmatig hebben gehandeld, kan hij daarover klagen bij de (hogere) Spaanse autoriteiten dan wel de daartoe geëigende instanties. Niet gebleken is dat dat voor eiser niet mogelijk is of dat de Spaanse autoriteiten hem niet kunnen of willen helpen. Eisers beroepsgrond dat hij geen vertrouwen heeft in de Spaanse autoriteiten leidt niet tot een ander oordeel, nu eiser naar eigen zeggen slechts één dag in Spanje heeft verbleven.
6. Verweerder heeft voorts geen aanleiding hoeven zien om op grond van artikel 16 of 17, eerste lid, van de Dublinverordening de asielaanvraag van eiser aan zich te trekken. Eiser heeft allereerst niet met documenten onderbouwd dat zijn broer (wettig) in Nederland verblijft en dat eiser van hem afhankelijk is of onontkoombaar wordt. Uit de door eiser overgelegde medische documenten volgt dat niet. Evenmin blijkt daaruit dat de operatie van eiser reeds gepland is en dat deze operatie alleen in Nederland kan plaatsvinden. Verweerder mag op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ervan uit gaan dat Spanje dezelfde medische behandelmogelijkheden heeft als Nederland. Ook de verwijzing naar het arrest Tarakhel kan eiser niet baten. Allereerst overweegt de rechtbank dat eiser zijn bijzondere kwetsbaarheid niet heeft onderbouwd en dat – afgezien daarvan – het enkel zijn van een bijzonder kwetsbare vreemdeling niet zonder meer maakt dat de overdracht aan Spanje eiser in een situatie zal brengen die strijdig is met artikel 3 van het EVRM. [6]
7. Het beroep is ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Vreemdelingenwet 2000.
2.Verordening (EU) nr. 604/2013.
3.Arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 4 november 2014, ECLI:CE:ECHR:2014:1104JUD002921712.
4.Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ten aanzien van Spanje in haar uitspraak van 8 juli 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:1481) heeft geoordeeld en bevestigd in de uitspraken van 26 april 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1248) en 12 mei 2022 (ECLI:NLR:VS:2022:1394).
5.Verordening (EU) nr. 603/2013
6.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden.