ECLI:NL:RBDHA:2023:3864

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
22_1617
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing hernieuwde inschrijving als tolk en vertaler in het Register beëdigde tolken en vertalers

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser, die verzocht om hernieuwde inschrijving als tolk en vertaler in het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv), en de minister van Justitie en Veiligheid als verweerder. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet objectief heeft aangetoond aan de vereiste voorwaarden te voldoen. De minister had eerder de verzoeken van eiser om inschrijving afgewezen, omdat eiser niet kon aantonen dat hij over de benodigde taalvaardigheid op C1-niveau beschikte en niet voldeed aan de opleidingsvereisten. Eiser voerde aan dat hij voldoende ervaring had en dat zijn eerdere inschrijving op basis van een inmiddels vervallen regeling niet in de weg zou staan. De rechtbank oordeelde echter dat de minister terecht vasthield aan de objectieve eisen voor inschrijving en dat de door eiser overgelegde documenten niet voldoende waren om zijn taalvaardigheid en ervaring te onderbouwen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de inschrijving in het Rbtv in stand blijft en dat eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 22/1617

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 maart 2023 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. L. Nix),
en

de minister van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. D.E.S. Tomeij).

Procesverloop

Bij besluiten van 28 januari 2022 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de verzoeken van eiser om inschrijving als vertaler en tolk afgewezen. Verweerder heeft het bezwaarschrift van eiser tegen deze besluiten op zijn verzoek doorgestuurd naar de rechtbank als rechtstreeks beroep.
Eiser heeft de rechtbank op een later moment gevraagd het beroep alsnog door te sturen als bezwaar naar verweerder. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 22 februari 2023 op zitting behandeld.
Eiser was aanwezig met zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. De inschrijvingen van eiser als vertaler en tolk Nederlands -> Arabisch (Standaard) en Arabisch (Standaard) -> Nederlands in het Register beëdigde tolken en vertalers (het Rbtv) zijn respectievelijk verlopen en doorgehaald. Eiser heeft verzocht om een hernieuwde inschrijving als vertaler en tolk. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen, omdat eiser volgens hem niet objectief heeft aangetoond aan alle voorwaarden te voldoen. Eiser is het hier niet mee eens.
Wat zijn de regels?
2. De relevante regels staan in de bijlage. De bijlage hoort bij de uitspraak.
Wat vindt eiser in beroep?
3. Eiser voert aan dat verweerder een te beperkte uitleg geeft aan het begrip “objectief” en ten onrechte voorbij gaat aan zijn ervaring. Hij heeft 15 jaar lang cursus gegeven, heeft meegewerkt en meegeschreven aan de regelgeving en vele opdrachten gedaan. Het oordeel dat hij niet zou hebben aangetoond te beschikken over taalvaardigheid van het Nederlands en het Arabisch op C1-niveau is, gelet op de stukken die hij heeft overgelegd, onbegrijpelijk. Zonder deze competenties had hij de opdrachten, waarover hij informatie heeft overgelegd, niet kunnen vervullen. Verder ontbreekt weliswaar het certificaat van het door hem afgelegde (her-)examen voor beëdiging als tolk/vertaler in de Arabische taal, maar de verklaring van de vakgroep Arabische en Islamitische Studiën zou voldoende informatie moeten opleveren over het afgelegde examen. Daarom staat vast dat hij in 1984 voldeed aan alle voorwaarden voor beëdiging als tolk/vertaler. Hij heeft dan ook voldaan aan het criterium dat hij anderszins kan aantonen te voldoen aan de wettelijke competenties. [1]
Wat is het oordeel van de rechtbank?
De inschrijving als vertaler
4. Eiser beschikt niet over een diploma van een vertaalopleiding op minimaal bachelor niveau. Verweerder heeft daarom beoordeeld of eiser kan worden ingeschreven op grond van een aantal andere voorwaarden, waaronder taalvaardigheid van de brontaal en doeltaal op ten minste C1-niveau, ten minste 420 uur scholing om vertaalvaardigheid en -attitude te ontwikkelen en ten minste vijf jaar werkervaring als beroepsvertaler in de betreffende vertaalrichting direct voorafgaand aan het verzoek tot inschrijving in het Rbtv, waarvan ten minste één jaar na afronding van de scholing. [2]
5. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat het uitgangspunt is dat de taalbeheersing op het gewenste niveau door objectieve stukken moet worden aangetoond. Dit betekent dat de taalvaardigheid moet zijn getoetst op het vereiste niveau en dat die toetsing van de taalvaardigheid voor het aantonen van het gevraagde niveau door aangewezen deskundigen wordt verzorgd. De rechtbank vindt het niet onredelijk dat verweerder hieraan vasthoudt, ook al heeft eiser al eerder in het register ingeschreven gestaan. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat eiser eerder was ingeschreven op basis van de ingetrokken Wet beëdigde tolken en vertalers van 1878 en een inmiddels vervallen overgangsregeling [3] , waarvoor eiser destijds niet objectief heeft hoeven aantonen dat hij over de vereiste competenties voor inschrijving beschikt.
6. Verweerder heeft terecht gesteld dat eiser niet objectief heeft aangetoond aan de vereiste voorwaarden te voldoen. Dat eiser 15 jaar lang cursus heeft gegeven, heeft meegewerkt en meegeschreven aan de regelgeving en vele opdrachten heeft gedaan, heeft verweerder onvoldoende objectief mogen vinden. De verklaring van de Universiteit van Amsterdam van 22 mei 1984 die eiser heeft overgelegd, waaruit blijkt wat zijn resultaten waren van een examen voor beëdiging als vertaler in 1982 en een herexamen in 1984, leidt niet tot de conclusie dat hij voldoet aan de voorwaarden van beheersing van de brontaal en de doeltaal op C1-niveau. Verweerder heeft zich op het standpunt mogen stellen dat hij met deze verklaring niet kan vaststellen dat het afgelegde examen voldoet aan de eisen die hij daaraan stelt voor wat betreft vertaaltoetsen en taalvaardigheidstoetsen. Eiser heeft ook niet met stukken onderbouwd dat hij voldoet aan de voorwaarde van 420 uur scholing in vertaalvaardigheid en vertaalattitude en aan de voorwaarde van ervaring als beroepsvertaler.
De inschrijving als tolk
7. Eiser beschikt niet over een tolkopleiding op minimaal bachelor niveau. Verweerder heeft daarom beoordeeld of eiser kan worden ingeschreven op grond van een aantal andere voorwaarden, waaronder taalvaardigheid van de brontaal en doeltaal op ten minste C1-niveau en tolkvaardigheid en -attitude. [4]
8. Verweerder heeft terecht gesteld dat eiser niet objectief heeft aangetoond aan de vereiste voorwaarden te voldoen. Dat eiser 15 jaar lang cursus heeft gegeven, heeft meegewerkt en meegeschreven aan de regelgeving en vele opdrachten heeft gedaan, heeft verweerder, zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen, onvoldoende objectief mogen vinden. De rechtbank volgt de stelling van verweerder dat eiser niet met objectieve stukken de taalvaardigheid in het Arabisch (Standaard) en het Nederlands op C1-niveau heeft aangetoond. Met de verklaring van de Universiteit van Amsterdam van 22 mei 1984 over het door eiser afgelegde examen kan hij niet aantonen dat hij het Nederlands beheerst op C1-niveau. Verweerder heeft zich op het standpunt mogen stellen dat het afgelegde examen niet gelijkgesteld kan worden met een tolkexamen, nu niet gebleken is dat de specifieke tolkvaardigheden en tolktechnieken getoetst zijn en deze voldoen aan de door verweerder vastgestelde kaders. Daarnaast heeft eiser ook niet aangetoond over de vereiste tolkvaardigheid en tolkattitude te beschikken.
Wat is de conclusie van deze uitspraak?
9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzingen van de inschrijvingen in het Rbtv als tolk en vertaler in stand blijven. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. M. de Graaf, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2023.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met de uitspraak op het beroep, dan kunt u een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. U moet dit hoger beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet beëdigde tolken en vertalers
Artikel 2
Er is een register voor beëdigde tolken en vertalers. Het register bevat ten aanzien van iedere ingeschreven tolk of vertaler in elk geval de volgende gegevens:
