ECLI:NL:RBDHA:2023:3988
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag onder de Dublinverordening; verantwoordelijkheidsbepaling Duitsland; zorgvuldigheidsgebrek bij informatieverstrekking
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Tunesische nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 9 maart 2023 behandeld. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet adequaat is geïnformeerd over zijn rechten en dat hij geen persoonlijk onderhoud heeft gehad, zoals vereist door de Dublinverordening. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat, hoewel eiser niet de gemeenschappelijke brochure heeft ontvangen, dit gebrek niet heeft geleid tot schade in zijn belangen. Eiser was tijdens het gehoor 'bescherming EU' geïnformeerd over de Dublinprocedure en had de mogelijkheid om aanvullende bezwaren in te dienen.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de verweerder niet verplicht was om een aanvullend gehoor af te nemen, aangezien alle bezwaren al waren uitgevraagd. Ook de stelling van eiser dat het rapport van gehoor te laat is bekendgemaakt, werd verworpen, omdat hij in staat was om zijn zienswijze te geven voordat het besluit werd genomen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard, maar verweerder wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.674.