ECLI:NL:RBDHA:2023:3864
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing hernieuwde inschrijving als tolk en vertaler in het Register beëdigde tolken en vertalers
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser, die verzocht om hernieuwde inschrijving als tolk en vertaler in het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv), en de minister van Justitie en Veiligheid als verweerder. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet objectief heeft aangetoond aan de vereiste voorwaarden te voldoen. De minister had eerder de verzoeken van eiser om inschrijving afgewezen, omdat eiser niet kon aantonen dat hij over de benodigde taalvaardigheid op C1-niveau beschikte en niet voldeed aan de opleidingsvereisten. Eiser voerde aan dat hij voldoende ervaring had en dat zijn eerdere inschrijving op basis van een inmiddels vervallen regeling niet in de weg zou staan. De rechtbank oordeelde echter dat de minister terecht vasthield aan de objectieve eisen voor inschrijving en dat de door eiser overgelegde documenten niet voldoende waren om zijn taalvaardigheid en ervaring te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de inschrijving in het Rbtv in stand blijft en dat eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.