a.de personalia;
b.de aanduiding of betrokkene tolk of vertaler is;
c.de bron- of doeltaal dan wel bron- of doeltalen waarin de tolk of vertaler zijn werkzaamheden verricht; en
d.de overige specifieke bekwaamheden waarvan de tolk of vertaler vermelding in het register wenselijk acht.
2 Onze Minister is verwerkingsverantwoordelijk voor het register. Onze Minister kan een verwerker aanwijzen.
[…].
Artikel 3
Om voor inschrijving in het register in aanmerking te komen dient de tolk dan wel de vertaler te voldoen aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen eisen ten aanzien van de volgende competenties:
–attitude van een tolk voor de tolk;
–attitude van een vertaler voor de vertaler;
–integriteit;
–taalvaardigheid in de brontaal;
–taalvaardigheid in de doeltaal;
–kennis van de cultuur van het land of gebied van de brontaal;
–kennis van de cultuur van het land of gebied van de doeltaal;
–tolkvaardigheid voor de tolk;
–vertaalvaardigheid voor de vertaler.
Artikel 5
De aanvraag tot inschrijving wordt afgewezen indien:
a.de aanvrager niet voldoet aan de in artikel 3 bedoelde eisen;
[…].
Besluit beëdigde tolken en vertalers
Artikel 8
1. Een tolk of vertaler wordt in het register ingeschreven, indien hij voldoet aan een of meer van de volgende eisen:
a. hij beschikt over een of meer van de volgende getuigschriften waaruit blijkt dat hij met goed gevolg het examen heeft afgelegd ter afsluiting van een opleiding tot tolk of vertaler als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek:
1°.een getuigschrift waaruit blijkt dat het recht is verkregen om de titel baccalaureus te voeren;
2°.een getuigschrift waaruit blijkt dat de graad Bachelor is verleend; of
3°.een getuigschrift waaruit blijkt dat de graad Master is verleend;
b. hij anderszins kan aantonen te voldoen aan de wettelijke competenties, waaronder taalvaardigheid in bron- en doeltaal op niveau C1 van het Europees Referentiekader voor Talen.
[…].
Besluit inschrijving Rbtv
Artikel 3
Indien een tolk niet beschikt over een diploma van een tolkopleiding op minimaal bachelorniveau, kan hij worden ingeschreven in het Rbtv op C1-niveau, als de tolk aantoont te beschikken over:
1. a. integriteit;
b. een getuigschrift waaruit blijkt dat de tolk in de betreffende talencombinatie een tolktoets op C1-niveau van het ERK met goed gevolg heeft afgelegd die voldoet aan het Kader voor tolktoetsen; of
2. a. integriteit;
b. taalvaardigheid van de brontaal op ten minste C1-niveau van het ERK;
c. taalvaardigheid van de doeltaal op ten minste C1-niveau van het ERK;
d. kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- en doeltaal;
e. tolkvaardigheid en -attitude.
Artikel 5
Indien een vertaler niet beschikt over een diploma van een vertaalopleiding op minimaal bachelor niveau in de betreffende vertaalrichting, kan hij worden ingeschreven in het Rbtv op C1-niveau, als de vertaler aantoont te beschikken over:
1. a. integriteit;
b. een getuigschrift waaruit blijkt dat de vertaler in de betreffende vertaalrichting een vertaalvaardigheidstoets op C1-niveau van het ERK met goed gevolg heeft afgelegd die voldoet aan het Kader voor integrale taalgebonden vertaalvaardigheidstoetsen; of:
2. a. integriteit;
b. taalvaardigheid van de brontaal op ten minste C1-niveau van het ERK;
c. taalvaardigheid van de doeltaal op ten minste C1-niveau van het ERK;
d. kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- en doeltaal;
e. ten minste 420 uur scholing om vertaalvaardigheid en -attitude op ten minste de onderdelen tekst en tekstbegrip, tekst en cultuur, technische aspecten van het vertalen en vertaalhouding te ontwikkelen;
f. ten minste vijf jaar werkervaring als beroepsvertaler in de betreffende vertaalrichting direct voorafgaand aan het verzoek tot inschrijving in het Rbtv, waarvan ten minste één jaar na afronding van de scholing als bedoeld in artikel 5, tweede lid onder e.

Voetnoten

1.Artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit beëdigde tolken en vertalers.
2.Artikel 5, tweede lid, van het Besluit inschrijving Rbtv.
3.Van artikel 37 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.
4.Artikel 3, tweede lid, van het Besluit inschrijving Rbtv.