ECLI:NL:RBDHA:2023:3959
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing naturalisatieverzoek wegens gevaar voor de openbare orde
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om naturalisatie door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het verzoek werd afgewezen op basis van ernstige vermoedens dat eiser een gevaar vormt voor de openbare orde, zoals vastgelegd in artikel 9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). Eiser was eerder veroordeeld tot 50 uren werkstraf wegens mishandeling van zijn kind, wat door de rechtbank als een significant feit werd beschouwd.
Eiser voerde aan dat hij in bijzondere omstandigheden verkeert, onder andere door zijn goede band met zijn kinderen en de begeleiding door de Kessler Stichting, die volgens hem bevestigde dat hij geen gevaar voor de openbare orde vormt. De rechtbank oordeelde echter dat deze omstandigheden niet voldoende waren om af te wijken van het beleid, aangezien de veroordeling van eiser onherroepelijk was en de rehabilitatietermijn bedoeld is om positieve ontwikkelingen te doorlopen.
De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om het beleid te negeren en dat de staatssecretaris terecht het verzoek had afgewezen. Ook werd vastgesteld dat de hoorplicht niet was geschonden, omdat er geen redelijke twijfel bestond dat de bezwaren van eiser niet tot een ander besluit konden leiden. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.