Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 maart 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel was opgelegd op basis van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) en was bedoeld om de vrijheidsontneming in het kader van grensbewaking te waarborgen. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De maatregel van bewaring werd op 8 maart 2023 opgeheven, waarna partijen toestemming verleenden voor schriftelijke behandeling van de zaak.
De rechtbank heeft overwogen dat, indien de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel in strijd is met de Vw, het beroep gegrond kan worden verklaard. Echter, omdat de maatregel was opgeheven, beperkte de beoordeling zich tot de vraag of eiser recht had op schadevergoeding. De rechtbank concludeerde dat de tenuitvoerlegging van de maatregel niet onrechtmatig was geweest, aangezien de maatregel binnen twee dagen na het nader gehoor was opgeheven. De rechtbank wees het beroep ongegrond en het verzoek om schadevergoeding af, en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. M.P. Verloop, rechter, en mr. J.R. Froma, griffier, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.